Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid (Zie OER)
Beschrijving
Wetgeving en beleid zijn er de laatste jaren in toenemende mate op gericht de overheid meer instrumenten te verschaffen ter bestrijding van criminaliteit en daarmee ter vergroting van de maatschappelijke veiligheid. Deze ontwikkeling wordt ook wel aangeduid met de theoretische notie governing through crime: het steeds meer verbinden van beleid en wetgeving met het nastreven van veiligheid omdat bestaande maatregelen hiertoe onvoldoende geschikt zouden zijn.
De grote nadruk op veiligheid en het inperken van (veiligheids)risico’s binnen het publieke en (populistische) politieke discours zijn kenmerken van wat in de criminologische en rechtssociologische literatuur ook wel de risicosamenleving of de veiligheidscultuur wordt genoemd. Binnen de veiligheidscultuur heeft strafwetgeving als instrument voor sociale ordening in de loop van de jaren een steeds belangrijkere rol toebedeeld gekregen. Hierbij ligt de nadruk op het vroegtijdig detecteren en onderkennen van risico’s om op die manier misdaad te voorkomen en de angst voor criminaliteit te verminderen. Deze ontwikkeling van risicojustitie kan problematisch zijn bezien vanuit de (democratische) rechtsstaatgedachte welke met zich brengt dat burgers zowel door, maar ook tegen de overheid moeten worden beschermd. Waar wetgeving het resultaat behoort te zijn van een zorgvuldige belangenafweging van alle betrokken belangen en waarden lijkt de huidige veiligheidscultuur een dergelijke zorgvuldige afweging in de weg te staan ten faveure van de collectieve veiligheid.
In dit vak zal in kaart worden gebracht hoe de complexe taak van de wetgever en beleidsmakers in de hedendaagse veiligheidscultuur, in het bijzonder inzake wet- en regelgeving op het terrein van orde en veiligheid, nog complexer is geworden. Waar de wetgever bij de totstandkoming van nieuwe wetgeving op dit terrein beide kanten van de rechtsstatelijke medaille, zowel de collectieve veiligheid als de individuele rechtsbescherming, afdoende in ogenschouw zou moeten nemen, lijkt dit door de toegenomen invloed van de publieke opinie en de populistische politiek steeds lastiger, zo niet onmogelijk, te zijn geworden.
Door te kijken naar verschillende wegeving op het terrein van orde- en veiligheid zal in kaart worden gebracht hoe er verschillende krachten in het spel zijn waar de wetgever en beleidsmakers rekening mee moeten houden en soms ook een afweging tussen moeten maken: Zo is er de publieke opinie, er zijn politieke belangen, internationale belangen, rechtsstatelijke belangen, grond- en mensenrechten, wetenschappelijke kennis en inzichten, handhavingsbelangen, etc. Deze complexe afweging zal onder meer worden geillustreerd aan de hand van de terrorismewetgeving en de wetgeving op het terrein van immigratie en grensbewaking. Tijdens de hoor- en werkcolleges zal de complexe dynamiek van wet- en regelgeving op het terrein van orde en veiligheid geillustreerd en aan de hand van verschillende sociologische, criminologische, beleidstheoretische en politicologische theorieen verklaard worden.
Het vak is hiermee uitermate interessant en geschikt voor studenten die een carriere overwegen buiten de klassieke toga-beroepen. Hierbij kan gedacht worden aan een carriere als wetgevingsjurist, een carriere binnen een van de Ministeries, de Raad van State, de wetenschap, de politiek, etc.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Het doel van het vak is om u gebruik makend van criminologische en rechtssociologische (theoretische en empirische) inzichten, het complexe proces van het maken van wet- en regelgeving op het terrein van orde en veiligheid kritisch te laten analyseren en doorgronden. Hierbij zal de nadruk liggen op de situatie in Nederland, maar zal – voor zover aansluitend bij de literatuur – tevens een vergelijking worden gemaakt met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De (publieke) rol van de rechtswetenschapper als belangrijke sleutel(f)actor in het wetgevingsproces zal hierbij een rode draad door de (werk)colleges vormen.
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:
U kunt de complexiteit van de wetgevingsprocedure waar het wetgeving op het terrein van (openbare) orde en veiligheid betreft identificeren en analyseren bezien vanuit het kader van de democratische rechtsstaat.
U kunt aan de hand van de belangrijkste theoretische en empirische inzichten illustreren en evalueren op welke wijze wetgevingsvraagstukken op het terrein van (openbare) orde en veiligheid zich verhouden tot de brede maatschappelijke ontwikkeling van een multiculturele risicosamenleving.
