Studiegids

nl en

Bachelorproject Politicologie

Vak
2018-2019

Omschrijving

Doel 1: Het leren toepassen van concepten, theorieën en methoden in een onderzoek binnen een van te voren door de docenten geformuleerd kader;
Doel 2: Het uitvoeren van en rapporteren over een beperkt empirisch of literatuur onderzoek

Inhoud: In het bachelorproject leren studenten onderzoeksvragen formuleren, onderzoek ter beantwoording van die vragen te ontwerpen, een eigen onderzoek uit te voeren, en over dat onderzoek verantwoord en helder te rapporteren. Er worden verschillende projecten aangeboden die gestructureerd zijn rond een bepaald (redelijk breed) thema, waarbinnen de studenten een individueel onderzoek uitvoeren.
Met de eindrapportage – de Bachelorscriptie – vindt de afronding van de Bacheloropleiding Politicologie plaats. De scriptie is een individueel eindwerkstuk gebaseerd op althans deels eigen, oorspronkelijk onderzoek.

Het bachelorproject is een intensieve studieactiviteit, waarvoor de student tijdens blok 4 voltijds beschikbaar dient te zijn. Om die reden geldt er ook een aanwezigheidsplicht.

Inleidende bijeenkomst

Op maandag 19 november 2018 vindt, van 15.00-17.00 in lokaal 5A23 een inleidende bijeenkomst plaats. Daarin volgt nadere uitleg over het bachelorproject en introduceren de docenten hun deelprojecten. Ook is er gelegenheid tot vragen stellen.

Inschrijving

Zie algemene informatie onder tab 'Jaar 3'.

Bibliotheekinstructie

In januari vinden de vrijwillige bibliotheekinstructies plaats; elke student dient zichzelf in te schrijven via uSis voor één van onderstaande bijeenkomsten:

Donderdag 31 januari 2019, 09.00-11.00 in 1A46 (groep 01, act. code 18301)
Donderdag 31 januari 2019, 12.00-14.00 in 2B04 (groep 02, act. code 18302)
Vrijdag 1 februari 2019, 09.00-11.00 in 1A46 (groep 03, act. code 18303)
Vrijdag 1 februari 2019, 12.00-14.00 in 1A46 (groep 04, act. code 18304)

De inschrijving sluit op 25 januari 23.59uur

Bachelorproject thema’s

Bachelorproject 1 - Nationale Parlementen (Mickler; activiteitcode 7935)
Parlementen spelen een centrale rol binnen politieke systemen (het “linken” van burgers en controleren van de regering, het vormen en beïnvloeden van beleid). Er is een grote variatie in de wijze waarop parlementen zich organiseren en hoe actoren (partijen, individuele leden) zich binnen parlementen gedragen om hun functies efficiënt en verantwoordelijk uit te oefenen. In dit bachelordeelproject staat deze interne organisatie van parlementen centraal. De focus zal liggen op de manier hoe parlementen zich organiseren, hoe individuele parlementsleden zich gedragen en hoe binnen parlementen beleid gecontroleerd en gevormd wordt. Leidende onderzoeksthema’s zijn daarbij:

  • Verdeling van rechten of plichten binnen fracties (“office allocation in legislatures”)

  • Stemgedrag van parlementsleden

  • Gebruik van parlementaire controlemechanismen, e.g. kamervragen

  • Parlementaire loopbanen (“legislative careers”)

  • De verhouding tussen parlementsleden en hun kiesdistricten

In het BAP worden student geacht om een (beperkt) empirisch onderzoek uit te voeren. Studenten kunnen voor bepaalde landen kiezen en hun eigen focus bepalen. Er mag gebruik gemaakt worden van zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden, e.g. interviews met parlementsleden, inhoudsanalyse van speeches, partijprogramma’s, interviews, minutes (verslagen); enquêtes. Deze data worden geanalyseerd met (beperkt) statistische methoden.

