Studiegids

nl en

Stage Kinderen met leer- en gedragsproblemen in het onderwijs

Vak
2015-2016

Ingangsvoorwaarden

Voor studenten die zich willen kwalificeren voor de NVO-registraties Basis-Orthopedagoog en de Basisaantekening Diagnostiek geldt dat zij een klinische praktijkstage moeten lopen. Bovendien moeten zij ook op Bachelor niveau aan de eisen van de NVO voldoen. Studenten die zich niet willen kwalificeren voor bovengenoemde NVO-registraties kunnen ook een onderzoeksstage lopen.

Voor studenten van de specialisatie Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het Onderwijs gaan de uren voor de Basisaantekening Diagnostiek pas tellen als zij de laatste demo-bijeenkomst van het vak [Klinische vaardigheden](https://studiegids.universiteitleiden.nl/courses/46205/klinische_vaardigheden "Diagnostiek en Behandeling") hebben bijgewoond of de laatste bijeenkomst van [Learning Problems and Impairments](https://studiegids.universiteitleiden.nl/courses/46251/learning_problems_and_impairments_clinical_assessment_and_treatment "Clinical Assesment and Treatment") èn deel hebben genomen aan het tentamen van het vak Kinderen met Speciale Onderwijsbehoeften.

Zie voor meer informatie de Wegwijzer Masterstage.

Vakbeschrijving

De klinische praktijkstage van de Masterspecialisatie Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het Onderwijs biedt studenten de mogelijkheid kennis te maken met de manier waarop in een schoolsetting interventies worden ontwikkeld en gebruikt voor kinderen met achterblijvende leerprestaties. Het eerste deel van de stage staat in het teken van het, onder begeleiding van de stagedocent, oefenen met de methode Continue Voortgangsmonitoring (CVM ), een psychometrisch onderbouwde, praktisch bruikbare methode die orthopedagogen in de schoolsetting kunnen gebruiken om de voortgang van leerlingen te monitoren en interventies te ontwerpen en implementeren. Iedere student volgt een aantal leerlingen. De student gaat vervolgens in het tweede deel van de stage CVM gebruiken om voor meer leerlingen met leer- en gedragsproblemen passend onderwijs te ontwikkelen binnen de schoolsetting.
Een onderzoeksstage binnen de Masterspecialisatie Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het Onderwijs biedt de student de mogelijkheid bekend te raken met onderzoeksactiviteiten op dit gebied. In de stage wordt de nadruk gelegd op het uitvoeren van verschillende onderzoeksactiviteiten zoals het werven van proefpersonen, het onder supervisie verzamelen en coderen van onderzoeksdata (in het lab, thuis, in de kliniek) en het analyseren van data. Onderzoeksstages worden vaak aangeboden in combinatie met een Masterproject.

Leerdoelen

De algemene leerdoelen van de stage zijn:
1. Het integreren van eerder in de opleiding aangeleerde kennis en vaardigheden met de (onderzoeks)praktijk, met name in realistische werksituaties.
2. Het verwerven van verdere relevante kennis en vaardigheden en inzicht in praktische situaties in het werkveld.
3. Intensief kennismaken met een onderzoeks- of pedagogisch werkveld.
4. Leren zelfstandig en verantwoordelijk te functioneren in een organisatie (professionele houding).
5. Zicht krijgen op de eigen mogelijkheden en beperkingen in professionele situaties.

Eindtermen

1 Substantive knowledge

1.1 has profound knowledge of the various theories and methodological approaches common within the domain of one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.2 is able to analyse and conceptualise questions and problems in one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.3 has the capacity to identify a theoretical framework suitable for addressing problems and issues relevant for one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.4 has knowledge of models and methods of prevention and intervention relevant for one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.5 is acquainted with the professional field of the Master’s specialisation.

2 Research methods and statistics

2.1 is competent in methodological and technical research skills that are current in Education and Child Studies in general, and in the Master’s specialisation in particular;
2.2 is able to independently design, organise, and conduct research in one of the specialisations of the Masters’ programme;
2.3 is able to critically evaluate aspects of study design and methodology in empirical research.

3 Academic skills

3.1 describing and analysing practical and theoretical issues in human development from both a scientific and an ethical point of view;
3.2 analysing and evaluating scientific literature critically to establish its practical or theoretical relevance;
3.3 formulating a consistent line of reasoning, based on scientific arguments;
3.4 reporting orally and in writing on issues in human development both in an academic and in a professional context.

