Toegangseisen
Gelijk aan toegangseisen BA Kunstgeschiedenis.
Beschrijving
Goed en vooral analytisch en kritisch kijken is een noodzakelijke academische vaardigheid voor de kunsthistoricus. Voor het op wetenschappelijke wijze verslag doen van een visuele analyse is het van belang de terminologie goed te kunnen toepassen, inzicht te hebben in de verschillende aspecten van ordening in een kunstwerk, en kennis te hebben van soorten composities, licht, kleur, vorm, materialen, technieken, etc. Er worden zowel twee- als driedimensionale objecten beschreven.
Leerdoelen
Studenten verwerven vaardigheid in het visueel analyseren van artefacten, nodig bij het doen van wetenschappelijk kunsthistorisch onderzoek.
Studenten verwerven kennis van en ontwikkelen inzicht in enkele specifieke aspecten van de geschiedenis van de kunstproductie in het Westerse cultuurgebied.
Studenten verwerven basiskennis van het begrippenapparaat dat gehanteerd wordt bij het analyseren en beschrijven van de formele kenmerken van artefacten (compositie, kleurgebruik, etc.).
Studenten verkrijgen inzicht in de technische en materiële kenmerken van kunstwerken en leren deze te onderkennen en te benoemen (schildertechnieken en -materialen, druktechnieken, beeldhouwtechnieken, bouwmaterialen, constructietechnieken, etc.).
Studenten leren een korte rapportage op te stellen (maximaal 3×750 woorden) bevattende de wetenschappelijke visuele analyse van een artefact (gebouw, schilderij en object uit kunstnijverheid of design).
Rooster
Voor het definitieve rooster zie de roosterpagina Kunstgeschiedenis van de opleiding.
Onderwijsvorm
Werkcollege
Excursies
Er is bij werkcolleges aanwezigheidsplicht. Verzuim door omstandigheden dient vooraf te worden gemeld, met opgaaf van redenen. Bovendien geldt dat deze cursus niet succesvol kan worden afgesloten wanneer de student meer dan 2x afwezig is geweest. Bij in gebreke blijven kan de toegang tot het college verder worden ontzegd. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal de Examencommissie de mogelijkheid van een aanvullende of vervangende opdracht overwegen. Zie ook de Onderwijs en Examen Regeling.
Studielast
Totale studielast voor de cursus: 5 ects (140 uur)
12 uur: Hoor-/werkcollege (2 uur p.w. x 6 weken)
20 uur: Voorbereiding 1 schriftelijke tentamen (110 pp literatuur : 5 pp per uur)
02 uur: Tentamen
26 uur: Halve dag excursies (7x)
80 uur: Voorbereiden en schrijven van 3 beeldanalyses
—-
140 uur
Toetsing
1 klein schriftelijke tentamen (25%) met korte open (invul-)vragen.
3 beeldanalyses (3 × 25%) van 750 woorden elk. .
Compensatie: Het gewogen gemiddelde van de (deel-) toetsen moet minimaal een 6,0 (= voldoende) zijn. Alle beeldanalyses dienen eveneens te worden afgesloten met een 6 (= voldoende). Het is mogelijk om het schriftelijk tentamen te compenseren met de cijfers van de beeldanalyses.
Herkansing: Alle toetsen waarvoor een onvoldoende is behaald, kunnen worden herkanst. Alle herkansingen zullen – voor zover van toepassing - op hetzelfde moment plaats vinden, na de laatste (deel-)toets.
Nabespreking tentamen: Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt.
Blackboard
Blackboard wordt gebruikt voor het ter beschikking stellen van studiemateriaal (zoals rooster, instructie analyses, PowerPoint-presentaties van colleges) en mededelingen van docent.
Literatuur
- Enkele hoofdstukken uit: Helen Westgeest, et al (red.), Kunsttechnieken in historisch perspectief, Turnhout: Brepols, 2011 of 2012.
Aanmelden
Via uSis (geldt niet voor eerstejaars propedeuse studenten Kunstgeschiedenis, welke groep voor dit werkcollege automatisch is aangemeld).
Contact
Opmerkingen
Let op: dit vak is een aanvullende eis bij het bindend studie advies (BSA) van de bachelor-opleiding Kunstgeschiedenis. Het betekent dat dit vak gehaald moet zijn om in aanmerking tekomen voor een positief BSA. Zie het opleidingsspecifieke deel van de Onderwijs en Examen Regeling.