Studiegids

nl en

ALCO

Vak
2014-2015

Beschrijving

Het ALCO is het ALgemeen Coschap en maakt als sluitstuk deel uit van de Lijn Klinisch Onderwijs (LKO). Het biedt de mogelijkheid om de vaardigheden die de student tijdens de Lijn Klinisch Onderwijs – bijeenkomsten van het 2e- 3e jaar Bachelor, en het 1e jaar Master, heeft geleerd te oefenen en in praktijk te brengen. De student zal hier ook voor het eerst co-assistent worden genoemd.

Het onderwijs wordt verzorgd door docenten van verschillende klinische en niet-klinische afdelingen binnen het LUMC. Een ALCO-groep zal begeleid worden door een vast team bestaand uit een tutor (een clinicus), en een mentor (een psycholoog). Naast het aanleren van allerlei vaardigheden zal een belangrijke nadruk liggen op professioneel gedrag. Ook zullen enkele onderdelen welke niet eerder aan bod konden komen tijdens de Bachelor onderwezen worden.

Het programma duurt 4 weken waarbij de werktijden doch ook verantwoordelijkheden vaak overeenkomen met die van andere co-schappen. Naast enig theoretisch onderwijs is er veel aandacht voor praktijk en praktijksituaties. Co-assistenten zullen onder andere mee kunnen kijken op klinische afdelingen, en zij zullen anamnese en lichamelijk onderzoek gestructureerd leren verrichten bij zowel patiënten als zogenaamde simulatiepatiënten. Andere vaardigheden zoals venapuncties, het voorschrijven van medicatie, het inbrengen van infuzen of catheters, het maken van een ECG of reanimeren zullen ook geleerd worden.

Tijdens verschillende evaluatiemomenten zal de co-assistent feedback krijgen van zowel mede co-assistenten als van begeleiders. Het belangrijkste doel is dat de co-assistent in staat is om op een professionele manier een consult uit te voeren.

Leerdoelen

Het ALgemeen Coschap markeert de overgang van de theoretische fase van de studie naar de klinische fase. De specifiek aan het ALCOschap gebonden doelstelling is: is de co-assistent in staat een consult op een professionele manier uit te voeren? Belangrijke onderdelen betreffen anamnese, lichamelijk onderzoek, verslaglegging, communicatie en professioneel handelen. Ook zal de co-assistent wat gestructureerder een differentiaal diagnose leren opstellen en leren hoe een beleidsplan dient te worden voorgesteld. Tot slot wordt er speciale aandacht gegeven aan verschillende onderwerpen uit de acute geneeskunde, farmacotherapie en radiologie.