Omschrijving
Net als in het vak EBM I analyseren studenten in dit vak in kleine groepen zelfstandig een bestuurlijk-economisch vraagstuk. Zij doen verslag van hun onderzoek in een paper. Centraal staat het thema Bedrijfsmatig werken in de publieke sector.
Van publieke en semi-publieke organisaties wordt in toenemende mate gevraagd dat zij doelmatig en doeltreffend werken, dat zij transparant zijn in hun handelen en dat door de bestuurders adequaat verantwoording wordt afgelegd. Running government as a business lijkt het devies te zijn. Aan bedrijfsmatig werken bij de (semi-)overheid zitten echter nogal wat haken en ogen. Het simpelweg kopiëren van bedrijfsmatige technieken en procedures op (semi-)publieke instellingen kan ongewenst gedrag uitlokken, kan stuklopen op onwil van betrokkenen, kan tot ongewenste resultaten leiden en kan onevenredig hoge uitvoeringskosten opleveren. Het onderzoek kiest een onderwerp op dit terrein en onderwerpt dit aan een economische en bestuurlijke analyse.
Enkele voorbeelden van mogelijke onderwerpen zijn:
Hoe kunnen de kosten van grote projecten (zoals de Noord-Zuidlijn, de Betuweroute of de HSL) beter worden beheerst?
Welke mogelijkheden en beperkingen zitten er aan (het gebruik van) de vermogens van de woningcorporaties?
Hoe kan de regeldruk van een te kiezen ministerie echt worden verminderd en wat zijn daarvan de gevolgen?
Heeft het zin om het Rijk een bedrijfseconomisch begrotingsstelsel te laten gebruiken?
Hoe kunnen omvangrijke ombuigingen het best tot stand komen?
Sinds enige tijd probeert het Rijk in de begrotings én in de verantwoording een relatie te laten zien tussen doelstellingen, activiteiten en kosten. Dat gaat echter vaak erg moeizaam. Kan dit worden verbeterd, zo ja hoe, en zo nee waarom niet?
In 2008 greep de staat voor enkele tientallen miljarden euro’s in in de bankensector. Hoe kreeg deze operatie precies vorm, had dat beter gekund, en zijn hier lessen uit te trekken voor een eventuele volgende gelegenheid?
Leerdoelen
Na afronding van het vak heeft de student een tweede zelfstandige schriftelijke en mondelinge oefening achter de rug inzake een belangrijk (actueel) maatschappelijk vraagstuk op economisch terrein.
De student heeft zich geoefend in het (snel) verzamelen, interpreteren en schriftelijk verwerken van (sociaal-)economische en bestuurlijke informatie.
De student is in staat om vanuit een multidisciplinaire probleembenadering en met een integratieve inhoudelijke aanpak bestuurlijke en beleidsmatige vraagstukken met uitgesproken economische componenten te onderzoeken.
De student is in staat om in een projectgroep samen te werken en in een projectgroep te komen tot een haalbare planning van een onderzoeksopdracht.
Rooster
Onderwijsvorm
Dit vak bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges, zelfstudie en een presentatie.
Studielast
- totale studielast 140u – contacturen: 18u – uren zelfstudie: 122u
Toetsing
De toetsing vindt plaats door een presentatie (10% van het eindcijfer) en een paper (90% van het eindcijfer)
De herkansing vindt plaats door middel van een paper.
Blackboard
Ja, een maand voor de start van de cursus beschikbaar
Andere leermiddelen/Literatuur
- Reader via blackboard.
Aanmelden
Studenten dienen zich voor elk vak en elk tentamen (‘studieactiviteit’) apart in te schrijven. De inschrijfperiode start vier weken voor de activiteit en sluit 10 dagen (tentamen) of 3 dagen (vak) voordat de activiteit start. Het is noodzakelijk dat u zich inschrijft voor alle studieactiviteiten anders kan deelname niet gegarandeerd worden. Inschrijven voor een vak kan vanaf vier weken tot drie dagen voor de start van het vak. Inschrijven voor een tentamen kan vanaf vier weken tot tien dagen voor de start van het tentamen.
Contact
P. Roco MSc, p.roco@cdh.leidenuniv.nl, drs. A.P. Ros, a.p.ros@law.leidenuniv.nl, drs. B.L. Terpstra, b.l.terpstra@law.leidenuniv.nl, Drs. IJ. Hoetjes, ij.hoetjes@hhs.nl.