Studiegids

nl en

Voedselrellen, voedselhandel en overheidsoptreden in West-Europa, 1500-1900

Vak
2016-2017

Toegangseisen

De BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.

Beschrijving

Markten, bakkerijen en andere plaatsen waar voedsel verkocht werd, waren in de vroegmoderne en moderne periode soms het toneel van voedseloproer. Daarbij kon brood, graan of boter worden verdeeld, geroofd, onder dwang verkocht of zelfs vernietigd. Dergelijk oproer werd lange tijd beschouwd als een blinde reactie van een ongeïnformeerde massa op prijsstijgingen, tot de Britse historicus E. P. Thompson in de jaren 1970 met een andere interpretatie kwam. Hij zag voedselrellen als onderdeel van een onderhandelingsproces tussen ‘het volk’ en hun plaatselijke leiders. Mensen kwamen in opstand tegen economische praktijken die ingingen tegen hun rechtvaardigheidsgevoel en de moral economy, tegen praktijken waarbij enkelingen winst maakten terwijl anderen honger leden of diep in de buidel moesten tasten om dat te vermijden. De toegenomen frequentie van voedseloproer in deze periode zou een symptoom zijn van de ontwikkeling van het kapitalisme en de vorming van nationale staten.

In dit werkcollege wordt ingegaan op de verschillende vormen die voedseloproer kon aannemen, de omstandigheden die een ‘trigger’ voor oproer vormden, de rol die vrouwen speelden bij rellen, de manier waarop voedsel verhandeld werd, de manier waarop overheden konden ingrijpen in de voedselhandel en oproer trachtten te vermijden, en op de vraag waarom voedselrellen verdwenen in de loop van de 19de eeuw. Wordt er dan niet meer gemord over voedsel? Verdwijnt de bezorgdheid om voedselvoorziening, of speelt de moral economy geen rol meer? Wat is dan wel de motivatie van latere rellen?

Dit BA-WC is gekoppeld aan het Kerncollege BA2: De grenzen van de macht (semester 1).

Leerdoelen

Algemene Leerdoelen

De student kan:

  1. een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
  2. een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
  3. reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
  4. een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, en daarbij;
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.
  5. participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  1. De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort; bij de afstudeerrichting Economische Geschiedenis: van de mondiale interactie van handelsnetwerken in de vroegmoderne tijd; de negentiende-eeuwse industrialisatie van Nederland in wereldhistorisch perspectief; en de political economy van de globaliserende economie in de twintigste eeuw.

  2. De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht; bij de afstudeerrichting Economische Geschiedenis: voor de toepassing van economische concepten in de geschiedschrijving, en inzicht in de interactie tussen beleid en economie; gebruik van zowel kwalitatieve als kwantitatieve bronnen.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  1. Heeft inzicht in de vormen van voedselrellen, de omstandigheden waarin die plaatsvonden en de motivaties van de deelnemers.
  2. Heeft inzicht in de bredere sociale en economische transformaties op het terrein van voedselproductie, -handel en -consumptie.
  3. Is in staat een aspect/een casus van voedselrellen te bestuderen en het resultaat daarvan uiteen te zetten in een schriftelijk werkstuk.
  4. Heeft kennis van een aantal kerndebatten in de historiografie van de Economische Geschiedenis.

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Werkcollege

Studielast

Totale studielast 10 EC x 28 uur = 280 uur

  • Bijwonen colleges: 2 uur p.w. x 13 uur = 26 uur.

  • Bestuderen literatuur: ca. 40 pp., 6 × 13 weken = ca. 78 uur.

  • Voorbereiden referaat: 8 uur.

  • Voorbereiden gezamenlijk referaat: 8 uur.

  • Materiaal voor werkstuk verzamelen en bestuderen: ca. 76 uur.

  • Werkstuk schrijven: ca. 84 uur.

Toetsing

  • Werkstuk (6000 woorden, gebaseerd op literatuur, inclusief noten en bibliografie)
    Getoetste leerdoelen: 2-4, 6, 8-11

  • Mondelinge presentaties (individueel en gezamenlijk)
    Getoetste leerdoelen: 1, 3-4

  • Participatie
    Getoetste leerdoelen: 5, 7, 11

  • Opdracht 1 Voorlopige Inleiding en centrale vraagstelling
    Getoetste leerdoelen: 4, 10

  • Opdracht 2 Voorlopige literatuurlijst en eventuele primaire bronnen
    Getoetste leerdoelen: 4, 10

Weging

Werkstuk: 70%
Mondelinge presentaties: 10%
Participatie: 10%
Opdracht 1: 5%
Opdracht 2: 5%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn, en dat de student aan alle toetsonderdelen deelneemt; tussentijdse opdrachten en referaten kunnen alleen in uitzonderlijke gevallen worden herkanst.

Deadlines

Voor de deadline voor het inleveren van de werkstukken zie overzicht deadlines

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Voor de deadline zie overzicht deadlines

Blackboard

Via Blackboard wordt studiemateriaal en sommige artikelen ter beschikking gesteld, en worden cijfers meedegedeeld.

Literatuur

De literatuur wordt bij aanvang van het werkcollege meegedeeld.

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing.

Contact

Dr. W. Ronsijn

Opmerkingen

Niet van toepassing.