Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
Beginnende studenten die direct van het VWO komen, hebben meestal nog geen duidelijke voorstelling van het beroep of het type functie waarvoor zij opgeleid worden. In Praktijkoriëntatie maken ze actief kennis met het beroep van (academisch) pedagoog, waarbij zoveel mogelijk beroepsaspecten aan bod komen. Zoals de verhouding tussen bureauwerk en begeleiding van kinderen en volwassenen; tussen onderzoek en toepassing; tussen individueel werk en teamwerk; tussen praten en schrijven et cetera. Studenten dienen zelf een instelling te zoeken waar de praktijkoriëntatie kan worden uitgevoerd; de opleiding biedt daarvoor enkele ingangen, maar studenten kunnen ook gebruik maken van hun eigen netwerk. Voorbeelden van soorten instellingen zijn: preventieve voorzieningen, jeugdhulpaanbieders, bestuursorganen, gemeenten, opleidingsinstellingen, scholen voor speciaal onderwijs, pedagogische privé-praktijken etcetera).
De procedures die in het vak gevolgd moeten worden staan beschreven op Blackboard en worden toegelicht tijdens het Tutoraat.
Leerdoelen
- Een eerste inzicht verwerven in het beroep van pedagoog of onderwijskundige binnen een specifieke instelling uit het werkveld.
- Een beeld krijgen van hoe de theorie uit de opleiding wordt toegepast in de praktijk.
- Een visie op het eigen toekomstige beroepsmatig functioneren ontwikkelen aan de hand van een kritische reflectie op de eerste praktijkervaringen.
Rooster
Voor dit onderdeel wordt geen vast rooster gehanteerd. Studenten maken op individuele basis afspraken over aanwezigheid met de instelling.
Onderwijsvorm
Concrete oriëntatie binnen een instelling uit het pedagogisch of onderwijskundig veld. Studenten lopen ongeveer 56 uur/14 dagdelen mee met een academisch opgeleid pedagoog of onderwijskundige. Deze pedagoog wordt ook geïnterviewd om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van zijn/haar werkzaamheden.
Toetsing
Studenten schrijven een verslag van hun praktijkoriëntatie. De richtlijnen voor dit verslag zijn beschreven op Blackboard. De instelling bekijkt of het verslag geen fouten of privacygevoelige informatie bevat en geeft een ‘gezien en akkoord-verklaring’ af, waarvan het origineel bij het verslag moet worden gevoegd. Studenten leveren het verslag in bij de coördinator, die het verslag beoordeelt met een ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Een ‘onvoldoende’ beoordeling kan eenmalig worden herkanst door (een deel van) het verslag op basis van feedback te herschrijven.
Let op: Praktijkoriëntatie is een verplicht onderdeel van het eerste jaar. Als het verslag na de eerste (en eventueel tweede) inlevergelegenheid niet met een voldoende is beoordeeld, moet het vak in het volgende collegejaar in zijn geheel opnieuw worden gevolgd.
Blackboard
Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Voor dit onderdeel wordt geen specifieke literatuur voorgeschreven. Het is wel mogelijk dat tijdens de stage enkele artikelen die betrekking hebben op de werkzaamheden die worden verricht, moeten worden bestudeerd. Bij de beschrijving van de verworven ervaringen en inzichten in het verslag, verwijst de student expliciet naar in het eerste studiejaar reeds bestudeerde wetenschappelijke literatuur.
LET OP: Voor dit vak hoef je je niet inteschrijven in uSis.
Contact
Coördinator van het vak is Drs. Ingrid Ligtermoet