Studiegids

nl en

ILS - Grondwet in perspectief

Vak
2021-2022

Toegangseisen

Bachelor rechtsgeleerdheid (zie OER)

Beschrijving

In het vak Grondwet in perspectief wordt de Nederlandse Grondwet in rechtsfilosofisch perspectief geplaatst. Het vak vormt daarmee een eerste introductie in de rechtsfilosofie – van reflectie op het positieve recht – op masterniveau. Daarbij wordt uitdrukkelijk het recht de iure constituendo bestudeerd, hoe het zou moeten zijn. Het gaat om het ontwikkelen van onderbouwde normatieve stellingnamen over het positieve recht, in dit geval de Grondwet. Daarbij is er nadrukkelijk aandacht voor de interactie tussen verschillende rechtsgebieden: hoe werken grondwettelijke normen door in bijvoorbeeld het privaat- en het strafrecht (denk aan de verhouding tussen art. 8 Gw en het privaatrechtelijke verenigingsverbod in art. 2:20 BW)? Ook wordt de internationaalrechtelijke dimensie nadrukkelijk in de discussie betrokken. De Grondwet kan niet meer in isolement bestudeerd worden: hoe worden bijvoorbeeld grondwettelijke normen nader ingekleurd door verdragsrecht, met name door het EVRM en het IVBPR?

Steeds is een concreet artikel uit de Grondwet het startpunt voor een rechtsfilosofische discussie, waarbij ook de interactie tussen de grondwettelijke norm en het relevante rechtsgebied wordt bekeken. De verenigingsvrijheid (art. 8 Gw) leidt tot een fundamentele discussie over de grenzen van politieke meningsvorming in een democratische rechtsstaat, maar ook over de privaatrechtelijke regeling van verenigingsvrijheid (Grondwet en privaatrecht). Het artikel dat de vrijheid van godsdienst beschermt (art. 6 Gw) roept de vraag wat ‘godsdienst’ precies is – en zou moeten zijn –, maar ook in hoeverre het artikel van toepassing is op nieuwe vormen van religie (Grondwet en staatsrecht).

Het onderwijs is bovendien gekoppeld aan het (actuele) onderzoek van de verschillende docenten van de secties Encyclopedie en Rechtsfilosofie: de docenten vertellen over ‘hun’ Grondwetsartikel, waar ze vanuit hun eigen rechtsfilosofische onderzoek kanttekeningen bij plaatsen.

In een academische omgeving gaan onderzoek en onderwijs samen. In het vak wordt daarom tevens aandacht besteed aan de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden op masterniveau. Deelnemers aan het vak worden begeleid in het opstellen van een goed afgebakende onderzoeksvraag en het opzetten van een uitvoerbaar onderzoeksplan.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Het vak beoogt studenten een introductie te geven in de rechtsfilosofie op masterniveau, met bijzondere aandacht voor de interactie tussen verschillende rechtsgebieden en –systemen bekeken vanuit de Nederlandse Grondwet. Daarnaast beoogt het vak studenten vertrouwd te maken met het verrichten van wetenschappelijk juridisch onderzoek. Studenten verkrijgen de vaardigheid een goed afgebakende onderzoeksvraag op te stellen en een uitvoerbaar onderzoeksplan op te zetten. In het vervolg van de masteropleiding wordt op deze vaardigheden voortgebouwd.

Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:

  • De student heeft kennis van de rechtsfilosofische achtergronden van een aantal cruciale onderdelen van de Nederlandse Grondwet.

  • De student heeft kennis van de interactie tussen verschillende rechtsgebieden en internationaalrechtelijke normen.

  • De student kan de Grondwet in een breder, internationaalrechtelijk perspectief plaatsen.

  • De student kan een goed onderbouwd standpunt innemen in discussies (over herziening van) de huidige Grondwet.

  • De student is geoefend in de rechtsfilosofische methode: in de normatieve reflectie op het geldende recht.

  • De student kan een goed afgebakende onderzoeksvraag opstellen en een onderzoeksplan opzetten om deze vraag te beantwoorden.

  • De student kan op constructieve wijze feedback geven op de onderzoeksopzet en papers van medestudenten.

  • De student is in staat een coherent betoog te schrijven waarin hij/zij een standpunt verdedigt over een concreet Grondwetsartikel.