U kunt de verschillende criminologische en juridische sociologische theoretische bespiegelingen t.a.v het ontstaan van een cultuur van controle karakteriseren en duiden. Tevens bent u in staat om deze en andere theoretische inzichten gebruiken om kritisch te reflecteren op verschillende ontwikkelingen met betrekking tot wetgeving op het gebied van (openbare) orde en veiligheid;
U bent zich bewust van de rol die (rechts)wetenschappers kunnen spelen binnen het politieke en publieke debat rondom (openbare)orde en veiligheid en hoe deze rol zich verhoudt tot het wetgevingsproces. Studenten zijn vervolgens ook in staat om deze rol schriftelijk en mondeling op een toegankelijke doch wetenschappelijke manier te vervullen.
U bent in staat om zich, gebruik makend van zowel juridische als empirische argumenten en op wetenschappelijke wijze, zowel mondeling als schriftelijk te mengen in het politieke en publieke debat rondom (openbare)orde en veiligheid.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Een zestal interactieve hoorcolleges van 2 uur, waarbij bepaalde aspecten van de literatuur nader zullen worden uitgelegd en toegelicht. Hierbij zullen enkele gastsprekers aan het woord komen vanuit o.m. vanuit de Raad van State en de Directie Wetgeving van het Ministerie van Veiligheid & Justitie. Gezien de actualiteit van het vak zal er – vanzelfsprekend – zoveel mogelijk worden aangesloten bij de actualiteiten.
Werkgroepen
Vier werkgroepen à twee uur
Tijdens de werkcolleges zal de publieke rol van de (rechts)wetenschapper als belangrijke sleutel(f)actor in het publieke en politieke debat over veiligheid en criminaliteit een rode draad vormen. De studenten zullen tijdens de werkcolleges, o.m. gebruik makend van social media etc., oefenen met het schrijven van populair wetenschappelijke opiniërende stukken rondom het door hen gekozen thema (in de lijn van de Amerikaanse Op-Ed’s in de nationale kranten). In deze stukken zullen de studenten niet alleen gebruik maken van juridische argumentatie, maar zullen zij door te gebruik te maken van een breder pallet van juridische en empirische data hun centrale thema op een interdisciplinaire wijze belichten. Tevens zullen zij gedurende één week een presentatie over het onderwerp van een van hun schriftelijke stukken moeten verzorgen.
Toetsing
Toetsvorm(en)
- De student schrijft ieder vier maal een posts & comments op het course weblog. Deze posts zullen in de werkgroepen worden gepresenteerd en nader worden becommentarieerd o.m. door middel van peer feedback. De studenten krijgen een cijfer voor zowel de schrijfopdrachten, hun presentatie als voor hun participatie tijdens de werkgroepen (50% van het eindcijfer). Dit cijfer bestaat uit het gemiddelde van alle schrijfopdrachten waarbij het cijfer voor de presentatie/participatie wordt meegenomen in de afronding van dit gemiddelde. Daarnaast wordt de cursus afgesloten met een eindtoets/-tentamen. (50% van het eindcijfer).
Beide onderdelen (dus zowel de vier opdrachten als het tentamen) moeten met een voldoende (>5,5) worden afgerond om het vak te kunnen halen. Met andere woorden, een onvoldoende voor het ene onderdeel kan niet worden gecompenseerd met een voldoende voor het andere onderdeel.
Er bestaat één herkansingsmogelijkheid voor het tentamen. Voor de opdrachten bestaat geen herkansing.
Indien de student na de herkansing van het tentamen nog steeds op een onvoldoende uitkomt, impliceert dit dat het vak niet is behaald en het volgend jaar opnieuw moeten worden afgelegd, dus zowel de werkgroepen als opdrachten.
Deelcijfers voor het tentamen respectievelijk de werkgroep zijn slechts gedurende het lopende academisch jaar geldig en kunnen niet worden meegenomen naar het volgende jaar.
Inleverprocedures
De posts die voor de werkgroepen gemaakt moeten worden moeten ‘digitaal’ worden ingeleverd, door middel van plaatsing op het weblog van het vak en tevens via Safe-Assign.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, eventuele extra stof die lopende het vak op Blackboard is geplaatst en al hetgeen behandeld is tijdens hoorcolleges en werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard en zal dit jaar tevens in het kader van een pilot gebruik worden gemaakt van een Virtual Research Environment (VRE).
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Een nog nader bekend te maken boek
Een aanvullende online reader met diverse teksten
Contact
Vakcoördinator: mw. mr.drs. M.A.H. (Maartje) van der Woude
Werkadres: Steenschuur 25
Bereikbaarheid: ma/di/wo/do/vrij
Inloopspreekuur: Tijdstip zal t.z.t. bekend gemaakt worden via de website en blackboard. Studenten moeten zich ministens 24 uur voorafgaand met opgave van vraag/ reden aanmelden voor het inloopspreekuur via onderstaand emailadres.
Telefoon: 071 – 527 7518
E-mail: strafrechtalgemeen@law.leidenuniv.nl.
Instituut/afdeling
Instituut: Strafrecht en Criminologie
Afdeling: strafrecht en strafprocesrecht
Kamernummer secretariaat: C 1.01
Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 – 17.00 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518
E-mail: w.bonis@law.leidenuniv.nl
Contractonderwijs
Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO