Meer info
Eindtermen van de opleiding
Bindend Studieadvies
Het programma
Keuzeruimte
Voltijd en deeltijd
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Aansluitende programma’s
2017-2018
Eindtermen van de opleiding
Bachelors Engelse taal en cultuur beschikken onder andere over:
Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt, gerangschikt volgens de indeling in het accreditatiekader van de NVAO (‘Dublin-descriptoren’):
a) Kennis en inzicht: zij beschikken over kennis van en inzicht in de Anglistiek (c.q. Amerikanistiek), d.w.z. kennis van (a) de systematiek en de globale historische ontwikkeling van de Engelse taal, van (b) de ontwikkeling van de Engelstalige letterkunde in historisch-cultureel perspectief, en © een actieve (schrijven, spreken) beheersing van de Engelse taal op CEFR-niveau C1 en een passieve (lezen, luisteren) beheersing van de Engelse taal op CEFR-niveau C2;
b) Toepassen kennis en inzicht: zij zijn in staat om aan de hand van de opgedane kennis en de verworven inzichten correct, beargumenteerd en kritisch verslag te doen in woord en geschrift van de stand van zaken betreffende onderwerpen binnen (één of meer) deelgebieden van de Anglistiek en uit deze bevindingen verantwoorde conclusies te trekken;
Oordeelsvorming: zij zijn in staat om voor (één of meer) deelgebieden van de Anglistiek relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren aan de hand van de bestudeerde vakliteratuur en het toepassen van gangbare methoden en begrippen van het vakgebied met het doel zich een oordeel te vormen over het door hen bestudeerde onderwerp.
c) Communicatie: zij zijn in staat om mondeling zowel als schriftelijk informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek dat bestaat uit specialisten of niet-specialisten.
d) Leervaardigheden zij beschikken over een zodanige kennis en zodanige vaardigheden met betrekking tot het vakgebied van de Anglistiek dat zij in staat geacht kunnen worden deze in de uitoefening van maatschappelijke betrekkingen waarvoor een wetenschappelijke opleiding in de Anglistiek nodig is of dienstig kan zijn, toe te passen.
Voorts beschikt de bachelorstudent aan het eind van de drie-jarige opleiding over op zijn specialisatieterrein nader toegespitste vaardigheden en kennis. Zie ook: student.universiteitleiden.nl/reglementen.
Bindend studieadvies (BSA)
Voor meer informatie over de BSA-regeling en het bijbehorende studiebegeleidingsplan, zie: www.studenten.universiteitleiden.nl/BSA.
Let op: het vak Language Acquisition 2 is een aanvullende eis op het BSA.
Het programma
De opleiding Engelse taal en cultuur kent vier vakgebieden, te weten: Filologie (Philology), Letterkunde (Literature), Taalkunde (Linguistics) en Taalvaardigheid (Language Acquisition).
Eerste jaar: propedeuse
Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat alleen uit onderdelen van het hoofdvak waarin plaats is voor vakken uit alle vier hierboven genoemde vakgebieden.
Heeft men nog niet aan alle eisen voor de propedeuse voldaan, dan hanteren sommige secties voorwaarden waaraan moet worden voldaan, alvorens men in het tweede jaar verder kan gaan met vakken behorend bij die secties.
Tevens nemen alle voltijdstudenten deel aan het verplichte mentoraat.
Alle eerstejaarsstudenten krijgen een docentmentor en één à twee studentmentor(en) toegewezen. De docentmentor is een staflid die de student ook als docent heeft voor één van de werkgroepen. De studentmentoren zijn ouderejaarsstudenten uit het bachelor- of masterprogramma.
De mentorgroep is identiek aan de werkgroep. Er zijn in het eerste semester twee-wekelijkse bijeenkomsten van één uur die zijn opgenomen in het rooster. Het doel van de mentorbijeenkomsten is studenten de mogelijkheid te bieden op informele wijze vragen te stellen over allerhande zaken die met de studie en het studeren samenhangen. Ook is het mogelijk om een individuele afspraak te maken met de mentor. De studentmentoren kunnen eerstejaars behulpzaam zijn door hun eigen ervaringen te delen. Ook kunnen zij de eerstejaars de weg wijzen in de Universiteit en de stad. Daarnaast is er uiteraard tijd om samen sociale activiteiten te plannen zodat je elkaar ook buiten de opleiding beter leert kennen. Gekoppeld aan het mentoraat zijn drie bijeenkomsten georganiseerd door het Expertisecentrum Academische Vaardigheden, een introductiecursus verzorgd door de Universiteitsbibliotheek en een voorlichting verzorgd door de Loopbaanservice. Ook deze zijn verplicht.
Studenten die in januari een negatief tussentijds bindend studieadvies krijgen volgen in het tweede semester verplicht een cursus verzorgd door het EAV, gericht op het verbeteren van de studievaardigheden. Zij krijgen voorafgaand aan het tweede semester meer informatie van de studiecoördinator.
Tweede jaar
Ook beide semesters van het tweede jaar zijn gevuld met verplichte hoofdvakonderdelen uit alle vier de vakgebieden en volgen studenten twee sectie-overstijgende cultuurgerichte cursussen. Binnen de sectie Literature kan er zowel in het eerste als in het tweede semester worden gekozen uit Amerikaanse of Britse literatuur. In het tweede semester kan men bij Philology kiezen uit één van beide aangeboden specialisaties. De student moet zijn keuze vóór het begin van het semester kenbaar maken. Dit gebeurt via het Studieplan en via inschrijving in uSis.
