Studiegids

nl en

Neerlandistiek

Binnen de Master Neerlandistiek bestaan formeel vijf afstudeerrichtingen:

Moderne Nederlandse Letterkunde
Oudere Nederlandse Letterkunde
Taalbeheersing van het Nederlands
Nederlandse Taalkunde
Nederlandkunde

Binnen deze vijf afstudeerrichtingen zijn acht specialisatiethema’s ontwikkeld die als aantrekkelijk kant-en-klaarpakket worden aangeboden. Het gaat het om:

Argumentatietheorie en retorica (zie bij Taalbeheersing van het Nederlands)
De andere taalgeschiedenis (zie bij Nederlandse Taalkunde)
De sturende kracht van taal (zie bij Taalbeheersing van het Nederlands of Nederlandse Taalkunde)
Intertekstualiteit (zie bij Oudere Nederlandse Letterkunde of Moderne Nederlandse Letterkunde)
Middelnederlandse tekstcultuur (zie bij Oudere Nederlandse Letterkunde)
Het Politieke Debat: Geschiedenis en Retorica (zie bij Taalbeheersing van het Nederlands)
(Post)koloniale literatuur ( zie bij Moderne Nederlandse Letterkunde)

Hieronder vind je het aanbod van alle mastercolleges die de opleiding dit studiejaar verzorgt. Klik voor de meer specifieke invulling van specialisatiethema’s op een of meer van de hierboven gegeven links.

Alle MA-curssussen binnen de MA Neerlandistiek

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Nederlandse Migrantenauteurs in Azië 10
Pragmatiek en grammatica: de sturende kracht van taal 10
Didactiek van het Nederlands als tweede taal 10
Het politieke debat 10
Retorisch vuurwerk in politiek Den Haag 10
Strategische presentatie van argumentatie 10
Allegorie in de Nederlandse literatuur van ca. 1300 tot 1800 10
Onderzoeksgroep Nederlands als Tweede Taal 10
Brieven als buit: gekaapte brieven als toegang tot ‘gewone taal’ 10
Intertekstualiteit in de poëzie van M. Nijhoff 10

Tweede semester

Mediëvisme en oriëntalisme bij Louis Couperus 10
Vertaalwetenschap 10
Historische sociolinguïstiek: terug naar de bronnen 10.00
De veelzijdige Arnon Grunberg 10
Argumentatieve en retorische praktijken 10
Construction grammar and evolutionary linguistics 10

Meer info

Eindtermen van de opleiding
Programma
Specialisaties

Eindtermen van de opleiding

Een ieder die met succes de masteropleiding Neerlandistiek heeft afgerond, beschikt over:

  • ruime kennis van en inzicht in de inhoud van het vakgebied en in de kernbegrippen, het apparaat, de onderzoeksmethoden en -technieken en de ontwikkeling van één van de specialisaties van de neerlandistiek: de Nederlandse taalkunde, de Nederlandse oudere letterkunde, de Nederlandse moderne letterkunde of de taalbeheersing.

  • kennis van en inzicht in de speciale positie van de neerlandistiek als discipline waarbinnen de studie van de moedertaal in al haar facetten hier in Nederland ter hand wordt genomen. Daarnaast ook kennis van en inzicht in de interdisciplinaire positie van de Nederlandse taalkunde, de Nederlandse oudere en moderne letterkunde of de taalbeheersing.

Deze beknopte eindtermen kennen een gedetailleerde beschrijving per specialisatie (zie hieronder).

Zie ook: .

Na het afronden van de eenjarige masteropleiding Neerlandistiek kunnen studenten die tevens beschikken over een bachelordiploma Nederlandse taal en cultuur en die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs, de lerarenopleiding bij het ICLON gaan doen (een jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid verwerven. Voor meer informatie over de lerarenopleiding, zie www.iclon.leidenuniv.nl. Bovendien kunnen Masters Nederlandse taal en cultuur afhankelijk van hun resultaten toegang krijgen tot het promotietraject.

Het programma

Opzet

De masteropleiding kent een omvang van 1 jaar (60 ec). Alle cursussen hebben een omvang van 10 ec. De studenten kunnen zich richten op één van de vier hierboven genoemde speciali¬saties. Naast de 20 ec voor de masterscriptie zijn 40 ec bedoeld voor cursorisch onderwijs. Binnen die 40 ec kiezen de studenten twee specialisatiewerkgroepen van elk 10 ec binnen de opleiding. De eerste specialisatiewerkgroep valt in het eerste semester, de tweede in het tweede semester. In dit tweede semester schrijven de studenten ook hun scriptie. Daarnaast kiezen zij een onderdeel van 10 ec dat aansluit bij de specialisatie, hetzij binnen de opleiding, hetzij buiten de opleiding, in Leiden of elders; ook een wetenschappelijke stage of studieopdracht zijn mogelijk, op voorwaarde dat het studieonderdeel aansluit bij de specialisatie (dit ter beoordeling van de examencommissie). Tot slot heeft elke student 10 ec vrije keuzeruimte, eventueel te splitsen in 2 × 5 ec, waarvan de invulling eveneens moet worden goedgekeurd door de examencommissie.

Masterscriptie en afstudeereisen

Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 60 ec hebben behaald en als onderdeel van het programma hun masterscriptie voldoende hebben afgerond. De masterscriptie is het bewijs dat de student in staat is een zelfstandig onderzoek uit te voeren en op adequate wijze daarvan verslag te doen. De scriptie heeft een omvang van 20 ec (maximaal 17.000 woorden) en is van niveau 600. Uit de scriptie blijken duidelijk:

  • de verworven kennis en inzichten in het onderwerp

  • kennis van de heuristiek

  • vermogen tot kritische reflectie

  • een formulering en uitwerking van de probleemstelling op het vereiste niveau

  • een adequate schriftelijke presentatie van het onderzoek.

Voor het afronden van de studie moeten alle onderdelen, inclusief de scriptie, met een voldoende zijn afgesloten. De regeling van de masterscriptie is te vinden op www.hum.leidenuniv.nl/studenten/reglementen.

Specialisaties

De specialisaties zijn:

  • Nederlandse Taalkunde

  • Oudere Nederlandse Letterkunde

  • Moderne Nederlandse Letterkunde

  • Taalbeheersing van het Nederlands

  • Nederlandkunde