Toegangseisen
Geschiedenisstudenten: BSA-norm en beide propedeuse Themacolleges behaald.
GLTC studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Methodenblok behaald.
OCMW studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Seminar OCMW (1e jaar) behaald.
Voor overigen: propedeusecollege Oude Geschiedenis.
Beschrijving
Elk Romeins burger kon keizer worden. Een keizerlijke kandidaat hoefde niet van een nobel geslacht af te stammen, noch moest hij in Rome geboren zijn. Vanaf de start van het keizerrijk bleek de keizerlijke machtsbasis meer afhankelijk te zijn van drie grote maatschappelijke groepen: de Romeinse senaat, de Romeinse legers en het Romeinse volk. Elke groep had de macht om een keizer uit te roepen, te erkennen of zelfs te verwerpen. Op de achtergrond ontwikkelde de keizerlijke familie rondom de keizer, die vervolgens ook een vooraanstaande rol ging spelen in de keizerlijke legitimiteit. Enerzijds stonden de keizerinnen en hun kroost voor de toekomstige voorspoed van het rijk, anderzijds kon een keizer zijn regering legitimeren als bloedverwant of adoptiezoon van de vorige keizer. In de crisis van de derde eeuw werden de keizers steeds kwetsbaarder voor muitende soldaten of voor een staatsgreep door militaire generaals. Tijdens het Romeinse rijk werden er zo tientallen keizerlijke kandidaten uitgeroepen tot keizer. Sommigen van deze tegenkeizers waren succesvol en schopten het effectief tot Romeins keizer. De meerderheid van deze keizerlijke kandidaten kon echter de wensen van de achterban niet waarmaken en werd vaak na enkele maanden, of soms zelfs na enkele dagen, door de eigen manschappen vermoord.
In dit college zullen onderwerpen zoals keizerlijke legitimiteit, de domus Augusta en domus divina, Romeins erfenissenrecht, adoptie, et cetera worden uitgelegd en bediscussieerd. Deze onderwerpen zullen vervolgens aan de hand van case studies over verschillende keizers, keizersdynastieën, en tegenkeizers geïllustreerd worden.
Leerdoelen
Collegespecifieke leerdoelen:
analyse en verwerking van secundaire literatuur over specieke casussen;
verwerven van kennis van de politieke-militaire verhoudingen in de Romeinse wereld;
inzicht verwerven in Romeinse familiale structuren en de rechtsregels er rond.
De student kan:
een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij;
- vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
- relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
- een wetenschappelijk debat analyseren;
- het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges;
reflecteren op de bronnen waarop de literatuur is gebaseerd.
De student heeft:
kennis van een hoofdonderdeel, meer specifiek van de Romeinse oudheid, met nadruk op de periode 27 v.C. – 300 n.C; sociaal-economische structuren en politieke verhoudingen;
kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van een hoofdonderdeel;
kennis van en inzicht in de historiografie en de geschiedtheorie.
Rooster
Zie Rooster Geschiedenis.
Onderwijsvorm
Werkcollege.
Studielast
Totale studielast 10 ec x 28 uur = 280 uur:
collegeuren: 2 uur p.w. x 13 weken = 26 uur;
gezamelijk te lezen verplichte literatuur ter voorbereiding van de college’s = 70 uur;
maken van kleinere opdrachten adhv secundaire literatuur = 34 uur;
schrijven van werkstuk (incl. inlezen en onderzoek) = 150 uur.
Toetsing
Bij de toetsing van dit werkcollege worden de volgende zaken gewogen:
(10%) kleinere literatuuranalyses die afzonderlijk ingediend worden. De precieze details van deze opdrachten zullen tijdens het college uitgelegd worden (leerdoelen: A.1; 3; C.1-2);
(10%) participatie aan de collegediscussies rond de verschillende case studies, zoals besproken in de beschrijving (leerdoelen A.2-3; B.2; C.1-3);
(10%) mondelinge groepspresentatie van een tekstanalyse met betrekking tot een grotere collegediscussie (leerdoel A.1; B.1-2);
(10%) voorlopig werkstukindiening waar gekregen wordt naar de tot dan toe samengestelde literatuurlijst, een concrete inleiding en een uitgewerkte vraagstelling (leerdoelen B.2-3; C.1-3);
(60%) werkstuk van 6000 woorden, incl. noten en bibliografie (leerdoelen A.2-3; B.2-4; C.1-3).
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers in combinatie met de aanvullende eis dat het cijfer op het werkstuk altijd voldoende moet zijn.
Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline .
Blackboard
Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor:
het collegeschema;
de secundaire literatuur;
verdeling van de mondelinge presentaties.
Literatuur
Wordt via Blackboard bekend gemaakt.
Aanmelden
Via uSis.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing.
Opmerkingen
Studenten van de bachelor Griekse en Latijnse taal en cultuur hebben toegang tot dit werkcollege. In overleg met de docent kunnen ze dit werkcollege volgen voor 5 of 10 EC. Dit is niet van toepassing op Geschiedenis studenten.