Toegangseisen
Geen
Beschrijving
Literatuur interpreteren komt neer op teksten analyseren en er vervolgens betekenis aan geven. Maar hoe doe je dat precies? Wat is de rol van de lezer, van de interteksten, van de context? En heeft de auteur er zelf nog iets over te zeggen? In deze cursus buigen we ons over deze vragen. In een reeks werkcolleges wordt je getraind in het analyseren en interpreteren van literaire teksten. Met dat doel voor ogen krijg je een grondige introductie in de gangbare termen en begrippen van de poëzie- en verhaalanalyse. Die begrippen en de techniek van close reading leer je vervolgens aanwenden in de analyse van een select corpus aan poëzie en proza.
Daarnaast bespreken we dat het betekent, als je onderzoeksobject ‘literatuur’ is. Met behulp van een handboek gaan we na welke definities van literatuur bestaan en welke partijen beslissen over wat wel en niet literatuur genoemd mag worden. Je leert wat ‘het literaire veld’ inhoudt, en wat het verschil is tussen literaire kritiek en literatuurwetenschap, en hoe je literatuurwetenschappelijke onderzoeksvragen kan stellen.
Leerdoelen
De student(e) is aan het eind van de cursus vertrouwd met de belangrijkste begrippen en analysetechnieken van de poëzie- en verhaalanalyse en met de aspecten van tekstgerichte, interpretatieve literatuurwetenschap. Hij of zij kan deze begrippen niet alleen helder definiëren, maar ook inzetten in een analyse van een gedicht of een verhaal.
Aan het eind van de cursus is de student(e) in staat tot het schriftelijk presenteren van een analyse en interpretatie op basis van een wetenschappelijke onderzoekvraag, waarbij de aangeleerde begrippen op een correcte en zinvolle manier ingezet worden.
Rooster
Het rooster is vanaf 1 juni beschikbaar via de website.
Onderwijsvorm
Werkcollege en zelfstandige literatuurstudie
Studielast
140 uur:
28 uur werkgroep
50 uur zelfsstudie ter voorbereiding op werkgroep
30 uur werkstuk
30 uur voorbereiden tentamen
2 uur tentamen
Toetsing
Schriftelijk tentamen met korte open (invul)vragen (50%)
Werkstuk (25%)
Wekelijkse opdrachten, waarvan er vier becijferd worden (25%).
Het eindcijfer bestaat uit het gewogen gemiddelde tussen de toetsen, waarbij voor alle onderdelen het eindcijfer minstens een 5.5 moet zijn.
Alleen het schriftelijke tentamen kan herkanst worden. Herkansen is toegestaan wanneer het cijfer een 5.4 of lager is.
Blackboard
Er is een Blackboardcursus aanwezig. Via Blackboard worden studenten op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontvangen ze specifieke informatie over onderdelen van de cursus. Zie Blackboard
Literatuur
Herman Gorter, Verzen
J.H. Leopold, Verzamelde verzen.
Martinus Nijhoff: Awater,
Vasalis: Parken en Woestijnen.
Lucebert: apocrief/ de analphabetische naam.
Gerrit Kouwenaar, de reeks ‘weg/ verdwenen’. In: Gedichten 1948-1978.
Mustafa Stitou: Varkensroze ansichten.
Cyriel Buysse, “De kikkers” in: J. Zwagerman red. (2010) De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 100 verhalen, Amsterdam, Prometheus p. 21-30
Nescio, De uitvreter, 1911, DBNL: website
Maria Dermoût, “De sirenen” in: J. Zwagerman red. (2010) De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 100 verhalen, Amsterdam, Prometheus p. 72-80.
Ernst van Alphen, “Wilde dieren, of de verscheurde eenheid: over ‘De sirenen’ van Maria Dermoût’ in: De toekomst der herinnering, Amsterdam, van Gennep, 1993, pp. 128-156.
Hugo Claus, De metsiers, Antwerpen, Manteau 1950.
Helga Ruebsamen, “Olijfje”, in: J. Zwagerman red. (2010) De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 100 verhalen, Amsterdam, Prometheus p. 428-441
Frans Pointl, “De overlevenden”, in: J. Zwagerman red. (2010) De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 100 verhalen, Amsterdam, Prometheus p. 428-441-423
Maria Stahlie, “De obsessie van Wally van Asten” in: J. Zwagerman red. (2010) De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 100 verhalen, Amsterdam, Prometheus p. 635-650.
Gerard Reve, Werther Nieland, Amsterdam, De Bezige Bij, 1949/2001.
Frans Kellendonk. Mystiek lichaam. Amsterdam, 1986.
Aanmelden
Eerstejaars studenten worden aan het begin van het jaar in werkgroepen ingedeeld. Voor reguliere hogerejaars bachelor- en masterstudenten geldt dat zij verplicht zijn zich tijdig in te schrijven via uSis voor de hoorcolleges en de werkgroepen. Voor alle andere studenten geldt dat de inschrijving verloopt via de studiecoördinator
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Aanmelden voor Contractonderwijs
Contact
Bij de docent.
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur/neerlandistiek.
Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071-5272 2604.
mail: ndd@hum.leidenuniv.nl..