Bachelorproject 2 - Politieke Theorie (Oversloot; activiteitcode 7936)
Wat wij democratie noemen is, volgens een klassieker opvatting, op zijn best een gemengde staatsvorm met enige democratische elementen. De rechtsstaat, men kan eraan gehecht zijn, maar de rechtsstaat kan ook gezien worden als een beperking van de democratie, en de (opkomende) democratie is in de negentiende eeuw ook wel gezien als een bedreiging van de rechtsstaat. ‘Hoeveel’ democratie is nodig om van een ‘echte ’democratie te kunnen spreken? Als men het houden van verkiezingen voor het vervullende van staatsambten niet als een oligarchisch element in de staatsorganisatie beschouwt, maar, in tegendeel, als de manier waarop democratie in ‘de moderne tijd’ gestalte wordt gegeven, welke staatsambten moeten dan verkiesbaar zijn om van een democratie te kunnen spreken? En als democratie samengaat met – en uitdrukking moet geven aan – de politieke gelijkheid van (volwassen) leden van de politieke gemeenschap, hoe ongelijk mag het ‘feitelijke gewicht’ van de individuele stemmen dan zijn? Hoe ongelijk mag de feitelijke politieke invloed van individuen dan zijn? Is democratie mogelijk in een staat met een zeer grote vermogens- en inkomensongelijkheid? (Of omgekeerd: Wordt democratie belemmerd door een landsleiding die juist inkomens- en vermogensgelijkheid nastreeft?) Veronderstelt democratie een gedeelde cultuur? De moderne democratie heeft gestalte gekregen binnen statelijk verband. Is democratie ook voorstelbaar in een ‘bovenstatelijke’ orde als de EG? Zijn daarvoor institutionele en/of andere veranderingen nodig? Welke? Als de EG te groot en (nog) te politiek en cultureel divers is om een democratie te kunnen vormen, kan een politieke gemeenschap ook te klein zijn voor een democratische rechtsstaat?

Voor uw poging om een antwoord te geven op een van deze of ‘soortgelijke’ vragen is ruimte in dit Bachelor-project In het Bachelor-programma is slechts een beperkt aanbod van cursussen geweest op het terrein van de politieke filosofie/theorie. U dient in elk geval de tweedejaarscursus “politieke filosofie” met succes te hebben afgerond. Aangenomen wordt ook dat u vertrouwd bent met de kwesties die aan de orde zijn geweest in de vervolgcursus “Democratietheorie”.

Bachelorproject 3 - Nederlandse Politiek (Nagtzaam; activiteitcode 7937)
Buiten en binnen Nederland is meer en meer sprake van de zogenoemde personalisering of presidentialisering van politiek en verkiezingen. Waar, bijvoorbeeld, in het verleden politieke partijen de dominante en collectieve politieke actoren waren, zijn dat nu de individuele politici. Het individu treedt nadrukkelijk op de voorgrond, niet alleen als individuele politicus maar tevens als privé persoon. Herhaalde beweringen aangaande personalisering en presidentialisering van (Nederlandse) politiek en verkiezingen roepen echter niet alleen (te onderzoeken) vragen op rondom de exacte aard en omvang van dit kennelijk recente verschijnsel, maar ook over de wijze(n) waarop individuele politici dan beoordeeld zouden worden. Als en voor zover personen er steeds meer toe doen, wat maakt hen dan aantrekkelijk of minder aantrekkelijk als politicus, stemmentrekker of iemand die kiezers niet weet te lokken, een populaire on impopulaire minister of minister-president? Deze en dergelijke vragen rondom personalisering en presidentialisering van in het bijzonder de Nederlandse politiek zullen, bovenal bezien vanuit politiek-psychologisch perspectief, centraal staan in het bachelordeelproject Politieke Psychologie. U dient in elk geval de tweedejaars cursus ‘Politieke Psychologie’ met succes te hebben afgerond.

Onderwijsvormen

Werkgroepbijeenkomsten, inloopbijeenkomsten, bibliotheekinstructie, en bovenal zelfstudie

Studiematerialen

Het methodologische basisboek Alan Bryman, Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press, 2012, 4th ed. (of de vijfde druk van 2016) wordt bekend verondersteld.
Januari 2018 is nadrukkelijk bedoeld om de kernliteratuur van het deelproject te lezen om de voorbereidende opdracht te maken. De kernliteratuur is te vinden op de blackboardpagina van het bachelordeelproject. Daar zal ook verdere informatie over het bachelorproject en de deelprojecten beschikbaar zijn.

Toetsing

Het schrijven van een Bachelorscriptie van voldoende wetenschappelijk niveau.
De deadline voor het inleveren van de eerste; de volwaardige en de definitieve versie van de Bachelorscriptie worden bekend gemaakt in de Syllabus welke beschikbaar wordt gesteld via Blackboard, vóór aanvang van blok IV.
Zowel de eerste als tweede versie van de Bachelorscriptie dienen via Turnitin en op papier worden ingeleverd. De bachelorscriptie wordt beoordeeld op : A. probleemstelling, B. theoretisch kader, C. methodologie, D. conclusie en reflectie; E. bronvermelding; F. leesbaarheid en presentatie en G. werkwijze.

Leids scriptie-repositorium

Goedgekeurde scripties worden bewaard in het Leids bachelor-scriptierepositorium na de afronding van uw Bachelorproject. U dient daarvoor een verklaring te ondertekenen.

Rooster

Rooster

Ingangseisen

Deelname aan het Bachelorproject is slechts toegestaan wanneer de propedeuse is behaald en ten minste 40 EC van het tweede jaar zijn behaald met inbegrip van het studieonderdeel Methoden en Technieken van Politicologisch Onderzoek en het onderdeel (cursus) dat de inhoudelijke grondslag vormt voor het bachelordeelproject.