Studiegids

nl en

Ontwikkelingstraject moderne geneesmiddelen

Vak
2024-2025

Toegangseisen

Formeel gelden voor dit vak geen ingangseisen, Verondersteld wordt de kennis die aan bod is gekomen tijdens de gehele BSc periode die tot dan toe genoten is. Relatief groot deel van deze adequate kennis betreft het algemene geneesmiddeltraject (preklinisch t/m ‘Fase 1-3’ onderzoek) statistiek en basiskennis van (patho)fysiologie.

Beschrijving

In de cursus “Ontwikkelingstraject Moderne Geneesmiddelen” (OMG) worden de fundamentele aspecten van de “drug development“ tot “commercialisering“ van een geneesmiddel behandeld. Middels een soort van ‘simulatie’ wordt het gehele geneesmiddeltraject doorlopen.
Het vak bevat inhoudelijke colleges en lectures van diverse gastsprekers uit de farmaceutische industrie, onderzoeksinstituten, regulerende autoriteiten, het patentcentrum, etc. Daarnaast staat het ‘dossierwerk’ als grote groepsopdracht centraal (een groepsopdracht waarin wel op individueel niveau bepaalde componenten beoordeeld worden. Hierbij geldt dat studenten (die voor de gehele periode in groepen van 6-7 man worden ingedeeld) een geneesmiddeldossier krijgen toegewezen (met preklinische data van een werkelijk CHDR-dossier), en studenten voor dit specifiek geneesmiddel de klinische fasen doorlopen en dit fictief op de markt proberen te brengen. Dit onderdeel wordt begeleid door stafleden en externe deskundigen en moet uiteindelijk leiden tot een dossier met hierin de belangrijkste documenten uit de ‘geneesmiddelontwikkeling’.
Een belangrijk onderdeel in dit blok is ook farmacovigilentie (het ‘fase IV’ geneesmiddelonderzoek als het middel al op de markt aanwezig is) met daarin een grote rol voor farmacoepidemiologie (FEP). Dit onderdeel loopt eveneens als rode draad door het blok heen en hier komen de grondbeginselen van epidemiologisch onderzoek naar gebruik en effecten van geneesmiddelen aan bod. Onderdelen als inkadering van het vakgebied, studie designs, principes van bias & confounding, frequentie- en risicomaten en meta-analyses worden hierin behandeld, die ook weer gebruikt kunnen worden voor het dossier, maar in mindere mate dan de overige onderdelen. Vandaar dat het onderdeel FEP relatief uitvoerig wordt getoetst bij het schriftelijk tentamen (zie toetsing).

Leerdoelen

Hoofddoel van deze cursus is het kennen, begrijpen en toepassen van de verschillende aspecten die tijdens de ontwikkeling van een geneesmiddel van belang zijn. Naast het klassieke traject komen ook alternatieven en trends aan bod. Hieronder vallen b.v. orphan drugs, biologics and personalized medicines. Verder komen onder andere financiën, marketing, patenten en business development van geneesmiddelontwikkeling aan bod. Op basis van het hoofddoel van de cursus kunnen de volgende 12 concrete leerdoelen worden geformuleerd, in volgorde van ‘makkelijk’ leerniveau naar ‘complex’ leerniveau:
De student…

  1. kan uitleggen welke essentiële onderdelen belangrijk zijn voor preklinisch geneesmiddelonderzoek.
  2. kan uitleggen hoe communicatie met relevante externe partijen betrokken bij het geneesmiddel kunnen bijdragen aan de ontwikkeling hiervan.
  3. kan aangeven of en wanneer er sprake is van een vorm van intellectueel eigendom.
  4. kan in kwalitatieve en kwantitatieve vorm uitrekenen wat de toegevoegde waarde is van een bepaalde (geneesmiddel)behandeling.
  5. kan argumenten geven voor de keuze om specifieke biomarkers tijdens klinisch onderzoek te gebruiken.
  6. kan een risicoanalyse opstellen voor een geneesmiddel en deze analyse interpreteren.
  7. kan beoordelen of een opzet voor een geneesmiddelstudie voldoet aan ethische voorwaarden.
  8. kan beargumenteren of een onderzoek voldoet aan de eisen van quality assurance en voldoet aan de Nederlandse wet- en regelgeving.
  9. kan een ontwikkelingstraject voor (niet-)reguliere geneesmiddelen samenstellen aan de hand van relevante vragen voor een geneesmiddel en differentiëren tussen klassieke en moderne benaderingen.
  10. kan voor een geregistreerd geneesmiddel het vervolgtraject (farmacovigilentie en farmacoepidemiologie) uitleggen en documenten die in dit traject een rol spelen samenstellen.
  11. kan met behulp van kennis omtrent farmacoepidemiologie de concepten, fundamenten en vaktermen toepassen op geneesmiddelstudies.
  12. kan aan de hand van een case-study een ontwikkelingstraject voor (niet-)reguliere geneesmiddelen construeren en presenteren.

