Klassieken in de Bestuurskunde
De bestuurskunde is de wetenschap van het openbaar bestuur. In de vakken Openbaar Bestuur & Bestuurswetenschap en Klassieken in de Bestuurskunde willen we de studenten kennis laten maken met de wereld van het openbaar bestuur en de bestuurskunde als wetenschap.
De bestuurskunde houdt zich bezig met het openbaar bestuur, maar het is niet eens zo gemakkelijk te omschrijven wat we onder het ‘openbaar bestuur’ verstaan. De meeste mensen zullen aan ‘de overheid’ denken, maar er zijn ook een heleboel instellingen en organisaties in de samenleving die niet tot de overheid te rekenen zijn en evenmin als particuliere ondernemingen te beschouwen zijn. Denk maar aan de publieke omroepen, openbaar vervoersbedrijven, zorginstellingen, welzijnsorganisaties, scholen en woningcorporaties, allemaal instellingen die publieke taken uitvoeren.
We zullen dan ook ingaan op de vraag: Hoe ziet het openbaar bestuur er eigenlijk uit? Welke organisaties maken allemaal deel uit van het openbaar bestuur en wat zijn de relaties tussen die organisaties? Daarbij besteden we ook aandacht aan de steeds grotere invloed van de Europese Unie, aan allerlei ontwikkelingen in het Nederlandse openbaar bestuur, zoals schaalvergroting, privatisering, verzelfstandiging, internationalisering en decentralisatie, en aan specifieke kenmerken van het Nederlandse openbaar bestuur: is het Nederlandse openbaar bestuur uniek of heeft het veel gemeen met bestuursstelsels in andere Europese landen?
Daarnaast zullen we uitvoerig ingaan op de bestuurskunde als vakgebied. De bestuurskunde pretendeert wetenschappelijke kennis van het openbaar bestuur op te leveren, maar wat is eigenlijk wetenschappelijke kennis? Waarin verschilt wetenschappelijke kennis van andere vormen van kennis, wat is kenmerkend voor wetenschappelijk onderzoek en in welke opzichten verschilt de werkwijze van wetenschappelijke onderzoekers van bijvoorbeeld de manier van werken van journalisten?
De bestuurskunde is een ‘kennisintegrerende wetenschap’, probeert kennis van verschillende disciplines (economie, politicologie, rechten, sociologie) te integreren en toe te passen op het openbaar bestuur. De studenten maken tijdens hun opleiding Bestuurskunde kennis met de ‘ondersteunende disciplines’ van bestuurskunde; in de vakken Openbaar Bestuur & Bestuurswetenschap en Klassieken in de Bestuurskunde besteden we aandacht aan de betekenis van die ondersteunende disciplines voor de bestuurskunde en de vraag wat die kennisintegratie inhoudt.
Vervolgens komt aan de orde wat de bestuurskunde als wetenschap nu eigenlijk opgeleverd heeft. Wat zijn nu ‘typisch bestuurskundige’ vragen, inzichten, begrippen en theorieën? Een in de bestuurskunde veel gebruikt begrip is bijvoorbeeld de bureaucratie. In het dagelijks leven is ‘bureaucratie’ een scheldwoord; we denken dan aan slecht functionerende overheidsdiensten met eindeloze hoeveelheden procedures en formulieren waarin ambtenaren ons van het kastje naar de muur sturen. In de bestuurskunde heeft het begrip bureaucratie daarentegen een neutrale betekenis; het betekent dan een organisatie die volgens bepaalde principes opgebouwd is, met deskundige ambtenaren die regels toepassen en met een duidelijke hiërarchie, dat wil zeggen dat er een rangordening van de ambtenaren van hoog naar laag is. Er is veel discussie in de bestuurskunde maar ook daarbuiten over de bureaucratische organisatie. Is de bureaucratie als organisatievorm achterhaald? Kan een bureaucratische organisatie effectief en efficiënt werken? In de praktijk hebben uitvoeringsambtenaren altijd wel een zekere vrijheid in de toepassing van regels. Hoe gebruiken ze die vrijheid? Op dit soort vraagstukken gaan we in, waarbij we ook diverse teksten van klassieke en recente bestuurskundige auteurs bespreken.
