Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie OER).
Beschrijving
Het practicum is een onderwijsvorm waarbij de zelfwerkzaamheid van de studenten centraal staat. Verschillende rechtsvragen worden uitgediept door het schrijven van zes schriftelijke opdrachten en het deelnemen aan discussies over de verschillende onderwerpen. Dat gebeurt in werkgroepen van circa 12 studenten.
De onderwerpen worden geselecteerd op grond van relevantie voor de arbeidsrechtpraktijk en actualiteit.
Het practicum is gericht op het aanleren van voor de praktijk noodzakelijke vaardigheden. Van de studenten wordt verwacht dat zij in staat zijn een juridisch probleem te analyseren en dit aan de hand van relevante literatuur en jurisprudentie op te lossen door middel van een begrijpelijk en goed opgebouwd origineel betoog. De vorm van het te produceren stuk varieert, en dus ook de invalshoek bij het schrijven.
Het practicum lijkt op het in het tweede semester gegeven privatissimum. Een verschil is dat in het practicum de schrijfvaardigheid meer accent krijgt, terwijl in het privatissimum onderzoekvaardigheden een belangrijker rol spelen. Een ander verschil is dat bij het practicum alle studenten dezelfde (maar van week tot week nogal variërende) onderwerpen uitdiepen, terwijl in het privatissimum per werkgroep één specifiek arbeidsrechtelijk thema centraal staat; het privatissimum is in zoverre een keuzevak.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Doel van het vak is het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schrijf- en onderzoeksvaardigheden, met daarbij een accent op het eerste. Daarnaast dragen de verschillende door u te maken opdrachten bij aan verdieping van uw kennis van en inzicht in het arbeidsrecht. Het gaat hier in het bijzonder om het zelfstandig kunnen:
onderkennen en verwoorden van problemen en (rechts)vragen;
verrichten van onderzoek naar en selecteren van kernbronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak), nationaal zowel als internationaal;
toepassen van het aan verschillende – fysieke en digitale – bronnen ontleende materiaal op vragen die zich in de rechtspraktijk en rechtswetenschap aandienen;
vormen van een eigen, beredeneerd oordeel over rechtsvragen;
op gestructureerde wijze doen van schriftelijk verslag van de onderzoeksresultaten met verantwoording van de hierbij gebruikte rechtsbronnen;
inleven in verschillende schrijfrollen en schrijfdoelen.
Na afronding van het vak heeft de student de volgende kwalificaties verworven:
U kunt zich in korte tijd diverse onderwerpen eigen maken en uitwerken in een verdiepende opdracht;
U kunt ten behoeve van de analyse en de oplossing van vraagstukken zelfstandig informatie verzamelen en selecteren;
Bij de analyse van vraagstukken kunt u diverse bronnen raadplegen en kritisch interpreteren om op deze wijze een gefundeerde mening te geven over, dan wel originele en creatieve juridische oplossingen aan te dragen voor de (onderzoeks)vragen;
U kunt grondbeginselen van het arbeidsovereenkomstenrecht en aanpalende terreinen in onderlinge samenhang toepassen op complexe casuïstiek en abstracte vraagstukken;
U kunt vraagstelling, onderzoek, conclusies en bronvermelding presenteren in een helder en gestructureerd beknopt, schriftelijk betoog dat voldoet aan de eisen van het juridisch-wetenschappelijk onderzoek;
U bent in staat om constructief deel te nemen aan discussies over de verschillende onderwerpen.
Rooster
Beschikbaar via de website.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
1 openingscollege (2 uur)
Mogelijk: extra ondersteunende colleges
Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht, met een beperkte uitzonderingsmogelijkheid (zie de Leidraad die voor aanvang van het vak op Brightspace wordt gepubliceerd).
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 8
Namen docenten: prof. mr. B. Barentsen, prof. mr. G.C. Boot, dr. J.H. Bennars, dr. M.Y.H.G. Erkens en mr. A.G. van Marwijk Kooy
Vereiste voorbereiding door studenten: het wekelijks maken en inleveren van opdrachten waarvoor eigen jurisprudentie- en literatuurstudie vereist is.
Aanwezigheid tijdens de werkgroepen is verplicht, met een beperkte uitzonderingsmogelijkheid (zie de Leidraad die voor aanvang van het vak op Brightspace wordt gepubliceerd)
Toetsing
Toetsvorm(en)
Zes schriftelijke opdrachten(praktische oefeningen).
De afzonderlijke opdrachten tellen ieder gelijkelijk mee bij de bepaling van het eindcijfer (ieder voor één zesde deel).
Compensatie van een of meer onvoldoende deelcijfers met andere voldoende deelcijfers is mogelijk.
Als het eindcijfer in het vak onvoldoende is kan 1 opdracht worden herkanst; dat kan ook een niet-ingeleverde opdracht (die met een 1 werd gehonoreerd) betreffen. Het nieuwe cijfer telt, ook als dat lager is dan het oorspronkelijke cijfer.
NB voldoende deelcijfers komen te vervallen aan het einde van het studiejaar indien het vak dan nog niet is behaald. Het vak wordt éénmaal per studiejaar gegeven en kan niet in het lopende studiejaar worden herkanst.
Peer-review kan van de toetsing deel uitmaken.
Inleverprocedures
Wekelijks op de bijeenkomst en via Brightspace.
Examenstof
Er is geen apart tentamen, anders dan genoemde opdrachten.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandse publicaties, Deventer: Kluwer (meest recente versie)
Verder materiaal wordt via Brightspace bekendgemaakt.
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis.
Contact
Vakcoördinator: mr. dr. J.H. Bennaars
Werkadres: KOG
Bereikbaarheid: ma, di, do, vr
Telefoon: 071 – 5 27 2389/7713
E-mail: sociaalrecht@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Publiekrecht
Afdeling: Sociaal recht
Kamernummer secretariaat: KOG, B1.11
Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.30- 12.30 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 5 27 7713
E-mail: sociaalrecht@law.leidenuniv.nl