Meer info
Doel van de opleiding
Aansluitende programma’s
Het programma
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Doel van de opleiding
De opleiding heeft als doel je inzicht te verschaffen in de rol van religie in het leven van mensen: op welke manier geven zij door middel van godsdienst betekenis aan hun leven. Je bouwt in de studie een brede en diepgaande kennis op over de vijf wereldgodsdiensten en over de antieke godsdiensten van onder andere het oude Rome, Griekenland en Mesopotamië. Je leert een kritische houding te ontwikkelen ten opzichte van de godsdienst en wordt getraind in het verwerven van een wetenschappelijk en analytisch vermogen in de bestudering van religieuze uitingen.
Aansluitende programma’s
Het bachelordiploma Wereldgodsdiensten geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Religious Studies. Na het afronden van de eenjarige masteropleiding Religious Studies kunnen studenten die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs, de educatieve master bij het ICLON gaan doen (een jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid verwerven.
NB Als je in de keuzeruimte de Educatieve minor hebt afgerond en je je masterdiploma hebt behaald, dan kun je met een verkort traject de educatieve master doen (30 ects in plaats van 60 ects).
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de aanmeldingsprocedure, zie mastersinleiden.nl.
Het programma
Eerste jaar: propedeuse
In het eerste jaar van het bachelorprogramma wordt kennis gemaakt met de vijf grote religieuze tradities, christendom, islam, jodendom, boeddhisme, hindoeïsme en ook de antieke godsdiensten, de religies van Mesopotamië, Iran en van de Grieks-Romeinse wereld. Veder worden er inleidingen gegeven in diverse vakdisciplines, de godsdienstwetenschap, sociale wetenschappen en godsdienstfilosofie.
Tweede en derde jaar
Vanaf het tweede jaar specialiseer je je in één godsdienst: jodendom, christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme, de antieke godsdiensten of nieuwe religieuze bewegingen. Deze religiespecialisatie omvat 30 ects en bestaat onder meer uit colleges op de volgende gebieden:
Geschiedenis van de regio;
Godsdienstgeschiedenis van de gekozen godsdienst;
Rituelen en symbolen van de gekozen godsdienst of
Kunst en materiële cultuur van de gekozen godsdienst.
Is de keuze voor de religiespecialisatie eenmaal gemaakt, dan kan nog worden gekozen tussen óf een taalstudie óf bestudering van de methoden en technieken voor het verrichten van sociaalwetenschappelijk onderzoek – beide 20 ECTS.
Het is aan te raden al in je eerste jaar een keuze te maken voor de invulling van je specialisatie. Heb je je besluit eenmaal genomen, neem dan contact op met de docent die als begeleider voor die religie fungeert. Samen met hem of haar wordt dan je specialisatieprogramma samengesteld.
Jodendom prof.dr. J. Frishman
Christendom prof.dr. H.L. Murre-van den Berg
Islam prof.dr.mr. M.S. Berger
Hindoeïsme dr. N. Mohkamsing
Boeddhisme prof.dr. J. Silk
Antieke godsdiensten prof.dr. A.F. de Jong
Nieuwe Religieuze dr. W. Hofstee
Bewegingen en New Age
Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester). Voor meer informatie over de mogelijkheden voor invulling van deze keuzeruimte zie 2.1.3 voorin deze gids.
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Om te kunnen afstuderen dienen studenten alle onderdelen van het programma van 180 ECTS te hebben behaald, inclusief BA-eindwerkstuk.
Alle studenten dienen ter afronding van hun bacheloropleiding een eindwerkstuk te schrijven bij hun A-vak. Dit eindwerkstuk heeft een studielast van 10 ECTS(maximaal
10 000 woorden). Het eindwerkstuk is in principe gewijd aan belangrijke teksten of thema’s, zoals die in het bacheloronderwijs, bijvoorbeeld bij een werkcollege in het derde jaar, centraal hebben gestaan. De regeling van het BA-eindwerkstuk is hier te vinden.