Toegangseisen
Zie het document Ingangseisen Master Farmacie.
Beschrijving
Het thema Hart- en Vaatziekten is gericht op de farmaceutische zorgverlening aan mensen met cardiovasculaire aandoeningen en/of een verhoogd risico op dergelijke aandoeningen. Hart- en vaatziekten zijn in Nederland een veel voorkomende oorzaak van sterfte bij zowel vrouwen als mannen. Het is dus van belang dat je als apotheker de kwalitatief beste farmacotherapie kunt toepassen om het risico op hart- en vaatziekten te verlagen of om de aandoeningen optimaal te behandelen. De patiënten gebruiken deze geneesmiddelen vaak levenslang, en hebben een persoonlijke begeleiding nodig. In dit thema leer je over deze aandoeningen en bijbehorende farmacotherapeutische behandelingen en leer je hoe je een consult bij start van behandeling met een receptgeneesmiddel voert. In de eerste drie weken zijn er twee werkgroepen waarin je dit oefent om het te kunnen toepassen in je coschappen.
Leerdoelen
In dit thema leer je:
de pathofysiologie en behandeling uitleggen van hypertensie, hypercholesterolemie, anemie en cardiovasculaire aandoeningen, waaronder angina pectoris, chronisch hartfalen, perifeer vaatlijden en atriumfibrilleren;
de toepassing van primaire en secundaire profylaxe bij hart- en vaatziekten uitleggen;
het werkingsmechanisme, de effectiviteit en bijwerkingen van de belangrijkste geneesmiddelen uitleggen, waaronder bijvoorbeeld ACE-remmers, AT-II-antagonisten, calciumantagonisten, diuretica, cholesterolsyntheseremmers, trombocytenaggregatieremmers en anti-aritmica;
de nier- en leverfunctie en hun rol bij kinetiek, metabolisme en eliminatie van geneesmiddelen uitleggen;
de stollingscascade uitleggen en de manier waarop geneesmiddelen dit proces op verschillende aangrijpingspunten kunnen beïnvloeden;
de farmacotherapeutische behandelstappen bij bovengenoemde aandoeningen
benoemen, ordenen op basis van patiëntkenmerken en dit, onder andere, wetenschappelijk onderbouwen;de technieken en vaardigheden van consultvoeren over de start van een behandeling met een receptgeneesmiddel toepassen;
de belangrijkste begrippen van en factoren die van invloed zijn op de therapie(on)trouw beschrijven en te gebruiken bij medicatiebegeleiding;
de wijze van opslag en distributie van geneesmiddelen in de groothandel en in de openbare apotheek te beschrijven;
de gebruikelijke termen voor het meten van gezondheid en ziekte te benoemen en toe te passen met voorbeelden;
te benoemen hoe een evidence-based richtlijn tot stand komt en hoe je het gebruikt in de praktijk;
het belang van interprofessioneel communiceren beschrijven, aandachtspunten bij interprofessioneel communiceren te benoemen en toe te passen in de praktijk.
Rooster
Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.
Onderwijsvorm
De onderwijsvormen bestaan uit:
Hoorcolleges, responsiecolleges, werkgroepen, werkcolleges, zelfstudie, zelfstudieopdrachten, coschappen, praktijkreflectie.
Toetsing en weging
Het thema wordt aan het einde van week 8 afgesloten met een schriftelijke toets die zowel open als gesloten vragen bevat. Voor de toets kan maximaal 75 punten worden behaald. De beoordeling is een cijfer met 1 decimaal. Cijfers tussen 5,0 en 6,0 worden niet gegeven; 5,4 en lager worden afgerond naar een 5,0. Een 5,5 en hoger wordt afgerond naar een 6,0.
De toets is voldoende als deze met minimaal een 6,0 is beoordeeld. Is de toets onvoldoende dan kun je deelnemen aan de herkansing.
Literatuurlijst
Voor de volledige literatuurlijst, zie de kernboekenlijst Farmacie.
Inschrijven
Inschrijving vindt plaats via MyStudyMap. Voor dit vak gelden de standaard inschrijftermijnen die genoemd worden in het Protocol Inschrijven voor onderwijs en tentamens van de Universiteit Leiden. Voor meer informatie, zie de studentenwebsite.