Dutch Language and Culture
.
.
Eindtermen van de opleiding
Programma
Specialisaties
Een ieder die met succes de masteropleiding Nederlandse taal en cultuur heeft afgerond, beschikt over:
ruime kennis van en inzicht in de inhoud van het vakgebied en in de kernbegrippen, het apparaat, de onderzoeksmethoden en -technieken en de ontwikkeling van één van de specialisaties van de neerlandistiek: de Nederlandse taalkunde, de Nederlandse oudere letterkunde, de Nederlandse moderne letterkunde of de taalbeheersing.
kennis van en inzicht in de speciale positie van de neerlandistiek als discipline waarbinnen de studie van de moedertaal in al haar facetten hier in Nederland ter hand wordt genomen. Daarnaast ook kennis van en inzicht in de interdisciplinaire positie van de Nederlandse taalkunde, de Nederlandse oudere en moderne letterkunde of de taalbeheersing.
Deze beknopte eindtermen kennen een gedetailleerde beschrijving per specialisatie (zie hieronder).
Zie ook: .
Na het afronden van de eenjarige masteropleiding Nederlandse taal en cultuur kunnen studenten die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs, de lerarenopleiding bij het ICLON gaan doen (een jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid verwerven. Voor meer informatie over de lerarenopleiding, zie www.iclon.leidenuniv.nl. Bovendien kunnen Masters Nederlandse taal en cultuur afhankelijk van hun resultaten toegang krijgen tot het promotietraject.
De masteropleiding kent een omvang van 1 jaar (60 ec). Alle cursussen hebben een omvang van 10 ec. De studenten kunnen zich richten op één van de vier hierboven genoemde speciali¬saties. Naast de 20 ec voor de masterscriptie zijn 40 ec bedoeld voor cursorisch onderwijs. Binnen die 40 ec kiezen de studenten twee specialisatiewerkgroepen van elk 10 ec binnen de opleiding. De eerste specialisatiewerkgroep valt in het eerste semester, de tweede in het tweede semester. In dit tweede semester schrijven de studenten ook hun scriptie. Daarnaast kiezen zij een onderdeel van 10 ec dat aansluit bij de speci¬alisatie, hetzij binnen de opleiding, hetzij buiten de opleiding, in Leiden of elders; ook een wetenschappelijke stage of studieopdracht zijn mogelijk, op voorwaarde dat het studieonderdeel aansluit bij de specialisatie (dit ter beoordeling van de examencom¬missie). Tot slot heeft elke student 10 ec vrije keuzeruimte, eventueel te splitsen in 2 × 5 ec, waarvan de invulling eveneens moet worden goedgekeurd door de examencommissie.
Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 60 ec hebben behaald en als onderdeel van het programma hun masterscriptie voldoende hebben afgerond. De masterscriptie is het bewijs dat de student in staat is een zelfstandig onderzoek uit te voeren en op adequate wijze daarvan verslag te doen. De scriptie heeft een omvang van 20 ec (maximaal 17.000 woorden) en is van niveau 600. Uit de scriptie blijken duidelijk:
de verworven kennis en inzichten in het onderwerp
kennis van de heuristiek
vermogen tot kritische reflectie
een formulering en uitwerking van de probleemstelling op het vereiste niveau
een adequate schriftelijke presentatie van het onderzoek.
Voor het afronden van de studie moeten alle onderdelen, inclusief de scriptie, met een voldoende zijn afgesloten. De regeling van de masterscriptie is te vinden op www.hum.leidenuniv.nl/studenten/reglementen.
De specialisaties zijn:
Taalkunde
Oudere Letterkunde
Moderne Letterkunde
Taalbeheersing.
Ook Journalistiek en Nieuwe Media valt formeel onder de MA Nederlandse taal en cultuur. Met ingang van 1-09-2012 zal deze specialisatie onder Media Studies gaan vallen.