Rooster

In MyTimetable (na login) kun je alle vak- en opleidingsroosters vinden, waarmee je het grootste deel van je rooster (zalen en tijden) kunt samenstellen. Onderwijsactiviteiten waarvoor je je via MyStudymap hebt ingeschreven, worden automatisch in je rooster getoond. Daarnaast kun je MyTimetable gemakkelijk koppelen aan een agenda-app op je telefoon en worden roosterwijzigingen automatisch in je agenda doorgevoerd; bovendien ontvang je desgewenst per e-mail een notificatie van de wijziging (stel in onder 'Instellingen' na login).
Vragen over MyTimetable? Bekijk de video, lees de instructie of neem contact op met de ISSC helpdesk

LET OP:
In MyTimetable kunnen we op dit moment niet álle roosterinformatie weergeven, dus CHECK ALTIJD ÓÓK

  • het overzichtsrooster op de Brightspace module ‘Bachelor Bio-Farmaceutische Wetenschappen’ voor een compact overzicht van de opbouw van ieder studiejaar, incl. timing van herkansingen en studiegerelateerde activiteiten zoals voorlichting, symposia, etc.. ÉN

  • het detailrooster op de Brightspace module van ieder vak (na inschrijving), 2-3 weken voor een vak begint. Jouw persoonlijke detailrooster kan nl. afwijken bijv. vanwege opsplitsen in groepen, tussentijdse deadlines, gastdocenten, etc.. Het detailrooster van het vak op Brightspace is leidend.

Onderwijsvorm

De kennisoverdracht zal vooral door zelfstudie en (gast)sprekers d.m.v. interactieve colleges plaatsvinden, inclusief meerdere zgn. 'flipping the classroom' elementen. Het gehele blok bestaat uit een ‘simulatie’ waarbij een dossier wordt opgebouwd voor de fictieve lancering van een nieuw geneesmiddel. Verschillende assessments over dit projectwerk komen in werkgroepen tot stand en leiden uiteindelijk tot een geneesmiddeldossier. Met alle opgedane kennis en uitvoering van het dossier is dan afdoende kennisoverdracht voor het tentamen opgedaan.

Toetsing en weging

De toetsing van de studenten vindt op verschillende manieren plaats. Allereerst is er het schriftelijk tentamen, welke behaald dient te kunnen worden door het volgen van de colleges en nadrukkelijk ook door het afleggen van het dossierwerk met de verscheidene opdrachten. Naast de medewerking in de interactieve colleges met gastdocenten, dient tijdens de gehele periode een dossier te worden opgesteld (ter indicatie: grofweg gemiddeld tussen de 120 (±40) pagina’s). Verder dient de afsluitende presentatie als toetsingsinstrument. Het totaalcijfer wordt op basis van verschillende deelcijfers bepaald:
1. Tentamen (50%)
2. Eindpresentatie (10%)
3. Einddossier met individuele component (40%). Dit deelcijfer komt tot stand aan de hand van verschillende onderdelen:

  • Algehele dossier, met daarbij het gemiddelde van de beoordelingen tussen directe supervisor en coordinator (60%)

  • Beoordeling van het onderdeel ‘IB-derisk assessment’ (20%)

  • Beoordeling van de patentaanvraag door het ‘octrooicentrum NL’ (20%)

  • Beoordeling van de (individuele) METC-respons ‘bonus/aftrek’ (-1 tot +1)

Voor elk van deze 3 onderdelen dient ten minste een 5,0 te worden behaald voor eventuele compensatie met de andere onderdelen. Voor het einddossier dienen alle onderdelen met ten minste een ‘pass’ of 6,0 te zijn voldaan.

Literatuurlijst

Algemene informatie (rooster, handleiding) en verdiepende literatuur worden via Brightspace aangeboden; artikelen kunnen door de student ter ondersteuning zelf via internet worden geraadpleegd.
Aanbevolen boeken:

  • “Drug Discovery And Development, Technology in Transition”, H.P. Rang; ISBN: 978-0-7020-7804-0 (2e editie blijft bruikbaar = ISBN 978-0-7020-4299-7)

  • “Grondslagen der epidemiologie”, Vandenbroucke JP & Hofman A.; ISBN 978-9-0368-1984-8

Inschrijven

Om deel te kunnen nemen aan dit vak is inschrijving in uSis verplicht, gebruik daarvoor MyStudymap. Voor dit vak geldt de standaard inschrijftermijn van 5 kalenderdagen vóór de eerste activiteit van het vak.

  • Inschrijven voor het (her)tentamen kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen vóór de (her)tentamendatum.

  • NB Schrijf je alleen in voor de onderdelen die je daadwerkelijk gaat volgen, ook uitschrijven als je niet deelneemt is verplicht.

Uitgebreide informatie over de werking van MyStudymap vind je hier.

Contact

Dhr. Dr. Jeroen van Smeden
Dhr. Dr. Nienke van Rein

Opmerkingen

Software
Vanaf collegejaar 2024/2025 werkt de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen met het software distributieplatform Academic Software. Via het platform kun je toegang krijgen tot de software die je nodig hebt voor bepaalde vakken in je studie. Voor sommige software moet je laptop aan bepaalde systeemeisen voldoen. Dit staat aangegeven bij de software. Belangrijk is dat je de software installeert voor de start van het vak. Meer informatie over het laptopprofiel vind je op de studentenwebsite.