Toegangseisen
Dit vak is geen keuzevak. Bijvakstudenten of gaststudenten mogen hier niet aan deelnemen.
Beschrijving
Iedereen heeft dagelijks met burgerlijk recht te maken. Of u nu een krop sla koopt of een boek, een kamer huurt of een huis koopt, muziek downloadt of een cd ript, of besluit te gaan trouwen of juist te gaan scheiden: het burgerlijk recht is van belang. Bij het vak Inleiding Burgerlijk Recht maakt u kennis met de regels die voor deze en andere handelingen gelden. Het vak behandelt kernleerstukken van vermogensrecht, zoals de rechtshandeling en de overeenkomst, de onrechtmatige daad en schadevergoeding, toebehoren en overdracht. Ook wordt aandacht besteed aan het personen-, familie- en erfrecht en de intellectuele eigendom. Daarbij wordt u getraind in verschillende (elementaire) juridische vaardigheden, zoals zorgvuldig lezen en casus oplossen. Inleiding burgerlijk recht legt hiermee een stevige basis voor de civielrechtelijke vakken later in uw studie.
Leerdoelen
Doel van het vak
Het verkrijgen van basiskennis van het vermogensrecht en (kritisch) inzicht in een aantal kernleerstukken van vermogensrecht, zoals de rechtshandeling en de overeenkomst, de onrechtmatige daad en schadevergoeding, toebehoren en overdracht.
Het verkrijgen van overzicht en elementaire kennis van het overig burgerlijk recht (personen-, familie- en erfrecht en intellectuele eigendom).
Het ontwikkelen van de vaardigheid, vraagstukken van vermogensrecht, personen-, familie- en erfrecht en intellectuele eigendom te analyseren en (goed beargumenteerd) op te lossen, dit mede aan de hand van (eenvoudige) casus en opdrachten.
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:
U heeft basiskennis van en (kritisch) inzicht in een aantal kernleerstukken van vermogensrecht.
U bent in staat vraagstukken van burgerlijk recht
- goed te lezen en te analyseren
- de onderliggende rechtsvraag te formuleren
- een en ander in het juiste juridische kader te plaatsen
- dit toe te passen op een concrete casus en
- een (beargumenteerde) oplossing te geven c.q. te concluderen
Rooster
Kies voor propedeuse of bachelor en master.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 12
Namen docenten: Prof.mr. W.H. van Boom, prof.mr. T.J. Mellema-Kranenburg, prof.mr. D.J.G. Visser en Mw Prof. mr. C.G. Breedveld-de Voogd
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de tevoren opgegeven literatuur en jurisprudentie en het voorbereiden van de in het Werkboek opgenomen casus.
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 12
Namen docenten: worden nader bekendgemaakt.
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de tevoren opgegeven literatuur en jurisprudentie en het voorbereiden van de in het Werkboek opgenomen casus.
Gedurende de laatste vier onderwijsweken worden de werkgroepen aan een deel van de studenten via Blackboard aangeboden met na afloop de mogelijkheid om vragen voor te leggen aan de docent. Meer informatie hierover wordt te zijner tijd via Blackboard bekendgemaakt.
Responsiecolleges
Aantal à 2 uur: 2
Namen docenten: worden nader bekend gemaakt.
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de in het Werkboek opgegeven literatuur en jurisprudentie en het voorbereiden van de in het Werkboek opgenomen (responsie)casus.
Virtueel inloopspreekuur
Aantal à 2 uur: 6 (na afloop van het onderwijs)
Namen docenten: werkgroepdocenten
Vereiste voorbereiding: geen, het betreft een mogelijkheid om op individuele basis vragen voor te leggen aan de docent over onderdelen van de stof die de student niet goed begrijpt.
Toetsing
Tussentoets: 2 uur (20%)
Nabespreking tussentoets: 2 uur
Eindtentamen: 3 uur (80%)
Nabespreking eindtentamen: 2 uur
E-toetsen
Met ingang van onderwijsweek 1 heeft u gedurende 12 weken de mogelijkheid om voor uzelf te controleren of u de stof van de voorbije week in voldoende mate heeft begrepen door het via elektronische weg binnen een bepaalde tijd beantwoorden van een aantal meerkeuzevragen, waarbij u digitaal feedback ontvangt.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Er wordt een tussentoets afgenomen met open vragen en een eindtoets met meerkeuzevragen. Bij de berekening van het cijfer telt de tussentoets mee voor 20% en de eindtoets voor 80%. Zie voor meer informatie over de tussentoets art. 4.1.6.2 van de OER.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het Werkboek en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges, de werkgroepen en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
J..H. Nieuwenhuis, Hoofdstukken vermogensrecht, nieuwste druk.
Jac. Hijma & M.M. Olthof, Compendium vermogensrecht, nieuwste druk.
Mr. J.H.M. ter Haar en Mr. W.D. Kolkman, Personen-, familie- & erfrecht: in een notedop
Syllabus Personen-, familie- en erfrecht.
D.J.G. Visser, Hoofdstukken Intellectuele Eigendom, Amsterdam: deLex 2013.
Jurisprudentie en aanvullende literatuur.
Meest recente (niet-becommentarieerde) tekst van het Burgerlijk Wetboek.
Werkboek:
Werkboek Inleiding Burgerlijk Recht 2014. Het werkboek bevat ook eventuele aanvullende literatuur.
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis. Voltijd eerstejaars studenten, die gestart zijn vanaf september 2014, worden aangemeld door het Onderwijs Informatie Centrum.
Contact
Vakcoördinator: Mw. Mr. M.C.I.M. Duynstee
Werkadres: Steenschuur 25, kamer C2.10
Bereikbaarheid: na afspraak met het secretariaat
Telefoon: 071 527 7400
Instituut/afdeling
Instituut: Instituut voor Privaatrecht
Afdeling: Civiel recht
Sectie: Burgerlijk recht
Kamernummer secretariaat: C2.02
Openingstijden: balie maandag t/m vrijdag van 9.00-13.30 uur
Telefoon secretariaat: 071 527 7400