Toegangseisen
Inleiding Strafrecht.
Beschrijving
In het vak Inleiding Strafrecht heeft u onder andere kennisgemaakt met de onderscheiding tussen formeel en materieel strafrecht. Het materiële strafrecht is dat deel van het strafrecht dat betrekking heeft op strafrechtelijke aansprakelijkheid. Van strafrechtelijke aansprakelijkheid is sprake wanneer is voldaan aan de vier voorwaarden voor strafbaarheid: 1) een menselijke gedraging die 2) valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, 3) wederrechtelijk is en 4) aan schuld te wijten. Uitwerking van deze vier voorwaarden vindt plaats in strafbaarstellingen en algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid. De strafbaarstellingen vormen het bijzonder deel, de algemene leerstukken het algemeen deel van het materiële strafrecht. In deze cursus wordt vooral ingegaan op de algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid. Leerstukken als wederrechtelijkheid, causaliteit, opzet, culpa, poging en voorbereiding, daderschap en deelneming en de strafuitsluitingsgronden passeren de revue. Aan de hand van bestudering van wetgeving, jurisprudentie (van de Hoge Raad en andere (internationale) gerechten) en literatuur worden deze verschillende leerstukken door u bestudeerd. Daarbij gaat het om kennis van de (inter)nationale herkomst van algemene leerstukken, alsmede het belang daarvan in het licht van het strafrecht binnen een democratische rechtsstaat, om het begrijpen van de inhoud van de algemene leerstukken en om het toepassen van deze leerstukken in concrete casus. Tevens wordt, waar mogelijk, gewezen op overeenkomsten en verschillen tussen algemene leerstukken en vergelijkbare leerstukken in andere rechtsgebieden, in het bijzonder het burgerlijk recht en het bestuursrecht.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Doel van het vak is aan de bestudering van materieelrechtelijke leerstukken. Daarbij gaat het om kennis van en inzicht in de systematiek en inhoud van verschillende materieelrechtelijke leerstukken, waaronder opzet, schuld, causaliteit, wederrechtelijkheid, poging en voorbereiding en deelneming, alsmede om de toepassing daarvan in concrete casus aan de hand van wetgeving en van voorgeschreven literatuur en jurisprudentie.
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
U kunt de nationale en internationale bronnen van (de algemene leerstukken van) materieel strafrecht benoemen en beschrijven;
U kunt strafbaarstellingen ordenen en categoriseren, de inhoud ervan toelichten en uitleggen welke algemene leerstukken in een strafbaarstelling tot uitdrukking worden/welk algemeen leerstuk tot uitdrukking wordt gebracht;
U kunt de algemene leerstukken van materieel strafrecht op begripsniveau categoriseren, ordenen, van elkaar onderscheiden, in onderling verband en samenhang plaatsen en met elkaar vergelijken;
U kunt schetsen welke invloed de rechtspraak van de Hoge Raad (en andere (internationale) gerechten) heeft op de ontwikkeling van algemene leerstukken van materieel strafrecht en dat illustreren aan de hand van concrete casuïstiek;
U kunt algemene leerstukken, in het bijzonder wederrechtelijkheid, opzet en culpa, causaliteit, poging en voorbereiding, deelneming en strafuitsluitingsgronden uit concrete casus deduceren en relateren aan in een concrete casus omschreven feiten en omstandigheden;
U kunt vraagstukken, voortvloeiend uit concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken van materieel strafrecht, in het bijzonder wederrechtelijkheid, opzet en culpa, causaliteit, poging en voorbereiding, deelneming en strafuitsluitingsgronden, oplossen;
U kunt demonstreren/toelichten hoe oplossingen van vraagstukken, omschreven in concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken van materieel strafrecht, doorwerken in het beslissingsmodel van artikel 348/350 Sv.
Rooster
Kies voor propedeuse of bachelor en master.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 12
Namen docenten: prof. mr. J.M. ten Voorde
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de per onderwijsweek voorgeschreven studiestof.
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 8
Namen docenten: mr.dr. M.AH. van der Woude, mr. K. Oosterhof, e.a.
Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering en maken van de per onderwijsweek aangegeven opdrachten.
