Omschrijving
Doel 1: Het verschaffen van kennis van en inzicht in de grondslagen en structuur van het Nederlandse rechtsstelsel.
Doel 2: Het verschaffen van kennis van en inzicht in de ontwikkeling van de rechtsstaat in Nederland.
Doel 3: Het verschaffen van kennis van en inzicht in de centrale concepten van en theoretische rechtvaardigingen die ten grondslag liggen aan de democratische rechtsstaat.
Doel 4: Het verschaffen van kennis van en inzicht in enkele hedendaagse spanningen in en toekomstige uitdagingen voor de democratische rechtsstaat in Nederland.
Inhoud
Deze cursus beoogt studenten wegwijs te maken in het Nederlandse recht in algemene zin en in de (democratische) rechtsstaat in het bijzonder. Na twee inleidende colleges waarin ons recht en rechtsbedrijf op hoofdlijnen worden geschetst, zal gedurende zes weken nader ingegaan worden op de rechtsstaat. Middels een historisch overzicht van haar ontwikkeling sinds de vroegmoderne tijd, worden de centrale concepten die in de Nederlandse rechtsstaat zijn vervat voor het voetlicht gebracht. Ook wordt stilgestaan bij spanningen in de hedendaagse rechtsstaat en uitdagingen in de toekomst. In wekelijkse opdrachten wordt de materie gekoppeld aan vragen en voorstellen uit het eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel (‘Lage drempels, hoge dijken: Democratie en rechtsstaat in balans’, Boom, 2018).
Onderwijsvormen
Van tevoren opgenomen hoorcolleges, zelfstudie voor de opdrachten.
Studiemateriaal
Ippel, Pieter. 2019. Het landschap van het recht: Een reisgids. Den Haag: Boomjuridisch.
Stout, Helen. 2015. De Nederlandse rechtsstaat (Elementaire Deeltjes 29). Amsterdam: Amsterdam University Press.
Toetsing
Zeven wekelijkse opdrachten, telkens in te leveren op vrijdag om 17:00 uur.
Wekelijks te maken vragen over de bestudeerde stof, telkens in te leveren op vrijdag om 17:00 uur.
Mondeling tentamen van een half uur, af te nemen in de week van donderdag 17 tot donderdag 24 december. Bij een onvoldoende eindcijfer voor het vak kan het tentamen op 27 januari herkanst worden.
Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van het behaalde resultaat voor het mondelinge tentamen (50% van het eindcijfer), de wekelijkse opdrachten (samen 40% van het eindcijfer) en de wekelijkse vragen (10% van het eindcijfer).
Voor de wekelijkse vragen wordt geen cijfer gegeven, maar een pass of fail. Voor elke pass krijg je een tien, voor elke fail een nul. Bij zeven passes heb je een 10 voor dit onderdeel, bij zes passes een 8,6, bij vijf een 7,1, enz.
Het tijdstip en de locatie van inzage en nabespreking zal niet later dan de publicatie van de cijfers worden bekendgemaakt via Brightspace.
Aanmelden
Zie algemene informatie bij tab 'Jaar 1'.