Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
Tot voor kort was de psychologische en pedagogische kennis voornamelijk gebaseerd op onderzoek verricht in westerse culturen. Globalisering en nieuwe migratiepatronen hebben tot het besef geleid dat deze kennis niet zonder meer generaliseerbaar is naar andere culturen of etnische minderheidsgroepen in Nederland. Het is daarom van groot belang dat pedagogen kennis nemen van niet-westerse opvoedings- en ontwikkelingspatronen. In deze cursus wordt aan de hand van theoretische modellen en theorieën een beeld gegeven van de enorme mondiale verscheidenheid in opvoeding en ontwikkeling. Aandacht wordt besteed aan de methodologische en theoretische problemen waar de onderzoek(st)er op stuit wanneer hij/zij pedagogische en psychologische verschijnselen uit een andere (sub)cultuur tracht te begrijpen en verklaren. Hierbij moet mede gedacht worden aan de diagnostiek en assessment van kinderen met problemen.
Leerdoelen
Kennis maken met de interculturele variëteit van opvoeding en ontwikkeling.
Kennis verwerven en kunnen overdragen van theorieën over meertaligheid, meertalig onderwijs en de invloed van meertaligheid op de ontwikkeling van kinderen en jongeren.
Leren omgaan met methodologische en theoretische problemen bij het onderzoeken van pedagogische en psychologische verschijnselen binnen een cultureel diverse groep.
Kritisch leren reflecteren op het gebruik van diagnostiek en assessment in het algemeen en in cultureel diverse situaties in het bijzonder.
Eindtermen:
1. Vakinhoud
1.1 De bachelor heeft kennis van en inzicht in fundamentele begrippen en theorieën uit de pedagogische en aangrenzende wetenschappen.
1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen.
1.3 De bachelor heeft kennis van modellen van diagnostiek, assessment en behandeling en interventie.
1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld.
- Professioneel gedrag
4.2 Is in staat om met begeleiding kennis van het vakgebied te verdiepen en verbreden.
4.4 Kan reflecteren op ethisch verantwoord wetenschappelijk en pedagogisch handelen van zichzelf en anderen.
Rooster
Onderwijsvorm
Hoorcolleges.
De cursus bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat vooral over opvoeding in multicultureel en cross-cultureel perspectief en het tweede deel over cultuur en opvoeding in de Nederlandse context, waarbij ook onderwerpen als meertaligheid, onderwijs, diagnostiek en hulpverlening aan bod komen.
Toetsing (onder voorbehoud van wijzigingen)
Het vak wordt getoetst door middel van twee deeltoetsen. Deeltoets A is een schriftelijk tentamen met multiple choice vragen, deeltoets B een schriftelijk tentamen met een combinatie van multiple choice vragen en open vragen. Voor elk van de twee deeltoetsen moet tenminste een 5 zijn behaald. Het eindcijfer is het gemiddelde van de cijfers voor deeltoets A en B en dient tenminste een 6 te zijn (waarbij het eindcijfer 5,50 wordt afgerond naar een 6). Haalt men ook bij de herkansing gemiddeld geen 6, dan vervalt een eventueel deelresultaat en begint men het jaar daarna weer in de aanvangssituatie.
Blackboard
Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur (onder voorbehoud van wijziging)
Deel 1 (november/december 2014):
- Gardiner, H. W., & Kosmitzki, C. (2011). Lives across cultures: Cross-cultural human development 5th Edition. Boston: Allyn & Bacon.
ISBN-10: 0-205-84174-0, ISBN-13: 978-0-205-84174-5
Deel 2 (januari 2015):
Eldering, L. (2011). Cultuur en opvoeding (6e editie). Rotterdam: Lemniscaat
ISBN-13: 978-90-477-04164Aanvullende literatuur wordt t.z.t. via Blackboard bekend gemaakt.
Aanmelden
Onderwijs
Het is verplicht om je voor ALLE hoorcolleges en werkgroepen apart in te schrijven via uSis. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan onderwijs. Op de website over vakinschrijving vind je de inschrijfperiodes en verdere informatie over de procedure.
Tentamens
Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan het tentamen. Meer informatie vind je in de Tentamenregeling FSW.
Contact
Coördinator van het vak is prof. dr. R. van der Veer.