Training in de zelfstandige analyse en interpretatie van een vroegchristelijke betogende, appellatieve tekst, aan de hand van de centrale vraag: wat wilde de auteur de lezers van zijn tijd zeggen. Dit op basis van 1 Tessalonicenzen 1 en 4:1-5:11.
Doelstelling
De student leert de historische interpretatiemethode en de aangewezen hulpmiddelen te benutten. Retorische analyse en lexicografisch onderzoek in contemporaine joodse, christelijke en pagane literatuur zijn een onmisbaar deel van de methode. De student oefent zich in de bestudering van exegetische vakliteratuur en in het analyseren en interpreteren van betogende teksten uit het Nieuwe Testament.
Onderwijsvorm
Werkcollege met wekelijkse opdrachten voor iedereen. Per week besteedt elke student vier uur voorbereiding.
Toetsing
Een individueel mondeling tentamen over een caput uit de brieven van het Nieuwe Testament en/of Openbaring en over een monografie die aansluit op de te bestuderen caput.
Literatuur
Literatuur die moet worden aangeschaft: wordt aan het begin van het college bekend gemaakt.
Toelating
Voor dit college moeten de cursussen Grieks, Inleiding Nieuwe Testament en Exegese Nieuwe Testament 1 met goed gevolg zijn afgelegd.
Opmerkingen
Het college vindt doorgang bij minimaal drie deelnemers. Indien er minder belangstellenden aan het college willen deelnemen, wordt een aangepast programma aangeboden. Wie vaker dan twee keer verzuimt moet de cursus wederom volgen.