Toegangseisen
Historische Ontwikkeling van het Recht en Inleiding Burgerlijk Recht (BA I)
Beschrijving
Het vak Geschiedenis van het Europees Privaatrecht bouwt voort op de vakken Historische Ontwikkeling van het Recht en Inleiding tot het Burgerlijk recht. Uitgaande van het Romeinse recht en het daarop gebaseerde Europese ius commune wordt uiteengezet op welke wijze dit recht heeft doorgewerkt in de belangrijkste West-Europese codificaties (de Franse Code civil, het Duitse BGB en het Nederlandse oude en huidige BW). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de parallelle ontwikkeling van het Engelse privaatrecht, dat zich onafhankelijk van het gemene Romeinse recht heeft ontwikkeld.
Dit vak biedt door middel van horizontale en verticale (historische) rechtsvergelijking een inleiding op het Europese goederenrechtelijke systeem. In de hoorcolleges wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de ontwikkeling van de leerstukken eigendom, bezit en overdracht. In de werkgroepen wordt ingegaan op het bijzondere leerstuk van de goederenrechtelijke zekerheidsrechten. Als onderdeel van het werkgroeponderwijs schrijven studenten een korte rechtsvergelijkende beschouwing over een actueel probleem van Nederlands goederenrecht.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Het verkrijgen van kennis en inzicht in het proces van receptie van het Romeinse recht in West-Europa en de ontwikkeling van een Europees ius commune.
Het verkrijgen van kennis en inzicht in de doorwerking van het systeem van het Romeinse goederenrecht in de moderne Europese rechtsstelsels (Frankrijk, Duitsland, Nederland) en de samenhang die vanwege deze doorwerking tussen de genoemde stelsels bestaat.
Het verkrijgen van kennis en inzicht in de parallelle ontwikkeling van het systeem van het Engelse goederenrecht, en in het bijzonder in de functie van de trust.
Training in schrijfvaardigheid.
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:
De student is in staat om de receptie en doorwerking van het Romeinse recht in de moderne Europese rechtsstelsels te beschrijven en uit te leggen.
De student heeft elementaire kennis verworven van het systeem van het gemeenrechtelijke, Franse, Nederlandse, Duitse en Engelse goederenrecht zoals dat op de colleges is behandeld.
De student kan de op college behandelde gemeenrechtelijke, Franse, Nederlandse, Duitse en Engelse goederenrechtelijke leerstukken met elkaar vergelijken en de verschillen en overeenkomsten benoemen en verklaren.
De student is in staat om een eenvoudige goederenrechtelijke casus naar Romeins, Frans, Nederlands, Duits en Engels privaatrecht op te lossen.
De student kan het geleerde zelfstandig verwoorden en toepassen bij het schrijven van een korte rechtsvergelijkende beschouwing.
Rooster
Kies voor propedeuse of bachelor en master.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 7, gedurende 7 weken.
Namen docenten: Prof. mr. E. Koops en Mr. C.H. Bezemer.
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van opgegeven literatuur (zie Blackboard, rubriek Rooster).
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 7, gedurende 7 weken.
Namen docenten: Mr. C.H. Bezemer en Mr. J. van Kralingen.
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van opgegeven literatuur (zie Blackboard, rubriek Rooster). Als onderdeel van het werkgroeponderwijs kan een paper worden geschreven van minimaal 1,200 en maximaal 1,500 woorden naar aanleiding van een opdracht die in week 1 wordt uitgedeeld.
Aanwezigheid bij het eerste werkcollege is daarvoor essentieel. De opdracht wordt ingeleverd aan het begin van week 6 en besproken in week 7. Zie verder Blackboard.
Toetsing
Tentamen:3 uur
Nabespreking: 2 uur
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen met 20 open vragen, deels bestaande uit casusposities en deels uit essayvragen. Het schriftelijke tentamen bepaalt 75% van het eindcijfer.
Schriftelijke opdracht (schrijven van een korte rechtsvergelijkende beschouwing), bepalend voor 25% van het eindcijfer. Een als onvoldoende beoordeelde schriftelijke opdracht kan slechts worden herkanst door het maken van een vervangende opdracht in de periode na het reguliere tentamen en voorafgaand aan de herkansing van het schriftelijk tentamen.
Het schriftelijk tentamen bestaat uit 10 vragen over casusposities en 10 essayvragen. Alle studenten dienen de 10 vragen over casusposities te beantwoorden. Studenten die een schriftelijke opdracht hebben gemaakt, beantwoorden daarnaast op het tentamen 5 van de 10 essayvragen naar keuze. Studenten die geen schriftelijke opdracht hebben gemaakt, dienen alle 20 (10+10) vragen te beantwoorden.
Het deelcijfer voor elk van beide onderdelen (schriftelijk tentamen en schriftelijke opdracht) blijft geldig tot de herkansing, maar vervalt met ingang van het volgende academische jaar.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
W.J. Zwalve, Hoofdstukken uit de geschiedenis van het Europese privaatrecht, I: Inleiding en zakenrecht, derde, herziene druk, Den Haag: Boom 2006.
Werkboek:
W.J. Zwalve, Contextio, Tekst & Commentaar, tweede druk, Leiden 2004 (verkrijgbaar bij het secretariaat: openingstijden: zie Blackboard).
Reader:
Geen.
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis.
Contact
Vakcoördinator: Mr. C.H. Bezemer
Werkadres: KOG, Steenschuur 25, 2311 ES Leiden. kamer B 3.38
Bereikbaarheid: Zie Blackboard
Telefoon: 071 527 74 27
E-mail: c.h.bezemer@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Metajuridica
Afdeling: Historische ontwikkeling van het recht
Kamernummer secretariaat: B 3.30
Openingstijden: zie Blackboard
Telefoon secretariaat: 071 527 74 42
Contractonderwijs
Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO.