Toegangseisen
Het college is toegankelijk voor bachelorstudenten moderne talen (Nederlands, Dutch Studies e.a.) en Geschiedenis. Dit jaar worden met name studenten Kunstgeschiedenis van harte uitgenodigd aan dit college deel te nemen.
Beschrijving
In dit jaarlijks vernieuwende college sluiten we aan bij de grote belangstelling die er in de 21ste eeuw opnieuw is ontstaan voor de Nederlandse Renaissanceliteratuur. Het blijkt dat de Gouden Eeuw van Rubens en Rembrandt literaire teksten heeft voortgebracht die ons nu nog steeds kunnen overtuigen, ontroeren of in verwarring brengen. Vanuit actuele invalshoeken (intertekstualiteit, genderaspecten, new historicism, career strategies en selffashioning) bestuderen we een jaarlijks wisselende reeks kernteksten, waarbij we telkens een ander theoretisch uitgangspunt nemen.
Dit jaar richten we ons op twee deelgebieden. In de eerste colleges bestuderen we een aantal toneelstukken die behoren tot het internationale circuit van theaterteksten die op grond van hun populariteit door heel Europa circuleerden en telkens in andere landstalen werden bewerkt. We begeven ons hiermee op het zeer recente internationale onderzoeksgebied van de transnational mobilities in early modern theater.
In het tweede gedeelte bestuderen we een aantal zeventiende-eeuwse beschrijvingen van beroemde Amsterdamse gebouwen zoals het Stadhuis op de Dam, die in de zeventiende eeuw grote verwondering bij het publiek hebben opgeroepen. We analyseren fragmenten en vragen ons af wat de retorische doelstellingen waren van dergelijke teksten. Met dit onderdeel begeven we ons op het actuele onderzoeksgebied van translations of the sublime.
In de individuele presentaties en werkstukken stellen de deelnemers zelf actuele vragen aan het vroegmoderne materiaal – een toneeltekst of een beschrijving van een gebouw – waarbij ze zich richten op een brede academische doelgroep en aantrekkelijk leren presenteren en schrijven voor de lezers van nu.
Leerdoelen
Studenten verdiepen hun kennis van de Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis in internationale context en hun inzicht in de hedendaagse wetenschappelijke theorievorming. Bovendien ontwikkelen ze de vaardigheid om enthousiasmerend te spreken en te schrijven over literatuur. Zo doen studenten ervaring op, waardoor ze met vertrouwen kunnen beginnen of verder werken aan hun BA-scriptie.
Rooster
Zie het rooster van de opleiding Nederlandse taal en cultuur
Onderwijsvorm
Werkcollege
Zelfstandige literatuurstudie
Studielast
140 uur
26 uur college (13 × 2)
39 uur voorbereiding van de colleges (3 u p.w.)
75 uur onderzoek en schrijven werkstuk
Toetsing
*Actieve deelname aan het college (30%) – Studenten leveren wekelijks een leesverslag in van drie pagina’s, waarin ze de bestudeerde theorie toepassen op de literaire teksten. Tijdens college discussiëren ze hierover met elkaar en met de docent.
Presentatie (10%)
Werkstuk (60%)
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de drie deelcijfers, waarbij een deelcijfer niet lager mag zijn dan een 5,5.
Herkansing
Wie voor het werkstuk een onvoldoende haalt, krijgt een eenmalige mogelijkheid tot herschrijven. Aan het eventueel herschrijven gaat een gesprek met de docent vooraf.
Als het eindcijfer na de herkansing nog altijd onvoldoende is, moet het hele college in het daaropvolgende jaar opnieuw worden gevolgd en beide tentamens opnieuw afgelegd.
Blackboard
Via Blackboard worden studenten op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontvangen ze cursusmateriaal en specifieke informatie. Studenten kunnen via Blackboard communiceren en leveren daar op een forum hun wekelijkse leesverslagen in.
Literatuur
Handboeken die geraadpleegd moeten worden:
Karel Porteman en Mieke B. Smits-Veldt, Een nieuw vaderland voor de muzen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1560-1700. Amsterdam, 2008.
Robert Henke and Eric Nicholson (eds.), Transnational Exchange in Early Modern Theatre. Aldershot, Hampshire: Ashgate, 2008.
Eric Nicholson and Robert Henke (eds.), Transnational Mobilities in Early Modern Theatre. Aldershot, Hampshire: Ashgate, 2014.
Caroline van Eck, Stijn Bussels, Maarten Delbeke and Jürgen Pieters (eds.), Translations of the Sublime. Leiden: Brill, 2012 (Intersections).
De volledige literatuurlijst wordt ruim voor aanvang van de cursus op blackboard geplaatst.
Aanmelden
Aanmelden als student via uSis
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Aanmelden voor Studeren à la carte
Aanmelden voor Contractonderwijs
Contact
Voor inhoudelijke vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Dr. Olga van Marion, Opleiding Nederlandse taal en cultuur (Eyckhof 1, kamer 202c), tel. 071-5272128
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur/Neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071 5272 2604. Het e-mail adres is: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.
Opmerkingen
Deze cursus kan gevolgd worden als onderdeel van de minor Europa in de Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd.