Toegangseisen
Propedeusecollege Oude Geschiedenis behaald.
Er is geen taaleis voor dit college: (enige) kennis van de antieke brontalen is een voordeel, maar geen vereiste.
Beschrijving
Is de studie van inscripties uit de antieke wereld saai? Stenen met onleesbare teksten over wetten en magistraten… en je moet er nog Grieks en Latijn voor kennen ook. Allemaal onwaar! Antieke inscripties zijn verre van saai: het zijn allemaal inscripties qua vorm, maar wat betreft de inhoud is het een fantastisch rijk en divers materiaal, van pornografische graffiti via boosaardige vervloekingen en vrome wijdingen aan de goden tot, inderdaad wetsteksten en brieven van de keizer. En van Schotland tot Arabië. Een groot en groeiend deel van deze teksten is in vertaling beschikbaar, toegankelijk voor iedereen.
We zullen in dit college kennis maken met de epigrafiek: de studie van de antieke inscripties, een vakgebied met een zeer technisch karakter, niet altijd even toegankelijk voor de buitenstaander. Dankzij on-line databases kunnen we echter steeds beter over de schouder van de epigraaf meekijken. Maar bovenal gaan we veel verschillende inscripties lezen: en dan horen we de stem van de antieke mensen zelf.
Grieken en Romeinen waren gewoon aan allerlei teksten de permanente vorm van een inscriptie te verlenen. Gelukkig maar: we hebben honderdduizenden van die teksten over en er worden er dagelijks nieuwe bij gevonden: een enorm, levend stenen archief. Louis Robert, de grootste epigraaf van de vorige eeuw, noemde inscripties “de bron van de eeuwige jeugd” van het vakgebied van de oude geschiedenis. Als de bestudering van de oude geschiedenis ergens dynamiek aan ontleent, dan is het wel aan de studie van inscripties. Menig onderwerp is niet te bestuderen zonder inscripties bij het onderzoek te betrekken. Dus behalve leuk en leerzaam, is de studie van de antieke inscripties ook werkelijk onmisbaar voor wie ook maar een serieuze interesse heeft in de wereld van de oudheid.
Leerdoelen
Leerdoelen, algemeen
De student:
- Kan de technieken toepassen die nodig zijn voor het bestuderen van primair bronnenmateriaal
- Onderkent de relatie tussen de bruikbaarheid, materialiteit, ontstaans- en bewaarsgeschiedenis van primair bronnenmateriaal
Leerdoelen, specifiek voor dit hulpvak
De student:
- heeft begrip van de technische kanten van de epigrafiek zodat men in staat is het werk van de epigraaf kritisch te volgen.
- heeft een globaal overzicht van het epigrafisch bronnenmateriaal met de bijbehorende heuristiek.
- is geconfronteerd met specifieke voorbeelden van antiek bronnenmateriaal.
- kan gebruik maken van een epigrafische bron om een historisch vraagstuk te ontleden.
Rooster
Onderwijsvorm
Werkcollege
Studielast
Totale studielast : 5 EC x 28 uur = 140 uur.
College (14×2 uur): 28 uur,
8 opdrachten: 48 uur
Afsluitend essay: 64 uur
Toetsing
Alle leerdoelen van het hulpvak worden getoetst in de volgende toetsonderdelen:
8 wekelijkse opdrachten (uitgezonderd de eerste drie en de laatste twee weken)
Afsluitend essay van ca. 3000 woorden
Weging
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers:
Wekelijkse opdrachten (50%) – iedere opdracht telt even zwaar
Essay (50%)
Herkansing
Herkansing is mogelijk door het maken van vervangende opdrachten en/of het schrijven van een nieuw essay.
Blackboard
Blackboard gebruikt voor mededelingen.
Cursusmateriaal wordt beschikbaar gesteld via www.epigrapy.eu
Literatuur
Themanummer Epigrafiek, Hermeneus) 55 (3) (1983) 137-256, on-line beschikbaar op www.epigrapy.eu
Kennisname van John Bodel, ed., Epigraphic evidence. Ancient history from inscriptions (London: Routledge 2001) wordt aanbevolen.
Aanmelden
Via uSis
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
n.v.t.
Contact
Opmerkingen
geen