Toegangseisen
Beide BA-werkcolleges behaald, waarvan één in dezelfde afstudeerrichting als het BA-seminar.
Beschrijving
Hoe organiseerden kooplieden hun handelsactiviteiten over lange afstanden? Welke middelen hadden zij daarvoor tot hun beschikking? Hoe werkten zij samen en verkleinden zij hun risico’s in een wereld vol gevaar in de vorm van oorlog en geweld? Deze en andere vragen staan in dit college centraal door in te zoomen op de instituties waarvan kooplieden gebruik maaken. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar funduqs en fondacos aan de Middellandse Zee, vitten aan de Oostzee en factorijen overzee, die kooplieden in den vreemde allerlei rechten en faciliteiten boden. Behalve juridische bescherming beschikten deze instituties over logementen, herbergen en taveernes, opslagplaatsen, ovens, badhuizen, bordelen en kapellen. Hoe ontwikkelden deze instellingen zich in de loop van de tijd, welke rol speelden zij in de internationale handel en hoe beïnvloedden zij ‘cross-cultural’ contacten, bijvoorbeeld tussen moslims en christenen in Noord-Afrika? Aandacht voor funduqs, fondacos, vitten en factorijen in vergelijkend perspectief kan overeenkomsten en verschillen aan het licht brengen en zo inzicht bieden in de successen en problemen van Europese handelaren die actief waren op grote afstand van hun stad van herkomst. Hiermee kan worden aangesloten bij actuele debatten op het terrein van de new institutional economics en global history.
Leerdoelen
De student kan
een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij
- relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken
- vakliteratuur zoeken, beredeneerd selecteren en ordenen
- een wetenschappelijk debat analyseren
- het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen
een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges
reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd
bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek
bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren
De student heeft
- kennis van een hoofdonderdeel, meer specifiek van
- de Middeleeuwse grondslagen van de Europese geschiedenis; in het bijzonder voor de organisatie van internationale handel en scheepvaart en contacten met de buiten-Europese wereld
- kennis van en inzicht in kernbegrippen, onderzoeksmethoden en –technieken van de middeleeuwse geschiedenis, inclusief de zestiende eeuw; het gebruik van laatmiddeleeuwse administratieve en andere bronnen(edities)
- Kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de methodiek en de methodologie van de geschiedwetenschap
Rooster
Onderwijsvorm
- Werkcollege
Studielast
Totale studielast voor de cursus: 280 uur
uren die aan het volgen van college worden besteed: 2 uur p.w. x 13 weken = 26 uur
tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur en tijd voor het maken van opdrachten, al dan niet ter voorbereiding op het college: 100 uur
tijd voor het schrijven van een werkstuk (inclusief inlezen / onderzoek): 154 uur
Toetsing
werkstuk gebaseerd op primair bronnenonderzoek van 7200 woorden, inclusief noten en bibliografie (60%) (leerdoelen A1, A2, A3, A4, B, C, D, E, F1, F2, F3)
mondelinge presentatie (20%) (leerdoelen A3, A4, B, F1)
opdrachten en participatie (20%) (leerdoelen A1, A2, A3, A4)
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers in combinatie met de aanvullende eis dat het cijfer van het werkstuk altijd voldoende moet zijn.
Tussentijdse opdrachten en referaten kunnen alleen in uitzonderlijke omstandigheden herkanst worden. Het werkstuk kan herkanst worden, de deadlines staan vermeld in het Overzicht deadlines van de Opleiding Geschiedenis.
Blackboard
Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor het beschikbaar stellen van studiemateriaal, voor het uitwisselen van onderzoeksgegevens, opdrachten en dergelijke.
Literatuur
De te gebruiken literatuur zal worden gereserveerd in de UB. Lezen voor het eerste college:
O.R. Constable, Housing the Stranger in the Mediterranean World. Lodging, Trade and Travel in Late Antiquity and the Middle Ages (Cambridge 2003) 1-10
S. Ogilvie, Institutions and European trade merchant guilds, 1000-1800 (Cambridge 2011) 1-18.
O. Gelderblom, Cities of Commerce. The Institutional Foundations of International Trade in the Low Countries, 1250-1650 (Princeton en Oxford 2013) 1-18.
Aanmelden
via uSis.