Omschrijving
Doel: 1. Kunnen analyseren – vanuit een multi-disciplinair perspectief – welke actoren en factoren de legitimiteit van hedendaagse militaire missies bepalen. 2. Inzicht verwerven in hoe debat en deliberatie over legitieme militaire geweldstoepassing vervlochten zijn met bredere maatschappelijke ontwikkelingen. 3. Een wetenschappelijk gefundeerd oordeel weten te formuleren over hoe binnen de Nederlandse politiek de inzet van de krijgsmacht wordt gelegitimeerd, met name ten tijde van de missie in Uruzgan.
Inhoud: Nederland heeft de afgelopen twintig jaar aan een reeks militaire missies meegedaan. De inzet onder VN-vlag in Srebrenica eindigde in een tragedie, de uitzending naar Uruzgan in NAVO-verband leidde tot een politieke crisis. De besluitvorming over missies blijkt altijd moeilijk, het publieke debat is meestal heftig en de militaire deskundigen zijn steevast kritisch. In andere Europese landen doet zich iets dergelijks voor, of het nu gaat om missies in Bosnië of Kosovo, in Afghanistan of Irak, of in Libië of Somalië. En waarom niet Syrië? Grondslagen, doelen, middelen en uitkomsten van militaire operaties – op het land, op zee, vanuit de lucht – worden wereldwijd gadeslagen en getoetst door allerlei belanghebbenden en betrokkenen. Daarbij is de beheersing van geweld meer en meer een krachtige norm geworden, die centraal staat bij de beoordeling van de legitimiteit van militair ingrijpen. Tegelijkertijd blijkt legitimiteit een ingewikkeld en gelaagd begrip dat op uiteenlopende manieren wordt gebruikt. Enerzijds heeft het een normatieve en politieke lading, anderzijds kent het theoretische en empirische vertakkingen binnen meerdere wetenschappelijke disciplines – recht en ethiek, internationale betrekkingen en geschiedenis, en last but not least, de sociale wetenschappen. Het uiteenrafelen van het begrip legitimiteit is daarom een centrale opgave binnen dit keuzevak, want alleen dan kan het helder en zinvol worden toegepast op hedendaagse militaire missies. Politieke besluiten, publieke debatten en militaire ervaringen van Nederland staan daarbij centraal. Die kunnen echter niet los worden gezien van militaire samenwerking en culturele verwantschap binnen Europa en van bondgenootschappelijke binding met de Verenigde Staten. Wat nu als de VS in voorkomende gevallen een eigen, afwijkende lezing heeft van de legitimiteit van militair optreden?
Onderwijsvormen
hoorcolleges, bespreking literatuur
Studiematerialen
Christ Klep (2011), Uruzgan. Nederlandse militairen op missie. Amsterdam: Boom.
Selectie van tijdschrift artikelen.
Drie voorbeelden van te gebruiken artikelen:
Jan van der Meulen and Joseph Soeters (2005), Dutch Courage: the Politics of Acceptable Risks, Armed Forces & Society, 31 (4), 537-558.
Corneliu Bjola (2005), Legitimating the Use of Force in International Politics: A Communication Action Perspective, European Journal of International Relations, 11 (2), 266-303.
Pascal Vennesson, Fabian Breuer, Chiara de Franco, Ursula C. Schroeder (2009), Is there a European Way of War? Role Conceptions, Organizational Frames, and the Utility of Force, Armed Forces & Society, 35 (4), 628-645.
Toetsing
Schriftelijk tentamen (70%) en paper (30%)
Tentamen
Woensdag 19 december 2012, 9.00-12.00 uur, USC
Hertentamen
Maandag 21 januari 2013, 13.00-16.00 uur, USC
Rooster
Maandag 29 oktober tot 10 december, 13.00-15.00 uur, SB11