Studiegids

nl en

De criminele stad, 1600-1900

Vak
2016-2017

Toegangseisen

De propedeuse is voltooid en beide BA-Werkcolleges zijn met een voldoende afgerond.

Beschrijving

Criminaliteit is van alle tijden. Maar wat mensen als crimineel beschouwen en hoe dit wordt vervolgd: dat verandert door de eeuwen heen. De stad vormde in de vroegmoderne Republiek een bijzonder toneel voor allerlei criminele activiteiten. Het was precies die stedelijke context die de manier waarop mensen diefstal pleegden en vochten en ruzie maakten vormgaf. De vroegmoderne periode is om verschillende redenen interessant in het kader van de criminaliteitsgeschiedenis: zo was het een periode waarin het aandeel vrouwen in de criminaliteit veel hoger was dan vandaag de dag; droegen de mensen door intensief justitiegebruik actief bij aan het vervolgingsapparaat van de overheid; en was geweld in hoge mate gelinkt aan opvattingen over mannelijke en burgerlijke eer.

In dit college maken de studenten kennis met verschillende recente wetenschappelijke debatten ten aanzien van stedelijke criminaliteit in de vroegmoderne tijd in Europa. In het tweede gedeelte van het college gaan de studenten zelfstandig onderzoek doen in de rechterlijke archieven van verschillende Hollandse steden. Hierbij wordt ruim aandacht besteed aan het aanleren van bronnenkritiek. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de verschillende manieren waarop met bronnen gewerkt kan worden, bijvoorbeeld door middel van kwantitatieve of kwalitatieve analyses. De resultaten van dit onderzoek zullen worden verwerkt in een werkstuk waarbij de studenten actief terugkoppelen naar één van de besproken debatten.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

De student kan:

  1. een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    b. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
  2. een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, en daarbij:
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.
  3. reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd.
  4. bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek.
  5. bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren.
  6. participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  1. De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Seminar behoort;
    • bij de afstudeerrichting Sociale Geschiedenis: voor de verklaring van verschillen tussen groepen vanuit een vergelijkend (lokaal, regionaal of internationaal; klasse, gender, etniciteit en religie) en de rol van individuen, groepen, bedrijven en (internationale) organisaties (inclusief kerken) in processen van insluiting en uitsluiting vanaf ca. 1500 tot nu.
    1. De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht;
    • bij de afstudeerrichting Sociale Geschiedenis: voor de toepassing van sociaal-wetenschappelijke concepten en het verwerven van inzicht in de interactie in sociale processen op basis van onderzoek in kwalitatieve als kwantitatieve primaire bronnen.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  1. heeft kennis genomen van recente inzichten en debatten binnen de vroegmoderne criminaliteitsgeschiedenis en kan deze inzichten koppelen aan praktisch bronnenonderzoek.
  2. heeft kennis genomen van belangrijke literatuur op het gebied van de historische criminologie.
  3. kan werken met een interdisciplinair begrippenkader (vanuit o.a. de sociologie en rechtsgeleerheid).
  4. Kan werken met gerechtelijke (seriële) bronnen.

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Werkcollege

Studielast

Totale studielast 10 EC x 28 uur = 280 uur

  • Bijeenkomsten werkgroep (12 weken, 2 uur): 24 uur

  • Leesstof colleges en inlezen werkstuk: 80 uur

  • Archiefonderzoek, analyse en schrijven werkstuk: 86 uur

  • Mondelinge presentatie: 10 uur

Toetsing

  • Werkstuk (ca. 7200 woorden, inclusief noten en bibliografie; probleemgestuurd werkstuk op basis van primair bronnenonderzoek)
    Getoetste leerdoelen: 1-5, 7-12

  • Mondelinge presentatie
    Getoetste leerdoelen: 1-5, 7-12

  • Participatie
    Getoetste leerdoelen: 6, 7-12

Weging

Werkstuk: 70%
Referaat: 20%
Participatie: 10%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.

Deadlines

Voor de deadline voor het inleveren van de werkstukken zie overzicht deadlines

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Voor de deadline zie overzicht deadlines

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • het beschikbaar stellen van studiemateriaal

  • het inleveren van opdrachten

  • peer review opdrachten

  • onderlinge communicatie

Literatuur

De literatuur wordt via Blackboard beschikbaar gesteld.

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing.

Contact

Drs. E.C. Walhout

Opmerkingen

Geen