Let op!!
In het eerste blok is Engels de voertaal, in het tweede blok Nederlands.
Toegangseisen
Een BA-diploma Nederlandse taal en cultuur of een vergelijkbaar diploma.
Beschrijving
Taal wordt gebruikt voor communicatie, maar de interpretatie van een uiting in communicatie wordt maar gedeeltelijk bepaald door de betekenis van de woorden en constructies die de spreker gebruikt. Een spreker bedoelt meer, en soms zelfs iets anders, dan hij letterlijk zegt. Dit onderscheid staat in de taalkunde (onder andere) bekend als het onderscheid tussen semantiek, die tot de grammatica (het taalsysteem) behoort, en pragmatiek (die taalgebruik bestudeert). Anderzijds is geslaagde (pragmatische) communicatie een noodzakelijke voorwaarde voor het leren van taal, en een bijzondere vorm van niet-talige communicatie moet ook evolutionair aan het ontstaan van taal voorafgegaan zijn. In het eerste blok bekijken we algemene eigenschappen van taal die afhankelijk zijn van die bijzondere vorm van communicatie bij mensen, die beheerst wordt door het beginsel van coöperatie, in tegenstelling tot (de meeste, zo niet alle) communicatie in het dierenrijk. We doen dit aan de hand van het boek Origins of Human Communication (Tomasello 2008) en enkele stukken uit belangrijke artikelen.
In het tweede deel concentreren we ons op de vraag hoe het coöperatieve karakter van menselijke communicatie het taalsysteem zelf beïnvloedt en hoe grammaticale constructies in dienst staan van coöperatieve communicatie, d.w.z. aan de beïnvloedende, retorische functies van taal. Dit doen we aan de hand van het boek Constructions of intersubjectivity (Verhagen 2005) en diverse onderzoeksartikelen. We vertalen de theoretische literatuur op college en in opdrachten zoveel mogelijk naar concrete grammaticale verschijnselen van het Nederlands. In de loop van het college kiezen alle deelnemers zo’n specifieke constructie voor nader onderzoek, resulterend in een afsluitende onderzoeksnota.
Leerdoelen
Studenten zijn in staat
theoretisch te verklaren hoe coöperatieve communicatie verschilt van de meest voorkomende communicatie in het dierenrijk en hoe dit ten grondslag ligt aan algemene eigenschappen van taal en taalgebruik,
de essentiële onderdelen van coöperatieve communicatie in hun onderlinge samenhang te beschrijven,
aan de hand van een aantal verschillende concrete gebruiksgevallen van (gesproken of geschreven) verbale communicatie te analyseren a) wat de verhouding is tussen de conventionele betekenissen van specifieke linguïstische eenheden in het Nederlands en geïnfereerde aspecten van de communicatieve boodschappen, en b) op welke wijze de interactie tussen kennis van conventies en kennis van de context specifieke communicatieve resultaten produceert.
Rooster
Zie het rooster van de opleiding Nederlandse taal en cultuur
Onderwijsvorm
Werkcollege
Toetsing
Mondelinge presentatie (eind blok 1): 30%
Werkstuk (eind blok 2): 70%
*Herkansing
In het geval van een onvoldoende (lager dan een 5,5) kan het werkstuk herkanst worden.
Blackboard
Ja.
Literatuur
Michael Tomasello (2008), Origins of Human Communication. Cambridge, MA: MIT-Press.
Arie Verhagen (2005), Constructions of Intersubjectivity. Discourse, Syntax, and Cognition. Oxford: Oxford University Press. [N.B: Uitgebreide paperback-editie van 2007!]
Artikelen: beschikbaar gesteld via Blackboard.
Aanmelden
Via uSis.
Aanmelden A la carte en contractonderwijs
Dit college is niet toegankelijk voor contractonderwijs of a la carte.
Contact
Opmerkingen
Deze werkgroep maakt deel uit van het Specialisatietraject “Sturende Kracht van Taal” (Nederlandse Taalkunde, Nederlandse Taalbeheersing).
Het eerste blok is Engels de voertaal, in het tweede blok Nederlands