Toegangseisen
De student dient Westerse Beeldende Kunst en Architectuur - 2000 deel I a te hebben gevolgd of tegelijkertijd te volgen.
Beschrijving
Deel 1 b van de cursus Westerse beeldende kunst en architectuur is erop gericht de kennis die in het overzicht (deel 1 a) is gegeven te verdiepen. In dit college maak je dan ook kennis met de problematiek betreffende de bestudering van de architectuur en kunst van dit tijdvak. Bronnen zijn schaars, zeker in de vroege middeleeuwen, en gebouwen en kunstwerken lastig te dateren. In de cursus leer je de belangrijkste bronnen kennen en analyseren, maak je kennis met de begrippen iconografie en iconologie en leer je de belangrijkste handboeken daaromtrent kennen. Daarbij komen de belangrijkste iconografische trends binnen het gestelde tijdvak aan de orde. Verder worden de architectuur en kunst van deze periode behandeld vanuit het perspectief van de opdrachtgever, de beoogde beschouwer en de kunstenaar. Tot slot wordt duidelijk gemaakt dat westerse beeldende kunst en architectuur niet in een vacuüm ontstonden en kijken we naar de ‘ander’ binnen en buiten Europa.
Leerdoelen
Inzicht te verkrijgen in de problematiek aangaande de architectuur en kunst van de desbetreffende regio en periode.
Studenten maken kennis met de belangrijkste wetenschappelijke benaderingen en invalshoeken die de kunstgeschiedenis kent voor de interpretatie van kunstwerken uit dit tijdvak.
Studenten maken kennis met de belangrijkste bronteksten voor de bestudering van de periode voor 1600.
Studenten leren de belangrijke iconografische trends van het tijdvak kennen
Studenten maken kennis met het wereldbeeld voor 1600 en de wisselwerking tussen de verschillende culturen.
Studenten leren welke maatschapelijke groeperingen invloed hadden op het kunst- of bouwwerk.
Door middel van opdrachten en doe-het-zelf excursies leren studenten de opgedane kennis te hanteren.
Rooster
De roosters zijn beschikbaar via My Timetable.
Onderwijsvorm
Hoocollege, werkcollege, doe-het-zelf excursie.
Toetsing en weging
Toetsing
Twee korte papers
Een schriftelijke eindtoets
Weging
Twee korte papers: 40% (beide papers 20%)
Schriftelijke eindtoets: 60%
Herkansing
Zowel de papers als de schriftelijke eindtoets dienen te worden afgesloten met minimaal een 6,0 (= voldoende). De papers en de eindtoets kunnen bij een onvoldoende worden herkanst.
Inzage en nabespreking
Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.
Twee opdrachten van elk 20 % van het eindcijfer = 40 %. Bij een onvoldoende dient een opdracht te worden herkanst.
Schriftelijke eindtoets met open vragen over de gehele stof = 60 %. Deze toets kan worden herkanst.
Alle delen dienen met een voldoende te worden afgesloten.
Literatuurlijst
De literatuur wordt via Brightspace bekend gemaakt.
Inschrijven
Inschrijven via My Studymap (Login | Universiteit Leiden) is verplicht.
Algemene informatie over uSis vind je op de website
Contact
Voor inhoudelijke vragen, kun je terecht bij de docent die in de rechter informatiebalk vermeld staat.
Voor vragen over inschrijving en toelating, neem contact op met de studiecoördinator
Voor overige vragen, neem contact op met de onderwijsadministatie Arsenaal
Opmerkingen
N.v.t.