  • De student kan zelfstandig reflecteren op zijn/haar leerproces door feedback van docenten op opdrachten.

Rooster

Zie de opleidingspagina van de website.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: Mr. dr. Arie-Jan Kwak; mr. dr. Bastiaan Rijpkema; prof. dr. Afshin Ellian; prof. dr. Andreas Kinneging e.a.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: het bestuderen van het voor het hoorcollege voorgeschreven materiaal.

Het eerste hoorcollege is een overzichtscollege; in de daaropvolgende hoorcolleges staat steeds een specifiek Grondwetsartikel centraal en worden de daarbij relevante rechtsgebieden, internationale normen en rechtsfilosofische vraagstukken besproken.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 3

  • Namen docenten: Mr. dr. Arie-Jan Kwak; mr. dr. Bastiaan Rijpkema

  • Vereiste voorbereiding door studenten: De werkgroepen staan in het teken van de schrijfopdrachten. In de eerste werkgroep wordt een algemene introductie gegeven op de schrijfopdracht en wordt ingegaan op de op voorhand ingeleverde onderzoeksvraag. Tijdens deze eerste bijeenkomst komt iedereen aan de beurt om zijn vraagstelling en onderwerp toe te lichten. In de tweede werkgroep presenteren de studenten hun onderzoeksplan en bespreken we die plannen als groep. In de derde werkgroep, de laatste voor het inleveren van het paper, presenteren de studenten hun voorlopige bevindingen aan hun medestudenten en de docent. De docent en medestudenten voorzien de voorlopige bevindingen van opbouwende feedback.

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Schriftelijke opdracht: 50% van het eindcijfer (2000 woorden, exclusief voetnoten en literatuurlijst)

  • Schriftelijk tentamen: 50% van het eindcijfer

  • Deelname aan het onderwijs (hoorcolleges en werkgroepen) is verplicht; u mag in totaal één onderwijsbijeenkomst (hoorcollege of werkgroep) missen, bij een grotere afwezigheid is er geen toegang tot het tentamen/mogelijkheid tot het inleveren van de schriftelijke opdracht (uiteraard behoudens uitzonderlijke situaties).

Het eindcijfer bestaat uit de gecombineerde score van de schriftelijke opdracht (50%) en het schriftelijke tentamen (50%). Het vak is behaald als het eindcijfer voldoende is. Het vak kan worden herkanst als het eindcijfer onvoldoende is. De herkansing bestaat uit een integraal schriftelijk hertentamen en bepaalt voor 100% het eindcijfer. Indien het vak na afloop van het collegejaar niet met een voldoende is afgerond, verliezen resultaten voor de deeltoetsvormen (schriftelijke opdracht en/of schriftelijk tentamen) hun geldigheid en dient het vak in een nieuw studiejaar opnieuw te worden gevolgd.

Inleverprocedures
Digitaal via de Brightspace-omgeving van het vak.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal
De voorgeschreven studiestof wordt door middel van een literatuur- en jurisprudentielijst bekend gemaakt via Brightspace. Studenten worden geacht de voorgeschreven stof zelf via de bibliotheek of via digitale bronnen te verzamelen.

Aanmelden

De aanmelding voor hoorcolleges en werkgroepen verloopt via uSis. Met deze aanmelding heeft u tevens toegang tot de digitale leeromgeving van dit vak in Brightspace. Aanmelden kan tot 5 kalenderdagen voor de eerste onderwijsbijeenkomst.

De aanmelding voor (her)tentamens (alleen bij vakken waarbij er sprake is van een tentamen) verloopt ook via uSis. Met deze aanmelding heeft u ook toegang tot de digitale leeromgeving van dit vak in Brightspace. Aanmelden kan tot 10 kalenderdagen voor het tentamen.

Contact

Instituut/afdeling

  • Instituut: Metajuridica

  • Afdeling: Encyclopedie en Filosofie van het recht

  • Kamernummer secretariaat: KOG, kamer A3.19

  • Openingstijden: maandag t/m donderdag 9.00 - 16:30 uur, vrijdag 09.00 - 13.00 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 - 527 75 48

  • E-mail: encyclopedie@law.leidenuniv.nl