Prospectus

nl en

Dutch Literature in International Perspective: Speculative Literature and Post-Apocalyps

Course
2017-2018

Toegangseisen

Geen. Wel wordt bekend verondersteld: Jan Rock e.a. (red.) Literatuur in de wereld. Vantilt, Nijmegen 2013, p 7-97.

Beschrijving

Fictie en verhalen bieden ons nieuwe, soms onverwachte inzichten in individu en gemeenschap; Maar dat doet literatuur niet altijd door een directe kopie te maken van de bestaande samenleving: science fiction of speculatieve literatuur, bijvoorbeeld, verhaalt over werelden die verschillen van de onze maar geeft een inzicht in sociale thema’s en politieke dilemma's die wel direct betrokken zijn op onze eigen situatie.

In deze cursus bestuderen we een selectie van speculatieve verhalen uit de Nederlandse literatuur van de 20ste en 21ste eeuw en stellen we ons de vraag hoe deze literatuur (a) elementen van (internationale) sciencefiction en speculatieve literatuur verwerkt en (b) met behulp van deze elementen reflecteert op een (internationaal) maatschappelijke thema’s en dilemma’s.

Tijdens de eerste helft van de cursus (voor de breekweek) bestuderen we de geschiedenis van de speculatieve literatuur, waarbij we de thematiek van de postapocalyps als specifieke casus nemen. Naast grondteksten die als uitgangspunt dienden voor het genre van de post-apocalyptische, speculatieve verhaal (het Gilgamesj epos en selecties uit het Oude en het Nieuwe Testament), genretheorie over science fiction (o.a. Jameson) en fragmenten uit internationale romans (Forster, Ballard, Atwood), maken we een gedetailleerde analyse van vier romans: Louis Couperus, Babel (1901), Belcampo, Het grote gebeuren (1959), Peter Verhelst, Tongkat (1999) en Hanna Bervoets, Alles wat er was (2013).

In de tweede helft van de cursus (na de breekweek) van de cursus gaan we op basis van een gezamenlijke selectie van enkele novellen of verhalen dieper in op deze thematiek en stellen we ons de vraag hoe Nederlandstalige auteurs van speculatieve literatuur zoals Verhelst, Bervoets of Belcampo en anderen inzicht geven in internationale sociale thema’s uit hun eigen tijd door middel van speculatieve fictie over een post-apocalyptische tijd.

Leerdoelen

Aan het eind van de cursus is de student:

  • (a) vertrouwd met het genre, de geschiedenis en de literatuurtheorie over science fiction. Dit wil zeggen dat de student

  • (b) een eerste historisch overzicht heeft van de geschiedenis van science fiction literatuur en speculatieve fictie,

  • (c) zelf in staat is het verschil uit te leggen tussen deze twee genres en

  • (d) deze historische kennis en conceptueel inzicht kan aanwenden om verhalen van Nederlandse auteurs in context van het genre te plaatsen

  • (e) goed vertrouwd met een selectie aan Nederlandse auteurs die elementen uit het genre van de science fiction of de speculatieve literatuur hebben verwerkt in hun verhalen.

  • (f) in staat is deze elementen zelfstandig in een roman of verhaal traceren en

  • (g) dit inzicht kan inzetten voor het maken van een literaire analyse waarbij dergelijke speculatieve elementen begrepen worden als een manier om te reflecteren op maatschappelijke thematieken van de eigen tijd.

Rooster

Zie Rooster BA Nederlands

Onderwijsvorm

Werkcollege en zelfstandige literatuurstudie

Studielast

Totale studielast bedraagt 140 uur:

  • 26 uur werkgroep

  • 50 uur zelfstudie ter voorbereiding op werkgroep

  • 32 uur werkstuk

  • 30 uur voorbereiden tentamen

  • 2 uur tentamen

Toetsing

Toetsing

  • Tussentijds tentamen (30%)
    Tijdens de breekweek vind een tussentijds tentamen plaats. Het tentamen is open boek en bestaat uit enkele essayvragen.

  • Presentatie (30%)
    Na de breekweek wordt een meer actieve inbreng van de studenten verwacht door middel van een presentatie. De student geeft een presentatie van een Nederlands verhaal of roman waarin elementen van speculatieve fictie verwerkt zitten en laat zien hoe deze elementen ingezet worden in de roman om een maatschappelijke (internationale) thematiek aan te kaarten.

  • Eindpaper (40%)
    De cursus wordt afgesloten met een eindpaper die gebaseerd is op de presentatie en de feedback na afloop van de presentatie. De omvang van het eindpaper bedraagt 3500 woorden.

Weging

Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde tussen de toetsen, waarbij voor alle onderdelen het cijfer minstens een 5,5 moet zijn.

Herkansing

Zowel het schriftelijke werkstuk alsmede het schriftelijke tentamen mogen worden herkanst.

Nabespreking tentamen

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • Cursusprogramma

  • Opdrachten

  • Literatuur

Literatuur

  • Louis Couperus, Babel (1901),

  • Belcampo, Het grote gebeuren (1959)

  • Peter Verhelst, Tongkat (1999)

  • Hanna Bervoets, Alles wat er was (2013)

Aanmelden

Eerstejaars studenten worden aan het begin van het jaar in werkgroepen ingedeeld.

Voor reguliere hogerejaars bachelor- en masterstudenten geldt dat zij verplicht zijn zich tijdig in te schrijven via uSis voor de hoorcolleges en de werkgroepen.
Algemene informatie over uSis is te vinden op Nederlands en English

Voor alle andere studenten geldt dat de inschrijving verloopt via de studiecoördinator

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), oa. over kosten, inschrijving en voorwaarden.

Contact

Voor inhoudelijke vragen kan je terecht bij Dr. Bram Ieven

Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur/neerlandistiek.
Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071-527 2144. mail: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.