Studiegids

nl en

Hart- en Vaatziekten

Vak
2021-2022

Toegangseisen

Zie Ingangseisen Farmacie.

Beschrijving

Het thema Hart- en Vaatziekten is gericht op de farmaceutische zorgverlening aan mensen met cardiovasculaire aandoeningen en/of een verhoogd risico op dergelijke aandoeningen. Hart- en vaatziekten zijn in Nederland een veel voorkomende oorzaak van sterfte bij zowel vrouwen als mannen. Het is dus van belang dat je als apotheker de kwalitatief beste farmacotherapie kunt toepassen om het risico op hart- en vaatziekten te verlagen of om de aandoeningen optimaal te behandelen. De patiënten gebruiken deze geneesmiddelen vaak levenslang, en hebben een persoonlijke begeleiding nodig. In dit thema leer je over deze aandoeningen en bijbehorende farmacotherapeutische behandelingen en leer je hoe je een consult bij start van behandeling met een receptgeneesmiddel voert. In de eerste twee weken zijn er twee werkgroepen waarin je dit oefent om het te kunnen toepassen in je coschappen.

Leerdoelen

In dit thema leer je:

  • de pathofysiologie en behandeling uitleggen van hypertensie, hypercholesterolemie, anemie en cardiovasculaire aandoeningen, waaronder angina pectoris, chronisch hartfalen, perifeer vaatlijden en atriumfibrilleren;

  • de toepassing van primaire en secundaire profylaxe bij hart- en vaatziekten uitleggen;

  • het werkingsmechanisme, de effectiviteit en bijwerkingen van de belangrijkste geneesmiddelen uitleggen, waaronder bijvoorbeeld ACE-remmers, AT-II-antagonisten, calciumantagonisten, diuretica, cholesterolsyntheseremmers, trombocytenaggregatieremmers en anti-aritmica;

  • de nier- en leverfunctie en hun rol bij kinetiek, metabolisme en eliminatie van geneesmiddelen uitleggen;

  • de stollingscascade uitleggen en de manier waarop geneesmiddelen dit proces op verschillende aangrijpingspunten kunnen beïnvloeden;

  • de farmacotherapeutische behandelstappen bij bovengenoemde aandoeningen
    benoemen, ordenen op basis van patiëntkenmerken en dit, onder andere, wetenschappelijk onderbouwen;

  • de technieken en vaardigheden van consultvoeren over de start van een behandeling met een receptgeneesmiddel toepassen;

  • de belangrijkste begrippen van en factoren die van invloed zijn op de therapie(on)trouw beschrijven en te gebruiken bij medicatiebegeleiding;

  • de wijze van opslag en distributie van geneesmiddelen in de groothandel en in de openbare apotheek te beschrijven;

  • de gebruikelijke termen voor het meten van gezondheid en ziekte te benoemen en toe te passen met voorbeelden;

  • te benoemen hoe een evidence-based richtlijn tot stand komt en hoe je het gebruikt in de praktijk;

  • het belang van interprofessioneel communiceren beschrijven, aandachtspunten bij interprofessioneel communiceren te benoemen en toe te passen in de praktijk.

Rooster

Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.

Onderwijsvorm

De onderwijsvormen bestaan uit:
Hoorcolleges, responsiecolleges, werkgroepen, werkcolleges, zelfstudie, zelfstudieopdrachten, coschappen, praktijkreflectie.

Toetsing en weging

Het eindoordeel van het thema bestaat uit:

  1. 60% schriftelijke toetsing (maximaal 100 punten)
  2. 35% eindbeoordeling farmaceutisch coschap
  3. Aanwezigheid tijdens kleinschalig onderwijs (praktijkreflecties, werkgroepen en mentoraat) is verplicht. Aanwezigheid bij minimaal 80% van het kleinschalig onderwijs leidt tot 0,5 punt voor het eindoordeel van het thema.

Bij te laat inleveren van opdrachten dient een extra opdracht te worden gemaakt.

De schriftelijke toetsing, alsmede de eindbeoordeling van de praktijk, moeten beide met minimaal een voldoende (5,5 of hoger) beoordeeld zijn.

Literatuurlijst

Voor de volledige literatuurlijst, zie de kernboekenlijst Farmacie.

Inschrijven

Zie studentenwebsite.

Contact

Via farmacie.HVZ@lumc.nl

Opmerkingen