Simpel gezegd bestaat het openbaar bestuur uit organisaties die beleid voorbereiden, vaststellen en uitvoeren. De meeste bestuurskundige theorieën hebben dan ook betrekking op beleid en op organisaties. Hoe komt beleid eigenlijk tot stand? Gebeurt dat op een heel doordachte en logische manier of spelen macht en belangen een grote rol? Hoe functioneren publieke organisaties en waarin verschillen zij van private organisaties? Wat zijn de effecten van concurrentie en marktwerking in de publieke sector? Dit soort vragen staat centraal in de diverse beleidsvakken en organisatie- & managementvakken, maar in Openbaar Bestuur en Bestuurswetenschap en Klassieken in de Bestuurskunde nemen we er alvast een voorschot op.
Ten slotte is de bestuurskunde een wetenschap die zich niet beperkt tot een beschrijving en verklaring van het openbaar bestuur maar ook probeert het functioneren van het openbaar bestuur te verbeteren. Daarbij komen onvermijdelijk allerlei normatieve vraagstukken aan de orde. Wat is nu eigenlijk een ‘goed’ openbaar bestuur? Zijn de regels de regels of is enige flexibiliteit in de toepassing en uitvoering van regels gewenst? Zijn prestatiecontracten een goed middel om het functioneren van de politie te verbeteren? Hoe moet het openbaar bestuur omspringen met allerlei tegenstrijdige wensen, zoals de roep om ‘meer veiligheid’ en de behoefte aan bescherming van de privacy?
Het vak Openbaar Bestuur en Bestuurswetenschap biedt een eerste oriëntatie, het vak Klassieken in de Bestuurskunde is een verdieping. Zoals alle wetenschappelijke disciplines is de bestuurskunde een tamelijk abstract vakgebied. Eén van de doelen van de cursus is echter om voortdurend de verbinding te leggen tussen theorie en praktijk, door in de colleges veel voorbeelden te geven, door in de werkgroepen empirisch materiaal over de praktijk van het openbaar bestuur te bespreken en door werkbezoeken en gastsprekers. Studenten moeten leren zelf na te denken over bestuurskundige inzichten en ze toe te passen op de praktijk van het openbaar bestuur. Daarnaast zijn beide vakken niet enkel gericht op overdracht van kennis; ook krijgen studenten een eerste oefening in academische vaardigheden: materiaalverzameling, rapporteren en presenteren.
Coördinator:
Dr. W.J. van Noort.
Docenten:
Dr. W.J. van Noort
Bart van Horck
Jan Pronk
Mark Reijnders
Onderwijsvormen: *Hoor- en werkcolleges. Deelname aan de werkgroepen is verplicht
Studiemateriaal:
M.R. Rutgers, Grondslagen van de bestuurskunde. Historie, begripsvorming en kennisintegratie. ISBN 90-62833675 Bussum, Coutinho, 2004 (delen I en II)
*J.M. Shafritz & A.C. Hyde, Classics of public administration, Wadsworth, 6th edition, 2007. Toetsing:
Twee gesloten boek tentamens en opdrachten in het kader van de werkcolleges. Het gewogen gemiddelde van het cijfer voor het tentamen en de cijfers voor de opdrachten dient voldoende (tenminste 5,5) te zijn.
Ingangseisen:
Voor Bestuurskunde-, minor- en keuzevakstudenten: geen.
Voor studenten met de minor Law en Public Administration gelden de volgende aanvullende regels: – Deze studenten volgen geen werkgroepen
Rooster:
Hoorcolleges: Dinsdag 27/10 t/m 8/12 van 13-15u in zaal 1A-20
Werkgroepen: Zie Blackboard
Tentamen:
Maandag 14 december 2009 van 13-16u in het USC
Herkansing:
Maandag 18 januari 2010 van 9-12u in het USC
Let op! Er kunnen nog wijzigingen optreden in dit rooster.
Laatste wijziging: 27 juli 2009