Toegangseisen
Propedeuse Geesteswetenschappen
Beschrijving
Bijna elke week schuift er in een van de praatprogramma’s op de Nederlandse televisie wel een auteur aan. Door populaire media als televisie en internet, is het het bereik van de literair auteur paradoxaal genoeg zowel kleiner als groter geworden. Kleiner, omdat steeds minder mensen literatuur lezen of er überhaupt belang en status aan toekennen. Groter, omdat de schrijver zelf in verschillende media naar voren wordt geschoven: als celebrity, als curiosum, als cultuurdrager, als politiek en maatschappelijk commentator, en vaak alle vier tegelijk.
Schrijvers prijzen in de media hun nieuwste boek aan, worden gelauwerd wanneer er een publiekprijs valt uit te reiken én praten mee als het om actuele discussies gaat. Wat betekent het dat Griet op de Beeck in De Wereld Draait Door de meest persoonlijke bekentenissen doet? En wat betekent het dat auteurs hun meningen en waarden niet alleen in fictie, maar ook op Twitter verkondigen? En is dat anders dan het effect van de radio in het vooroorlogse veld? Schrijven en denken zijn deel gaan uitmaken van een publieke performance en zijn niet gespeend van theatraliteit. Hoe die ontwikkeling is geweest en welke middelen en media daarbij ingezet werden, komt aan de orde in dit college.
We positioneren ons in deze cursus onder andere binnen het terrein van de literatuursociologie en de mediatheorie. Publieke media als kranten, radio, televisie en nu vooral sociale media spelen een cruciale rol in de steeds veranderende verhouding tussen auteurs en de wereld. Hoe zetten auteurs die media in om zichzelf en hun oeuvre te presenteren en profileren, en hoe creeren ze de 'oprechtheid' die tegenwoordig zo van belang is voor een auteur? Van welke genres en mediavormen bedien(d)en schrijvers zich? Auteurs nemen hun toevlucht tot uiteenlopende media: van fysiek protest tot imaginaire verhalen, van columns tot gedichten, van online-media tot complexe romans. Ze brengen daarbij hun verbeeldingskracht en retorisch talent in stelling, maar ook hun roem. Ze gebruiken hun tekst, maar ook hun individuele, sociale, culturele, nationale en etnische context.
We bestuderen in dit college verschillende benaderingen van waaruit we op een wetenschappelijke manier vragen kunnen stellen over auteurs en de verschillende media. Zo kijken we naar de rol van schrijvers als publieke intellectuelen (Heynders). De oppositie tussen autonomie en engagement blijkt sterk veranderd in het veranderede media-veld van de 21ste eeuw.
We onderzoeken concrete casussen aan de hand van de posture-analyse (Meizoz). We analyseren en problematiseren met die theorie de blik waarmee ‘populaire’ media een beeld van de schrijver en literatuur opwerpen. We vragen ons af of de rol van de schrijver is te combineren met de rol van celebrity en of dat in bijvoorbeeld de negentiende eeuw ook al mogelijk was. We zullen televisie-optredens, boekomslagen, coverfoto’s, auteurswebsites, twitterfeeds en kranteninterviews analyseren, maar we gebruiken voor het wetenschappelijk onderzoek ook gedichten, essays en een enkele roman.
Studenten sluiten het vak af met een paper, waarin ze een zelfgekozen casus analyseren.
Leerdoelen
Na deze cursus kan de student:
kennis van de beginselen en concepten van de theorie over auteurschap en literatuursociologie en media-theorie reproduceren;
deze concepten toepassen op literaire teksten en –auteursperformances in verschillende media;
de verschillende benaderingen in recent auteursonderzoek herkennen en vergelijken.
op een heldere manier reflecteren op wat het betekent om wetenschappelijke analyse te bedrijven en verschillende methoden en benaderingen met elkaar vergelijken;
de rol van intellectuelen in de publieke ruimte schetsen, en het gebruik van media daarbij analyseren
mondeling en schriftelijk rapporteren over de verworven letterkundige inzichten;
een klein wetenschappelijk onderzoek opzetten naar de auteur of naar media in het literaire veld.
de onderzoeksresultaten van een klein onderzoek naar de rol van de auteur in relatie tot media populariseren en presenteren.
Rooster
Kijk op MyTimetable.
Onderwijsvorm
- Werkcollege
Toetsing en weging
Toetsing
Tweewekelijkse leesverslagen AVV
Tweewekelijkse opdrachten: 30%
Individueel referaat: 20%
Werkstuk: 50 %
Weging
Gemiddeld moet de student een 5,5 behalen, waarbij het werkstuk met minimaal een 5,5 afgesloten moet zijn.
Herkansing:
Alleen het werkstuk kan worden herkanst.
Inzage en nabespreking
Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.
Literatuurlijst
Er wordt vooral secundaire literatuur gelezen, die we gaan toepassen op eigen casussen. De titels worden bekend gemaakt via Blackboard. We lezen onder andere (delen uit):
Odile Heynders, Writers as public intellectuals, Palgrave, 2015.
Meizoz, Jérôme. Modern Posterities of Posture. Jean Jacques Rousseau. 2010.
Sander Bax, De literatuur draait door, Prometheus, 2019.
Thomas Vaessens, De revanche van de roman. Literatuur, autoriteit en engagement, Vantilt, Nijmegen, 2009.
Jeroen Dera, Sprekend kritiek: literatuurprogramma’s in de vroege jaren van de Nederlandse radio en televisie. dissertatie RUN, 2017
Yasco Horman, 'Literature after Radio: Tuning into Ivo Michiels’s Alfa Cyclus'. in: Journal of Dutch Literature (2011) Volume 2/1, pp. 81-98.
Inschrijven
Inschrijven via uSis is verplicht.
Algemene informatie over uSis vind je op de website
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), o.a. over kosten, inschrijving en voorwaarden.
Contact
Voor inhoudelijke vragen over deze cursus kun je contact opnemen met de docent.
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur/neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie Reuvensplaats
Opmerkingen
n.v.t.