Beschrijving
Hoe is ons openbaar bestuur eigenlijk ontstaan? Wat is de oorsprong van hedendaagse instituties en organisaties? Welke invloed heeft het verleden op het hedendaags openbaar bestuur? Waar zit verandering en continuïteit? In het vak bestuursgeschiedenis geven wij de aanzet om op dit soort vragen een antwoord te geven. Enerzijds besteden wij in deze cursus aandacht aan ontstaan, groei en verandering van elementen van het Nederlandse openbaar bestuur van de middeleeuwen tot nu om bestuurlijke ontwikkelingen in verleden, heden en toekomst te doorgronden. Anderzijds hebben wij aandacht voor bestuursgeschiedenis als wetenschappelijke discipline in samenhang met de studie Bestuurskunde. De idee dat handelingen en gebeurtenissen in het verleden van invloed zijn op beslissingen en beleid in het heden wordt intuïtief veelal wel erkend. Het blijft echter vaak de vraag hoe, in welke mate en waarom dit dan het geval is. Een overzicht van belangrijke bestuurshistorische vragen, theorieën, concepten en discussies stelt studenten in staat hierop een antwoord te geven. De cursus laat zien dat kennis van het bestuurlijke verleden niet alleen maar leuk is om te weten maar dat het ook anderszins bijzonder nuttig kan zijn voor de moderne Bestuurskundige.
Leerdoelen
Kennis hebben van een historisch overzicht van het Nederlandse openbaar bestuur van de Middeleeuwen tot nu.
Identificeren en herkennen van de historische achtergronden (continuïteit en verandering) van kenmerkende hedendaagse ontwikkelingen in het openbaar bestuur.
Kennis hebben van verschillende thema’s van (actueel) bestuurshistorisch onderzoek
Belangrijke theorieën, vragen en concepten uit de bestuursgeschiedenis gebruiken voor Bestuurskunde als wetenschappelijke discipline.
Ervaring opdoen met het schrijven van een korte online open access wetenschappelijke publicatie over een bestuurshistorisch onderwerp.
Rooster
Op de openingspagina Bestuurskunde vind je aan de rechterzijde van de E-gids doorlinkmogelijkheden naar de website en de roosters, uSis and Blackboard.
Onderwijsvorm
Dit vak bestaat uit 7 hoorcolleges van ieder twee uur. Op het eerste en laatste college na, hebben alle hoorcolleges feitelijk eenzelfde structuur.
Ten eerste zal een nadere blik worden geboden op een overzicht van de Nederlandse bestuursgeschiedenis in een bepaalde periode, gekoppeld aan inzichten en vraagstukken met betrekking tot bestuursgeschiedenis als wetenschappelijke discipline.
Ten tweede wordt er in colleges ook aandacht besteed aan specifieke actuele voorbeelden of thema ‘s van bestuurshistorisch onderzoek. Deze voorbeelden worden deels verzorgd door gastsprekers en zijn bedoeld om studenten een idee te geven van de breedte en mogelijkheden van bestuurshistorisch onderzoek en hen kennis te laten maken met verschillende (actuele) bestuurskundige onderwerpen en hun relatie met geschiedenis.
In de cursus zullen studenten in het kader van een schrijfopdracht ook ervaring opdoen met ‘modern publiceren’ door het schrijven van een korte online open access publicatie over een bestuurshistorisch onderwerp. In een eenmalig afzonderlijk werkcollege zal hier aandacht aan worden besteed.
Naast uitleg van de opdracht en werkwijze komen vooral de volgende onderwerpen ter sprake:
Wat zijn criteria voor een goede online wetenschappelijke publicatie?
Wanneer is informatie goed gedocumenteerd met correcte bronvermeldingen?
Hoe verricht je historisch onderzoek naar een bestuurskundig onderwerp?
Hoe schrijf je informatie goed en leesbaar op voor een breed publiek?
Deelname aan colleges / werkgroep: Deelname aan de hoorcolleges is facultatief maar wordt uiteraard sterk aanbevolen. Deelname aan de eenmalige werkgroep ten behoeve van de schrijfopdracht is verplicht.
Studielast
Totaal aantal te besteden uren voor dit vak is 140 uur waarvan:
Contacturen: 16 uur (14 uur college + 2 uur tentameninzage / feedback)
Toetsing: 3 uur
Zelfstudie en werken aan schrijfopdracht: 121 uur
Toetsing
Toetsing voor dit vak voor minor en keuzevakstudenten bestaat uit twee onderdelen:
Een boekbespreking over een zelfstandig gekozen boek van een vooraanstaande bestuurshistoricus (25%, deelcijfer 1)
Een schriftelijk tentamen met open vragen over alle besproken stof uit literatuur en hoorcolleges (75%, deelcijfer 2). Minorstudenten volgens geen werkgroepen. Ter compensatie van de werkgroep opdracht krijgen zij een extra essay vraag op het tentamen.
Deelcijfers 1 en 2 kunnen gecompenseerd worden maar moeten gewogen een voldoende deelcijfer opleveren (5.5 of hoger). Deelcijfer 2 mag niet worden gecompenseerd en moet dus zelfstandig een 5.5. of hoger zijn. Herkansingsregels, opdrachten en uitleg volgt in vakwijzer en hoorcolleges.
Het eindcijfer van de cursus komt tot stand door middel van een gewogen gemiddelde.
Het recht op het maken van herkansingen is aan regels gebonden. Zie de website van de examencommissie van de opleiding Bestuurskunde.
Blackboard
De docent maakt gebruik van Blackboard voor het verspreiden van alle essentiële informatie behorende bij het vak, zoals vakwijzers, uitleg van opdrachten en studiemateriaal. Blackboard zal ca. twee weken voor het begin van de cursus beschikbaar worden gemaakt. Studenten dienen zich zo spoedig mogelijk op Blackboard in te schrijven.
Literatuur
Wagenaar F.P., Kerkhoff, A.D.N. & Rutgers M.R. (red.). (2011). Duizend jaar openbaar bestuur in Nederland. Van patrimoniaal bestuur naar waarborgstaat (Bussum: Coutinho).
Artikelen door studenten zelf te zoeken. De vakwijzer bij de cursus bevat een uitgebreide handleiding voor het zoeken naar en gebruiken van de opgegeven literatuur.
Aanmelden
Sudenten worden ingeschreven voor de vakken door het OSC.
Contact
Dr. A.D.N. (Toon) KerkhoffSchouwburgstraat 2, 2511 VA Den Haag, Kamer B1.05
Spreekuur op afspraak.
E-mail: a.d.n.kerkhoff@fgga.leidenuniv.nl / +31 70 800 9484
Opmerkingen
Goede, leuke en effectieve colleges zijn gebaat bij actieve en betrokken docenten en studenten. Dit betekent dat studenten geacht worden de stof voorafgaand aan het college te bestuderen en vragen te stellen als zaken onduidelijk zijn. Dat laatste kan zowel voor, tijdens als na de colleges, mondeling of via e-mail.
Dit vak maakt onderdeel uit van het bestaande Bsc programma. Voor minorstudenten is het vak niveau 200 in plaats van 100. Het verschil wordt gevormd door toegevoegde literatuur van hoger niveau en een extra schrijfopdracht.