Studiegids

nl en

"In elk land, in iedere stad". De uitbreiding van het Jodendom in de Mediterrane Wereld

Vak
2014-2015

Toegangseisen

  • Geschiedenisstudenten: BSA-norm en beide propedeuse Themacolleges behaald.

  • GLTC studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Methodenblok behaald.

  • OCMW studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Seminar OCMW (1e jaar) behaald.

  • Voor overigen: propedeusecollege Oude Geschiedenis.

Kennis van klassiek/Koine Grieks, Latijn of Hebreeuws/Aramees is behulpzaam, maar niet verplicht.

Beschrijving

In elke land, in iedere stad, schrijft de historicus Flavius Josephus, had je Joodse gemeentes tegen kunnen komen: Alexandrie, Rome, Efese, maar ook Syrie langs de Eufraat of in de woestijn van Palestina. Al in het 6e eeuw v.Chr. waren Joden in Babylonie aanwezig, en in de 5e in Egypte, maar de echte uitbreiding door het hele mediterrane gebied verliep tussen de 2e eeuw voor en de 1e eeuw na Christus. Het Jodendom wordt een van de meest “succesvolle” religies genoemd waar het de verspreiding betreft – maar het bleef altijd een “vreemde eend” in de religieuze vijver van de antieke wereld. De moderne wetenschappelijke debat laat zien: Grieken en Romeinen vonden het Jodendom vanwege haar “monotheisme” aantrekkelijk, maar tegelijkertijd lieten ze hun spot en vooroordelen horen over sjabbat (een bewijs van luiheid), besnijdenis (een vorm van kastratie) of spijswetten (Joden eten geen varkens, maar wel mensen). Hoe heeft het dan kunnen gebeuren dat Joden grote en cultureel ontzettend dynamische gemeentes konden stichten? Hoe hebben ze hun plaats – ook juridisch – binnen hun stad kunnen vinden en hun identiteit kunnen bewaren? Hoe veel compromis met de niet-Joodse wereld omheen was toegestaan en waar waren de grenzen? Het Jodendom was dus niet alleen geografisch ontzettend dynamisch, ook inhoudelijk. En naast de globale natuur vanwege de razendsnelle uitbreiding door de regio’s heen heeft het antieke Jodendom altijd ook een heel lokaal karakter. Joden leefden anders in Rome dan in Jeruzalem. Hoe hielden ze contact, hoe herkenden ze elkaar als Joden? Deze vragen willen we in dit college verkennen.

Leerdoelen

De student kan:

    1. een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
    1. reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
    1. een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij:
      a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
      b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
      c. een wetenschappelijk debat analyseren;
      d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
    1. een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, daarbij;
      a. een realistische planning hanteren;
      b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
      c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
      d. feedback geven en ontvangen;
      e. aanwijzingen van de docent verwerken.
    1. participeren in de discussies tijdens colleges.

De student heeft:

    1. kennis van verschillende stromingen van het antieke jodendom in de Grieks-Romeinse oudheid in de periode tussen 200 v.C. en 150 n.C.;
    1. kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van een hoofdonderdeel;
    1. kennis van en inzicht in de historiografie en de geschiedtheorie.
  • 9 inhoudelijke kennis verworven over Joodse tekstuele en materiële cultuur in relatie met de cultuur van het Grieks-Romeinse Mediterrane Zeegebied;

    1. inzicht verworven in vormen van inculturatie van Joden in steden en regio’s zoals Egypte en in reacties van niet-Joden.

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis.

Onderwijsvorm

Werkcollege.

Studielast

Totale studielast 10 ec x 28 uur = 280 uur:

  • college: 2 uur per week x 13 weken = 26 uur;

  • gezamenlijk te lezen literatuur: 500 pagina’s = 70 uur;

  • opdracht 1 = 10 uur;

  • opdracht 2 = 10 uur;

  • opdracht 3 = 10 uur;

  • becommentariëren elkaars werk op blackboard = 4 uur;

  • voor werkstuk te lezen specifieke literatuur 700 pagina’s = 100 uur;

  • schrijven werkstuk = 50 uur.

Toetsing

  • Werkstuk (6000 woorden, inclusief noten en bibliografie)
    Getoetste leerdoelen: 2, 3a-d, 4a-e, 6a-c, 7, 8

  • Opdracht1 (gezamenlijke bibliografie)
    Getoetste leerdoelen: 1, 3a

  • Opdracht 2 (inleiding werkstuk)
    Getoetste leerdoelen: 3a-d, 9-10

  • Referaat
    Getoetste leerdoelen: 2, 3a-d, 4a-d, 9-10

  • Participatie
    Getoetste leerdoelen: 4d, 5

Weging
Werkstuk: 60%
Opdracht 1: 10%
Opdracht 2: 10%
Referaat: 10%
Participatie: 10%

Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers in combinatie met de aanvullende eis dat het cijfer op het werkstuk altijd voldoende moet zijn.

Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline.

Blackboard

Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor:

  • het collegeschema;

  • bekendmaking literatuur;

  • uitleg opdrachten;

  • becommentariëren van elkaars werk.

Literatuur

  • J.C.M. Barclay, Jews in the Mediterranean Diaspora From Alexander to Trajan (323 BCE-117 CE), Edinburgh 1996;

  • E.P. Sanders, Judaism. Practice and Belief (63 BCE-66 CE), London 1992:

  • M. Goodman, Rome and Jerusalem. The Clash of Ancient Civilizations, London 2007;

  • J.J. Collins/D.C. Harlow (eds.), Early Judaism. A Comprehensive Overview, Grand Rapids/Cambridge 2012.

De boeken van Goodman en Collins/Harlow worden ter aanschaffing aanbevolen, niets moet vooraf bestudeerd worden. Een lijst met verdere literatuur wordt aan het begin van het college beschikbaar gemaakt.

Aanmelden

Via uSis.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing.

Contact

dhr. Prof.dr. J.K. Zangenberg

Opmerkingen

Studenten van de bachelor Griekse en Latijnse taal en cultuur hebben toegang tot dit werkcollege. In overleg met de docent kunnen ze dit werkcollege volgen voor 5 of 10 ECTS.