Studiegids

nl en

Antropologie van de religie

Vak
2009-2010

In dit college wordt aan de hand van verschillende thema’s ingegaan op de theoretische analyse van empirisch onderzoeksmateriaal uit verschillende religies. Duidelijk wordt gemaakt wat een antropologische benadering van religie inhoudt en hoe opvattingen daarover zich hebben ontwikkeld. Daarbij komen niet alleen de historische ontwikkelingen en het vergelijkende en holistische aspect van deze benadering aan de orde, maar ook de methodiek van de participerende observatie.

Uitgangspunt is dat religie en religieuze ‘feiten’ hier gezien worden als intrinsiek deel uitmakend van meer omvangrijke sociale en culturele eenheden, en dat onderzoek naar religie onvermijdelijk verbonden is met onderzoek naar sociale reproductie, gender, macht, economie en politiek. Uiteindelijk gaat het om de vraag hoe het resultaat van onderzoek in relatief kleine eenheden licht werpt op de grotere formaties waar zij deel van uitmaken.

Doelstelling

Na afloop hebben de studenten kennis verworven over theorieën en methoden van de culturele antropologie in het algemeen en van de godsdienstantropologie in het bijzonder. Zij beschikken over kennis van en inzicht in methodische en theoretische vraagstukken die verbonden zijn met dit type onderzoek, en kunnen aan de hand van concrete voorbeelden uit de godsdienstantropologie illustreren hoe met die vraagstukken door verschillende onderzoekers is omgegaan. Zij zijn tevens in staat empirische gegevens theoretisch te plaatsen, te analyseren en deze te relateren aan de grotere verbanden waar ze deel van uitmaken. Zij zijn in staat hierover op een wetenschappelijk verantwoorde wijze schriftelijk te rapporteren.

Onderwijsvorm

Hoor- en werkcollege met schriftelijke opdrachten.

De opdrachten worden ontleend aan de verplichte literatuur en telkens tijdens het college besproken. De nadruk zal daarbij liggen op het conceptualiseren en analyseren van ideeën in relatie tot empirisch materiaal.

Toetsing

Schriftelijk tentamen over de verplichte literatuur en collegestof (70%). Bij de eindbeoordeling wordt ook de kwaliteit van de schriftelijke opdrachten (20%) en de participatie tijdens de colleges (10%) meegewogen.

Literatuur

  • B. Morris, Religion and Anthropology, Cambridge 2006

  • A. Bernard, History and Theory in Anthropology, Cambridge 2000

Opmerking: De boeken van Morris en Barnard dienen op het eerste college door iedereen aangeschaft te zijn! Ze zijn verkrijgbaar bij boekhandel Atleest, Kort Rapenburg 12a te Leiden.

Toelating

Het propedeusecollege ‘Inleiding tot de godsdienstwetenschap’ dient volledig te zijn afgerond.