Daarnaast wordt in het tweede jaar tezamen met studenten van andere opleidingen Geesteswetenschappen de vakken Inleiding Literatuurwetenschap en Philosophy of Science (Wetenschapsfilosofie) gevolgd.
Derde jaar
In het derde jaar kan de student zich specialiseren in één of twee van de vakken (totaal 10 ec) die door de verschillende secties worden aangeboden. Daarnaast volgen alle studenten nog verplicht Language Acquisition in beide semesters. Het bacheloreindwerkstuk wordt in het tweede semester geschreven, gecombineerd met een verplicht scriptieseminar.
Ten slotte heeft de student in zijn derde jaar een Keuzeruimte van 30 ec.
Aanwezigheidsplicht
Er geldt een aanwezigheidsplicht bij alle vakken. Bij afwezigheid van maximaal drie werkgroepen wordt de student uitgesloten van het deelnemen aan het tentamen (of de resterende deeltoetsen) en het hertentamen. Dit betekent geen eindcijfer voor het vak en de cursus kan in het betreffende collegejaar niet worden afgerond. Als ongeoorloofde afwezigheid kan ook gelden het niet voorbereid zijn en/of het niet meebrengen van het cursusmateriaal voor de betreffende week naar de werkgroep.
Studenten die meer dan twee keer afwezig zijn geweest dienen contact op te nemen met de studiecoördinator . Als er naar haar oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, kan in de toekomst eventueel van de regel om maximaal drie bijeenkomsten te mogen missen worden afgeweken. De studiecoördinator neemt haar besluit in overleg met de docent(en) en de examencommissie en maakt de uitkomst kenbaar aan de student en de betrokken docent(en). Let op: ook studenten die met geldige reden afwezig zijn geweest kan toegang tot de werkgroep worden ontzegd indien het naar alle waarschijnlijkheid niet meer mogelijk is om de cursus succesvol af te ronden. Dat kan zijn doordat belangrijke deadlines zijn gemist, dat kan ook zijn dat er simpelweg teveel bijeenkomsten zijn gemist.
Vrijstellingen
Het is mogelijk om bij de examencommissie een vrijstelling aan te vragen voor een cursus op basis van een eerder afgeronde equivalente cursus, met één uitzondering: er worden géén vrijstellingen gegeven voor Language Acquisition vakken.
Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 ec (15 ec per semester). Voor meer informatie over de mogelijkheden voor invulling van deze keuzeruimte zie student.universiteitleiden.nl/fgw/keuzeruimte.
Voltijd en deeltijd
Het Bachelorprogramma Engelse taal en cultuur is in voltijd en deeltijd te volgen. De beschrijving van het deeltijdprogramma kunt u ook vinden in deze e-studiegids.
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Men is gerechtigd het bachelordiploma in ontvangst te nemen als alle onderdelen van het studieprogramma (180 ec) met een voldoende zijn afgesloten en het BA-eindwerkstuk als voldoende is beoordeeld.
Het BA-eindwerkstuk is een werkstuk van 10 ec. Het BA-eindwerkstuk wordt geschreven aansluitend op een tweede- of derdejaarscursus (in ieder geval géén inleidende cursus). De student dient voor het begin van het semester waarin de scriptie wordt geschreven twee mogelijke uitgewerkte onderwerpen in bij de examencommissie. De examencommissie wijst een begeleider aan op basis van één van beide onderwerpen. De student schrijft daarna onder begeleiding een scriptievoorstel, welke wordt voorgelegd aan de examencommissie. Aan de hand van het scriptieaanvraagformulier beoordeelt de examencommissie het voorstel en wijst deze een tweede lezer toe. Daarnaast is er een verplicht scriptieseminar. Voor meer informatie, zie de cursusbeschrijving in het derde jaar.
De regeling van het BA-eindwerkstuk is te vinden op: student.universiteitleiden.nl/reglementen.
Aansluitende programma’s
Een afgeronde bacheloropleiding Engelse taal en cultuur geeft rechtstreeks toegang tot de eenjarige masteropleiding Linguistics, track English Language and Linguistics of de eenjarige masteropleiding Literary Studies, track English Language and Culture. Studenten die de bachelor Engelse taal en cultuur en de minor Vertalen hebben afgerond hebben direct toegang tot de eenjarige masteropleiding Linguistics, track Translation in Theory and Practice, maar dienen wel een verzoek tot toelating te doen.
Studenten kunnen, afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding, bijvoorbeeld ‘Literary Studies’ of ‘Linguistics’. Ook kunnen studenten een toelatingsverzoek doen voor een andere, aanverwante masteropleiding zoals bijvoorbeeld de master ‘Media Studies’, track Book and Digital Media Studies of ‘Linguistics’, track Language and Communication of de master 'North American Studies’.
Na het afronden van de eenjarige masteropleiding English Literature and Culture of English Language and Linguistics kunnen studenten die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs de educatieve master bij het ICLON gaan doen (een jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid verwerven. Als je binnen je bachelor de educatieve minor volgt (alleen toegankelijk als je eerste én tweede jaar succesvol hebt afgerond) en je reeds je masterdiploma hebt behaald, dan kun je met een verkort traject de lerarenopleiding volgen (30 ec in plaats van 60 ec).
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie www.mastersinleiden.nl.