Toegangseisen
Zie het document Ingangseisen Master Farmacie.
Beschrijving
Het thema Patiënt en Apotheker is het eerste thema van de Master Farmacie. De eerste drie weken van het thema zijn VVV-weken wat staat voor: voorbereiden, verwerken en verdiepen. Je maakt kennis met onderdelen die van belang zijn voor de opleiding, zoals het tutoraat, studentmentoraat en werken met het elektronisch portfolio. Tijdens de VVV-weken zal je kennis opdoen over veelvoorkomende aandoeningen en medicijnen in de eerstelijns gezondheidszorg, zoals astma, maagklachten en eczeem met bijbehorende (niet-)medicamenteuze therapie. In dit cursorisch onderwijs worden bijna alle mogelijke toedieningsvormen van medicijnen behandeld; van inhalatie tot zetpil. Je leert zowel over de theorie van productzorg als hoe de patiënt hierbij te begeleiden in de praktijk. Deze kennis kan je vervolgens direct toepassen tijdens je eerste deelcoschap in de openbare farmacie (week 4 tot en met 7 van het thema). In het onderwijs wordt ook veel aandacht besteed aan patiëntgerichte communicatie en klinische besluitvorming die je als student klaarstoomt voor het adviseren en begeleiden bij het medicijngebruik in de praktijk. Gedurende de coschappen vormen de praktijkreflecties de brug tussen theorie en praktijk. Je leert van elkaars ervaringen en de theorie te vergelijken met de praktijk. Daarnaast werk je in dit thema aan je academische vaardigheden en de vorming van je professionele identiteit als toekomstig apotheker.
Leerdoelen
Na afloop van dit thema kan je onder andere:
de pathofysiologie en de (niet-)medicamenteuze behandeling van veelvoorkomende aandoeningen in de openbare apotheek beschrijven, onderscheiden, wetenschappelijk onderbouwen en de kennis toepassen op farmaceutische vraagstukken;
de kennis over verschillende toedieningsvormen toepassen in het adviseren en begeleiden van patiënten in hun medicijngebruik;
de relevante wetgeving en financiering rondom (zelfzorg)medicijnen in de Nederlandse gezondheidszorg in grote lijnen omschrijven met de rol en verantwoordelijkheden van de apotheker in het bijzonder;
de kwaliteit van zorg inzichtelijk maken met behulp van een kwaliteitsmanagementsysteem;
een zoekvraag formuleren en gericht literatuuronderzoek verrichten, vervolgens kritisch en objectief de waarde van literatuur beoordelen en de uitkomsten van het literatuuronderzoek op adequate wijze presenteren;
basisprincipes binnen de methodologie en evidence-based medicine uitleggen en deze kennis toepassen in de methodologische beoordeling van een artikel respectievelijk bij therapeutische beslissingen en het opstellen van een farmacotherapeutisch behandelplan;
je goed in de Nederlandse taal (schriftelijk, elektronisch en mondeling) uitdrukken bij het verlenen van zorg en stemt daarbij de communicatie af op (het niveau van) de doelgroep;
in een eenvoudig vervolgconsult de non-selectieve en selectieve gespreksvaardigheden zo toepassen dat de patiënt zich gehoord en geaccepteerd voelt;
een moreel dilemma identificeren, hierop reflecteren vanuit de kernwaarden van de professie en de eigen mening over goed farmaceutisch handelen verduidelijken en verantwoorden tegenover anderen.
je aantoonbaar gedragen naar de kernwaarden van de professie en reflecteren op de sterke en zwakke punten, persoonlijke leerbehoeften identificeren met een passend ontwikkelplan opstellen, waarop adequate acties volgen;
In Brightspace vind je ook een overzicht van alle leerdoelen van het thema Patiënt en Apotheker.
Rooster
Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.
Onderwijsvorm
Het thema bestaat uit acht weken. De eerste drie weken van het thema zijn VVV-weken wat staat voor: voorbereiden, verwerken en verdiepen. Deze drie weken bestaan uit fulltime cursorisch onderwijs, waarin de volgende onderwijsvormen worden gebruikt:
hoorcollege;
responsiecollege;
werkgroep;
werkcollege;
zelfstudieopdracht.
In week vier tot en met zeven loop je 4 dagen per week farmaceutische coschappen (zie de aparte onderdelen elders in de studiegids). Tijdens de wekelijkse terugkomdag is er nog cursorisch onderwijs geroosterd. In de achtste week richt je je op reflectie en bereid je je voor op de eindtoets.
Toetsing en weging
Het thema wordt aan het einde van week 8 afgesloten met een schriftelijke toets die zowel open als gesloten vragen bevat. Voor de toets kan maximaal 100 punten worden behaald. De beoordeling is een cijfer met 1 decimaal. Cijfers tussen 5,0 en 6,0 worden niet gegeven; 5,4 en lager worden afgerond naar een 5,0. Een 5,5 en hoger wordt afgerond naar een 6,0.
De toets is voldoende als deze met minimaal een 6,0 is beoordeeld. Is de toets onvoldoende dan kun je deelnemen aan de herkansing.
Literatuurlijst
Voor de volledige literatuurlijst, zie de kernboekenlijst Farmacie.
Inschrijven
Inschrijving vindt plaats via MyStudyMap. Voor dit vak gelden de standaard inschrijftermijnen die genoemd worden in het Protocol Inschrijven voor onderwijs en tentamens van de Universiteit Leiden. Voor meer informatie, zie de studentenwebsite.