De werkgroep bestaat uit drie onderdelen: het geven van een presentatie van een arrest, bespreking van een tijdens de werkgroep voor te bereiden rechterlijke uitspraak en behandelen van een casusopdracht. Studenten worden geacht de per week voorgeschreven arresten zodanig te bestuderen dat zij in de gelegenheid zijn hun collega-studenten uitleg te geven over de inhoud van het voorgeschreven arrest. Eén of meer studenten worden tijdens de werkgroep aangewezen over het arrest een korte presentatie te geven. Na de bespreking van het arrest wordt een rechterlijke uitspraak uitgedeeld en krijgen studenten de tijd om die uitspraak te bestuderen. Na bestudering van die uitspraak wordt de uitspraak geanalyseerd in het licht van het tijdens de werkgroep centraal staande algemene leerstuk van strafrechtelijke aansprakelijkheid. Het derde gedeelte van de werkgroep bestaat uit het beantwoorden van vragen naar aanleiding van een casus. De casus is in het werkboek van dit vak opgenomen en studenten worden geacht de vragen behorend bij de casus voorafgaand aan de werkgroep te hebben voorbereid. Tijdens de werkgroep staat aldus een diepgaande analyse en praktische toepassing van delen van de voorgeschreven stof (wetgeving, jurisprudentie en literatuur) centraal. Bij inschrijving voor een werkgroep verplichten studenten zich dan ook nadrukkelijk tot schriftelijke voorbereiding van en (inter)actieve deelname aan deze vorm van onderwijs. Tijdens twee onderwijsweken wordt in de werkgroep feedback gegeven op de door studenten gemaakte tussentoetsen.
Casuscolleges
Aantal à 2 uur: 2
Naam docent: mr.dr. M.A.H. van der Woude
Vereiste voorbereiding: Bestudering van de per onderwijsweek aangegeven opdrachten.
Responsiecollege
Aantal à 2 uur: 1
Naam docent: prof.mr. J.M. ten Voorde
Vereiste voorbereiding: Bestudering van de totale hoeveelheid voorgeschreven studiestof. Tijdens deze bijeenkomst kunnen vragen over de stof worden gesteld en wordt aandacht besteed aan en geoefend voor het tentamen.
Inloopspreekuur
Aantal à 1 uur: 11
Namen docenten: werkgroepdocenten
Vereiste voorbereiding: geen, het betreft een mogelijkheid op individuele basis vragen voor te leggen aan de docent over onderdelen van de studiestof die u niet (goed) begrijpt.
Toetsing
Tentamen: 3 uur
Nabespreking: 2 uur
Toetsing
Tussentoets?
Twee tussentoetsen in week 4 en week 9 van het onderwijs in de vorm van een take-home tentamen. Getoetst wordt de tot dan toe voorgeschreven stof.
Elke tussentoets telt voor 10% van het eindcijfer.
Beide tussentoetsen kunnen niet worden herkanst.
Beide tussentoetsen gelden slechts voor het eerste kans tentamen dat wordt afgenomen in het jaar dat de tussentoetsen zijn gemaakt.
Beide tussentoetsen tellen niet mee voor het hertentamen.
Elke tussentoets bestaat uit een casus op basis waarvan minimaal 1 vraag moet worden beantwoord. Getoetst wordt op het kunnen deduceren, relateren van algemene leerstukken aan in concrete casus omschreven feiten en omstandigheden, oplossen van vraagstukken voortvloeiend uit concrete casus en betrekking hebbend op tot de tussentoets bestudeerde algemene leerstukken, en demonstreren/toelichten hoe oplossingen van vraagstukken, omschreven in concrete casus en betrekking hebbend op de tot de tussentoets bestudeerde algemene leerstukken, doorwerken in het beslissingsmodel van art. 348/350 Sv.
Tentamen
Tentamen van 3 uur met open vragen (resultaat is 80% van het eindcijfer). Getoetst wordt alle voor het vak voorgeschreven stof.
Hertentamen van 3 uur met open vragen (resultaat is 100% van het eindcijfer). Getoetst wordt alle voor het vak voorgeschreven studiestof.
Het (her)tentamen bestaat uit een casus op basis waarvan enkele (maximaal 5) vragen moeten worden beantwoord. Getoetst wordt het kunnen deduceren, relateren van algemene leerstukken aan in concrete casus omschreven feiten en omstandigheden, oplossen van vraagstukken voortvloeiend uit concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken, en demonstreren/toelichten hoe oplossingen van vraagstukken, omschreven in concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken, doorwerken in het beslissingsmodel van art. 348/350 Sv.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, casuscollege en werkgroep.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
J. de Hullu, Materieel strafrecht, Deventer: Kluwer (laatste druk).
F.A.J. Koopmans, Het beslissingsmodel van 348/350 Sv, Deventer: Kluwer (laatste druk).
M. Bosch, Arresten strafrecht/strafprocesrecht, Deventer: Kluwer (laatste druk).
Werkboek:
- Werkboek Materieel strafrecht bachelor 2, 2014-2015.
Reader:
- Geen
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis.
Contact
Vakcoördinator: mr.dr. M.A.H. (Maartje) van der Woude
Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.16
Bereikbaarheid: ma/di/wo/do/vrij
Inloopspreekuur: Gedurende het vak op woensdag tussen 10.00 – 11.00 (o.v.b.). Studenten moeten zich ministens 24 uur voorafgaand met opgave van vraag/ reden aanmelden voor het inloopspreekuur.
Telefoon: 071-527 7529
E-mail: D.Bukuru@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Strafrecht en Criminologie
Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht
Kamernummer secretariaat: C1.01
Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.00-16.00 uur
Telefoon secretariaat: 071 527 7529
E-mail: d.bukuru@law.leidenuniv.nl