4 Professional conduct

4.1 connect scientific knowledge and insights to practical issues in human development;
4.2 analyse child-raising and/or educational issues and establish appropriate professional strategies;
4.3 collaborate with others and take responsibility in a professional team;
4.4 independently acquire new knowledge and insights relevant in a professional context;
4.5 reflect on his/her own learning process and substantiate choices.

Rooster

Stagebijeenkomsten vinden overdag plaats en worden gepland door de stagedocent.

Onderwijsvorm

Tijdens de stage krijg je begeleiding vanuit de opleiding en vanuit de stage-instelling.

Stagedocent

Vanuit de opleiding word je begeleid door je stagedocent. Dit geldt ook voor studenten die een onderzoeksstage lopen. De begeleiding bestaat uit individuele gesprekken en/of een aantal groepsbijeenkomsten. De stagedocent zal je vragen om kritisch te reflecteren op je leerproces. Je stagedocent bekijkt ook of je stageplan voldoende diepgang heeft en beoordeelt je stageverslag aan het eind van je stage. De tussentijdse en eindevaluatie vindt plaats met je stagedocent en indien van toepassing ook met de externe stagebegeleider.

Stagebegeleider

De stagebegeleider is je dagelijks begeleider in de organisatie/instelling waar je stage loopt. Hij of zij geeft je de kans om nuttige praktijkervaring op te doen binnen de instelling en zorgt dat je over de noodzakelijke faciliteiten beschikt om je taken op de stageplaats uit te kunnen voeren. Daarnaast geeft de stagebegeleider een advies aan je stagedocent voor de tussentijdse evaluatie en de eindbeoordeling. Precieze afspraken over de begeleiding in de instelling maak je voorafgaand aan je stage en deze worden in het stagecontract vastgelegd.

Rolverdeling stagebegeleider & stagedocent

Zowel de stagebegeleider (stage-instelling) als de stagedocent (universiteit) beoordelen de student tijdens de stage. De stagebegeleider richt zich in de beoordeling voornamelijk op het professionele handelen van de student tijdens de stage, terwijl de stagedocent bij de beoordeling de nadruk legt op niveau en aard van de academische reflectie en activiteiten van de student tijdens de begeleiding op de universiteit en in de kwaliteit van zijn/haar verslagen.

Reflectie

Tijdens de stage maak je een aantal (reflectie)opdrachten, waarin het academisch karakter van je stage aan bod komt. Denk hierbij aan een reflectie op je voortgang, een beschrijving van de theoretische achtergrond van het onderzoeksproject waaraan je deelneemt, een analyse van de stage-instelling of een beschrijving van de wetenschappelijke inzichten die richtinggevend zijn voor het praktisch handelen binnen de instelling. Deze opdrachten bespreek je met je stagedocent en/of medestudenten. Met deze opdrachten reflecteer je op je leerproces en de ontwikkeling van je professionele gedrag. Een deel van deze opdrachten is onderdeel van het stageverslag, dat je aan het eind van je stageperiode schrijft.

Toetsvorm

Tussentijdse evaluatie

Halverwege je stage vindt een tussentijdse evaluatie plaats. Het doel van de tussentijdse evaluatie is na te gaan hoever je bent met het behalen van je persoonlijke leerdoelen en vaststellen of er aanpassingen nodig zijn in de werkzaamheden die je doet. Eventuele knelpunten komen aan de orde en er wordt gezamenlijk gezocht naar een oplossing of volgende stap in je leerproces. Er zijn op Blackboard richtlijnen aanwezig voor het maken van een tussentijds reflectieverslag ten behoeve van de tussentijdse evaluatie.
Daarnaast vult je stagebegeleider een tussentijdsbeoordelingsformulier in (zie Blackboard).

Eindbeoordeling

Aan het einde van je stageperiode bepaalt de stagedocent het eindcijfer. Dit cijfer is gebaseerd op (1) het beoordelingsadvies van de stagebegeleider, (2) de kwaliteit van de door de student ingeleverde opdrachten en de participatie in stagebijeenkomsten, (3) de kwaliteit van het stageverslag en/of eindproduct. Beoordelingsformulieren zijn beschikbaar op Blackboard. De beoordeling wordt besproken met de student tijdens het eindgesprek.

Blackboard

Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Afhankelijk van de stage.

Aanmelden

Onderwijs

Aanmelden voor de stage is verplicht. Studenten kunnen hiervoor contact opnemen met het Stagebureau Pedagogische Wetenschappen

Tentamen

NB Dit vak wordt afgesloten met een paper. Voor vakken die afgesloten worden met een paper i.p.v. een tentamen hoef je je niet aan te melden via uSis.