Keuzeruimte
Sommige opleidingen hebben enkel een keuzeruimte van 15 studiepunten. In deze ruimte kunnen vakken van een minor gevolgd worden. Er zit een opbouw van niveau in een minor dus je kunt niet zomaar vakken kiezen. Elke minor biedt daarom ook een pakket van 15 studiepunten aan, de helft van de complete minor. Meer informatie hierover vind je in de e-Studiegids.
Op deze manier 15 studiepunten aan keuzeruimte invullen staat echter niet gelijk aan het volgen van een minor en mag ook niet zo genoemd worden.
Het staat je natuurlijk vrij om meer studiepunten te halen dan de verplichte 180 studiepunten die voor een bacheloropleiding staan, dat wil zeggen dat je wel een 30 studiepunten tellende minor kunt volgen als je bereid bent 15 studiepunten meer te halen dan je nodig hebt.
Meer informatie over de keuzeruimte en een persoonlijke invulling hiervan vind je op de pagina over Keuzeruimte.
Meer info
Minor: voor Leidse studenten geen toestemming examencommissie vereist
Omvang: 30 ects
Bedoeld voor: studenten uit alle disciplines
Maximum aantal deelnemers: 60
Voertaal: Nederlands
Voor meer informatie: Keuzeruimte
Informatie: Dhr. M. (Marnix) van der Gun
Coördinator: Dhr. Dr. L.J. (Jeroen) Touwen
Aanmelding: via uSis
Verantwoordelijke examencommissie: Geschiedenis
De Minor Internationaal en Intercultureel Management
In een open economie als die van Nederland krijgt iedere onderneming te maken met buitenlandse concurrenten of buitenlandse partners. Als managers niet zelf naar het buitenland gaan, komt het buitenland wel naar hun toe. Niet alleen bedrijven maar ook overheidsinstellingen moeten steeds vaker over de grens kijken. Veel zaken die van cruciaal belang zijn, zoals de zorg voor het milieu of het bijsturen van financiële markten, kunnen niet meer alleen door de nationale overheden worden geregeld. Daarnaast zijn er non-profit organisaties, zoals Greenpeace of Novib, die ook internationaal opereren. In alle drie de bovenstaande gevallen worden problemen niet door individuele managers opgelost, maar vindt overleg en besluitvorming in toenemende mate plaats in internationale teams.
Bij al deze activiteiten is vakkennis nodig, kennis van bedrijfskunde, economie en recht. Maar in de steeds verder globaliserende werksfeer komen productie, handel, verdragen of dienstverlening niet van de grond als men elkaar niet goed ‘verstaat’. Engels en vakkennis zijn daarvoor niet toereikend. Men moet inzicht hebben in de cultuur van de andere samenleving om onderhandelingstechnieken, werkwijze, gedragingen en gevoeligheden van de gesprekspartners te begrijpen.
Recent wetenschappelijk onderzoek biedt allerlei tastbare inzichten voor intercultureel management. Internationalisering biedt veel kansen, mits bedrijven en organisaties de juiste competenties in huis hebben. Onderzoek wijst uit dat communicatieve vaardigheden, de beheersing van de andere taal en vooral interesse in de andere cultuur, alsmede het goed kunnen inschatten van specifieke kenmerken daarvan, meer dan vakkennis de belangrijkste oorzaak zijn van het slagen of falen van activiteiten in het buitenland. Fouten bij onderhandelingen die te wijten zijn aan cultuurproblemen, blijken het Amerikaanse bedrijfsleven ruim twee miljard dollar per jaar te kosten. Bovendien wijst onderzoek uit dat ongeveer een derde van de managers die naar het buitenland wordt gezonden, voortijdig terugkeren omdat ze niet goed functioneren. Ook is aangetoond dat de belangrijkste oorzaak voor het falen van vele internationale samenwerkingsverbanden eveneens vooral te wijten is aan interculturele problemen. Interessant is ten slotte om te zien dat van teams waarvan de leden bestaan uit mensen met diverse culturele achtergronden deze teams deels lager, maar deels ook hoger scoren dan teams waarvan de achtergrond van de leden cultureel homogeen is. De oorzaak hiervoor is dat als er geen aandacht wordt besteed aan de cultuurverschillen in de teams vaker dan gemiddeld conflicten ontstaan. Het tegenovergestelde is ook waar: als culturele verschillen wel herkend worden en bespreekbaar worden gemaakt, is culturele diversiteit juist een oorzaak van beter functioneren en levert het dus ook concurrentievoordeel op voor de betreffende organisatie.
Deze bovengenoemde groeiende behoefte aan de toepassing van cultuurkennis in combinatie met een breed basisbegrip van wereldeconomie, organisatiekunde en management is dan ook de bestaansgrond van de minor Internationaal en Intercultureel Management.