Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
De pedagogische wetenschappen omvatten een breed scala aan specialisaties en werkvelden die in dit onderdeel aan de orde komen. Theorieën en hun relatie met onderzoek en praktijk op de verschillende deelgebieden zullen aan bod komen. In het eerste deel (A) van Inleiding in de Pedagogische en Onderwijswetenschappen 2 zijn dat:
Onderwijsstudies: leren en opleiden van kinderen en jongeren. Hoe leren we van ervaringen en hoe bouwen we kennis op? Wat gebeurt er in de hersenen tijdens leren? Wat kenmerkt effectief onderwijs?
Gezinspedagogiek: opvoeding over de grens. Is de gehechtheidstheorie geldig over de grenzen van culturen heen? Welke verschillen in opvoeding zijn er tussen culturen? Wat zijn de intergenerationele effecten wanneer de opvoeding grenzen overschrijdt in de vorm van traumatische ervaringen? Wat is de invloed van de opvoeding op cognitieve en gezondheidsuitkomsten?
Het vak is verdeeld in twee delen.
Onderwijsstudies
Onderwijsstudies biedt inzicht in hoe individuen leren, wat de mentale processen zijn die daarbij een rol spelen en hoe die processen (kunnen) worden beïnvloed. Door te begrijpen hoe leerlingen leren, kan de onderwijspraktijk zich beter richten op en aanpassen aan de unieke kenmerken van leerlingen. Hierbij komt ook de neurologische basis van leren ter sprake.
Gezinspedagogiek
De Gezinspedagogiek richt zich op de wetenschappelijke bestudering van het opvoedingsgericht handelen in het gezin en gezinsondersteunende of aanvullende instellingen. De rol van de gezinspedagoog is niet het diagnosticeren of het behandelen van leer- of gedragsproblemen maar het geven van voorlichting en opvoedingsondersteuning aan gezinnen en opvoeders. Binnen de specialisatie Gezinspedagogiek ligt de nadruk op het empirisch onderzoek waarbij ouders en kind bestudeerd worden vanuit zowel een intercultureel als een gedragsperspectief.
Leerdoelen
De doelstelling van dit onderdeel is tweeledig. Allereerst dienen studenten tijdens dit onderdeel basiscompetenties (waaronder het verwerven van wetenschappelijk gefundeerde kennis) met betrekking tot de maatschappelijke aandachtsgebieden van de pedagogische wetenschappen te verwerven (in deel A zijn dat de werkvelden Onderwijsstudies en Gezinspedagogiek). Dit zijn competenties waarover elke student en afgestudeerde dient te beschikken, ongeacht de keuze van specialisatie en die helpen deze keuze beter te onderbouwen.
Het tweede doel is het aanleren van bepaalde onderzoeksvaardigheden zoals het analytisch en kritisch kunnen nadenken (over pedagogische vraagstukken) en het wetenschappelijke schrijven. Door het maken van opdrachten en het schrijven van papers worden rapportagevaardigheden geoefend. Studenten leren een probleemstelling scherp te formuleren, een argumentatie op te bouwen, te verwijzen naar relevante theoretische kennis en een samenhangend geheel te construeren. Als afgestudeerd pedagoog zullen studenten in de latere beroepspraktijk zich schriftelijk op een zakelijke en wetenschappelijk gefundeerde manier moeten kunnen uitdrukken.
Eindtermen
1. Vakinhoud
1.1 De bachelor heeft kennis van en inzicht in fundamentele begrippen en theorieën uit de pedagogische en aangrenzende wetenschappen.
1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen.
1.3 De bachelor heeft kennis van modellen van diagnostiek, assessment en behandeling en interventie.
1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld.
2. Methoden en technieken van onderzoek
2.1 De bachelor heeft basiskennis van en inzicht in de gangbare methoden en technieken van pedagogisch onderzoek, met inbegrip van de hoofdfases van wetenschappelijk onderzoek.
3. Academische Vaardigheden
3.1 Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern.
3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken.
3.3 Het formuleren van een consistente visie of betoog met passend afgewogen wetenschappelijke argumenten.
3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.
4. Professioneel Gedrag
4.1 Kan wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op opvoedings- en onderwijsvraagstukken.
4.2 Is in staat om met begeleiding kennis van het vakgebied te verdiepen en verbreden.
4.3 Is in staat om het eigen leerproces te sturen.
4.6 Kan anderen feedback geven en omgaan met feedback van anderen.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges en werkcolleges in de vorm van online discussieforumsessies.
Vragen kunnen tijdens de hoorcolleges en de werkcolleges worden gesteld.
Voor dit vak wordt een paper geschreven. Voordat dit vak start, moet er gekozen worden of deze schrijfopdracht voor Onderwijsstudies of voor Gezinspedagogiek gemaakt zal worden. Op Blackboard zal hier meer informatie over te vinden zijn.
Toetsing
Verwerkingsopdrachten
Paper
Multiple choice vragen
De tentamenvragen tellen voor 50% mee voor het eindcijfer en het cijfer voor de paper telt eveneens voor 50% mee, waarbij geldt dat voor elk onderdeel minimaal een 5,5 behaald dient te zijn. Ook de verwerkingsopdrachten moeten voldoende zijn gemaakt voor het behalen van dit vak.
Blackboard
Van de studenten wordt verwacht dat zij voor de start van het vak en tijdens het vak regelmatig Blackboard raadplegen.
Literatuur
Saab, N., & Van den Broek, P. (Eds.) (2011). Introduction to Educational Studies. Harlow, England: Pearson Education Limited.
Van IJzendoorn, M. H. (2008). Opvoeding over de grens: gehechtheid, trauma en veerkracht. Den Haag: Boom Lemma.
Wetenschappelijke artikelen worden op Blackboard bekend gemaakt.
Aanmelden
Onderwijs
Het is verplicht om je voor ALLE hoorcolleges en werkgroepen apart in te schrijven via uSis. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan onderwijs. Op de website over vakinschrijving vind je de inschrijfperiodes en verdere informatie over de procedure.
Tentamens
Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan het tentamen. Meer informatie vind je in de Tentamenregeling FSW.
Contact
De coördinator van dit vak is dr. K. Stroet
Met vragen over het Gezinspedagogiek-deel kan contact opgenomen worden met dr. S. van Berkel. Het spreekuur van mevrouw Van Berkel tijdens de collegeperiode wordt nader bekend gemaakt.