Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving
In de bachelor hebt u kennisgemaakt met het materiële strafrecht. Daarbij is de nadruk gelegd op bestudering van algemene leerstukken (het Algemeen Deel). U hebt met betrekking tot de strafbaarstellingen (het Bijzonder Deel) onder andere geleerd hoe ze kunnen worden geordend en gecategoriseerd. Voor het overige zijn de strafbaarstellingen vooral gebruikt om daarbinnen algemene leerstukken te vinden, te omschrijven en vervolgens die algemene leerstukken aan de hand van een concrete casus toe te passen. Aan de strafbaarstellingen is geen bijzondere aandacht besteed. Voor een goed begrip van het materiële strafrecht volstaat de bestudering van de algemene leerstukken echter niet. Inzicht in de betekenis en de toepassing van bijzondere delicten is voor een vollediger begrip van de rijkdom en complexiteit van het materiële strafrecht gewenst. Tijdens het vak Bijzondere delicten staat bestudering van verschillende delicten centraal. Gekozen is voor een selectie van delicten die niet alleen in de rechtspraktijk in de belangstelling staan, maar die ook op het niveau van de materieelrechtelijke dogmatiek en theorie van belang zijn. Tijdens het onderwijs worden deze delicten centraal gesteld, waarbij in bijzonder aandacht wordt geschonken aan voor die delicten relevante rechtspraak, in het bijzonder die van de Hoge Raad. Ook wordt de eventuele internationale herkomst van de te bestuderen bijzondere delicten besproken. Ook relevante rechtspraak van internationale gerechten komt aan bod. De kennis die tijdens het vak materieel strafrecht over deze leerstukken is opgedaan, wordt bij u als bekend verondersteld.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Dit vak beoogt een verdieping en een verbreding te geven van de reeds in de bachelor opgedane kennis van het materiële strafrecht door een aantal strafbaarstellingen aan een grondige studie te onderwerpen.
Een opsomming van de leerdoelen:
U verkrijgt aan de hand van rechterlijke uitspraken, parlementaire stukken en andere bronnen kennis van en inzicht in enkele bijzondere delicten in het Wetboek van Strafrecht;
U kunt deze bijzondere delicten plaatsen in de structuur van het Wetboek van Strafrecht en u kunt deze plaats kritisch beoordelen;
U kunt de belangrijkste juridische vraagstukken met betrekking tot deze bijzondere delicten benoemen en beschrijven aan de hand van de te bestuderen literatuur en jurisprudentie;
U kunt rechtspraak (van de Hoge Raad) over bijzondere delicten nauwgezet bestuderen en eventuele verschillen daartussen benoemen en waarderen, mede in het icht van parlementaire stukken en literatuur;
U kunt in een schriftelijk betoog reflecteren op de rechtspraak (van de Hoge Raad) over de door hem gegeven antwoorden op de gesignaleerde belangrijkste juridische vraagstukken;
U kunt de invloed van internationale regelgeving (verdragen, richtlijnen en dergelijke) op de te bestuderen bijzondere delicten herkennen en beschrijven;
U kunt de invloed van jurisprudentie van internationale gerechten (in het bijzonder het Europees Hof voor de Rehten van de Mens) en de invloed daarop op de rechtspraak van de Hoge Raad op te bestuderen bijzondere delicten herkennen en beschrijven;
U kunt de rechtspraak van de Hoge Raad waarderen in het licht van rechtspraak van internationale gerechten (in het bijzonder het Europees Hof voor de Rechten van de Mens).
Rooster
Zie de opleidingspagina op de website.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 5
Naam docent: prof. mr. J.M. ten Voorde
Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur. Zie syllabus.
Werkcolleges
Aantal à 2 uur: 5
Naam docent: prof. mr. J.M. ten Voorde
Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur en vooral de jurisprudentie. Zie syllabus.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Schriftelijk tentamen met open vragen (75% van het eindcijfer)
Schrijven van een annotatie (een wetenschappelijk commentaar bij een nader te bepalen rechterlijke uitspraak betreffende één van de onderwerpen van het vak) (25% van het eindcijfer)
De annotatie is een verplicht onderdeel van het tentamen. Indien een onvoldoende voor het tentamen wordt behaald, dient bij het hertentamen een nieuwe annotatie bij een andere rechterlijke uitspraak te worden geschreven.
Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER) voor zover dit vak onderdeel uitmaakt van het verplicht curriculum van de opleiding (d.w.z. geen vrije keuzevak). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen. Raadpleeg hiervoor het OIC.
Inleverprocedures
De annotatie wordt ingeleverd via blackboard. Zie syllabus.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, de reader en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en werkgroepen.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
- J. de Hullu, Materieel strafrecht, Deventer: Kluwer (laatste druk)
Reader:
- Reader met teksten
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis..
Contact
Vakcoördinator: prof. mr. J.M. ten Voorde
Werkadres: Steenschuur 25
Bereikbaarheid: op afspraak
Telefoon: 071 – 527 8928
E-mail: j.m.ten.voorde@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Strafrecht & criminologie
Afdeling: Straf- en strafprocesrecht
Kamernummer secretariaat: B3.11
Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 tot 17.00 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 (mr. W. Bonis)
E-mail: w.bonis@law.leidenuniv.nl
Opmerkingen
Het vak gaat uit van zelfstudie, verdieping en verbreding van bestaande kennis, grondige bestudering van en reflectie op enkele strafbaarstellingen in het Bijzonder Deel.