Toegangseisen
—
Beschrijving
De inleidende colleges zijn gewijd aan de geschiedenis van het vertalen en de theorievorming vanaf de klassieke oudheid tot heden. Binnen deze inleidende weken zullen gezamenlijk case studies worden verricht op het gebied van bijbelvertalingen en vertalingen van Shakespeare (met het Nederlands als doeltaal) om de problematiek van het ‘onderhandelen’ tussen culturen duidelijk te maken. Op praktisch gebied leren de studenten vervolgens hoe ze methoden van vertalen kunnen onderscheiden en hoe ze vertalingen kunnen analyseren. In een onderdeel poëzie zullen de studenten zelfstandig Engelse of Duitse popsongs in het Nederlands vertalen en presenteren. Na de studieweek exploreren de studenten zelfstandig het gebied van recente vertalingen uit het Nederlands in hun moedertaal en maken zij kennis met het vertalingenfonds NLPVF. Daarop volgt een onderdeel reflectie op ‘vervreemding’ en ‘toe-eigening’ aan de hand van vertalingen in het Nederlands van oosterse literatuur. De cursus sluit af met presentaties door de studenten van hun onderzoek op het gebied van Vertaalwetenschap, dat resulteert in een eindwerkstuk.
Leerdoelen
De studenten vergroten hun kennis van en verdiepen hun inzicht in de belangrijkste historische en moderne theorieën over vertalen. Ze leren methodes voor analyse van vertalingen en vertaalstrategieën en ze discussiëren wekelijks over de theorie en de praktijk van vertalen en het ‘onderhandelen’ tussen culturen. Zelfstandig verwerven zij meer inzicht in de aard en omvang van bestaande vertalingen vanuit de moedertaal in het Nederlands en vice versa.
De vaardigheden van de studenten in het vertalen met het Nederlands als brontaal of doeltaal worden verder ontwikkeld. De deelnemers zijn aan het eind in staat om op hoog niveau te reflecteren op het gebied van Vertaalwetenschap, om bestaande literaire vertalingen Nederlands-moedertaal en vice versa met behulp van een model te analyseren en voorts om mondeling en schriftelijk verslag uit te brengen van zelfstandig onderzoek op het gebied van vertalen in theorie en praktijk.
Rooster
Zie het rooster van de opleiding Dutch Studies.
Onderwijsvorm
Werkcolleges.
Toetsing
De studenten discussiëren tijdens de cursus elke week over het betreffende onderwerp en de leesstof; zij krijgen een globale beoordeling van hun deelname aan deze discussies. Ze houden in het laatste blok een referaat waarin ze hun zelfstandige onderzoek voor het eindwerkstuk mondeling toelichten; ook daarvoor krijgen ze een cijfer. Tenslotte volgt een eindwerkstuk waarvoor geheel zelfstandig onderzoek moet worden gedaan. Alle onderdelen tellen mee voor het eindcijfer, waarbij het eindwerkstuk het zwaarst weegt.
Blackboard
Dit college is een Blackboardcursus. Van Blackboard wordt ook gebruik gemaakt om met de studenten tussentijds te communiceren.
Literatuur
Tijdens de colleges maken de studenten gebruik van een groot aantal boeken en artikelen die op Blackboard staan vermeld en die alle in Leiden of bij de docenten te verkrijgen zijn. Studenten kunnen zich alvast voorbereiden door de lectuur van een of meerdere onderdelen:
Lawrence Venuti, The Translator’s Invisibility. A History of Translation, Hst 1, ‘Invisibility’, p. 1-42;
Roman Jakobson, ‘On Linguistic Aspects of Translation’, in On Translation, ed. R.A. Brower, p. 232-39;
Umberto Eco, Mouse or rat? Translation as Negotiation, Hst. 1, ‘The Plants of Shakespeare’, p. 9-31;
Raymond Van den Broeck, De vertaling als evidentie en paradox, Hst. 5-6-7, p. 211-264;
Ton Naaijkens, ‘Van besmeurde mensen. Over Tom Lanoye’s Ten Oorlog’, in: De slag om Shelley en andere essays over vertalen, p. 99-122;
Anneke de Vries, ‘Scheef licht. Gender-stereotypen in vertalingen van Richteren 4’ in: Denken over vertalen. Tekstboek vertaalwetenschap, ed. Ton Naaijkens [e.a.], p. 119-126;
Theo Hermans, ‘De peren van de kersenboom’, in: Perspectieven voor de internationale neerlandistiek in de 21ste eeuw. Handelingen Veertiende Colloquium Neerlandicum, p. 377-397;
Dirk Delabastita, ‘Shakespeare in vertaling. Een historische verkenning’, in: Denken over vertalen. Tekstboek vertaalwetenschap, ed. Ton Naaijkens [e.a.], p. 85-94;
Arthur Langeveld, Vertalen wat er staat, Hst. 3, ‘Vertaaltransformaties’, p. 69-122;
Peter Newmark, A Textbook of Translation, Hst. 5, ‘Translation Methods’, p. 45-53;
Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes, Help! The Beatles in het Nederlands _(ter inspiratie); Jorge Louis Borges, ‘De vertalers van de Duizend-en-één-nacht’, in: _Denken over vertalen. Tekstboek vertaalwetenschap, ed. Ton Naaijkens [e.a.], p. 69-84.
Aanmelden
Aanmelden via uSis.
Contact
Docent: O.van.Marion@hum.leidenuniv.nl
Opmerkingen
De cursus bestaat uit de onderdelen Geschiedenis van het vertalen, Theorievorming vanaf de klassieke oudheid tot heden, Case study Bijbelvertalen, Case study Vertalen van Shakespeare, Problematiek van het ‘onderhandelen’ tussen culturen, Onderscheiden van methoden van vertalen, Modellen om vertalingen te analyseren, Praktijk van het vertalen van popsongs, Zelfstandig exploreren van het gebied van recente vertalingen uit het Nederlands in de moedertaal, Kennismaking met het vertalingenfonds NLPVF, Reflectie op ‘vervreemding’ en ‘toe-eigening’ aan de hand van vertalingen in het Nederlands van oosterse literatuur, Zelfstandig onderzoek op het gebied van de Vertaalwetenschap en de presentatie daarvan.