Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie OER).
Beschrijving
In dit vak wordt het thema rechtshandhaving vanuit verschillende perspectieven belicht, waarbij de nadruk ligt op publiekrechtelijke vormen van handhaving. Na een algemene inleiding op het thema rechtshandhaving, wordt uitgebreid stilgestaan bij de actuele ontwikkelingen binnen de punitieve handhaving in zowel het bestuursrecht als het strafrecht. Een belangrijk punt van aandacht hierbij is de mate van rechtsbescherming binnen het punitieve bestuursrecht vergeleken met die binnen het strafrecht strafbeschikking). Centraal punt van discussie hierbij is de vraag of – en zo ja, in hoeverre – het gerechtvaardigd is dat er verschil in rechtsbescherming bestaat tussen punitieve handhaving via het strafrecht dan wel het bestuursrecht. Op dit snijvlak doen zich verschillende vragen voor met betrekking tot de mate van rechtsbescherming. Daarnaast wordt uitgebreid stilgestaan bij de vraag of en in hoeverre het is toegestaan in het kader van een en dezelfde overtreding verschillende handhavingstrajecten met elkaar te combineren (samenloop of sfeercumulatie) dan wel van het ene handhavingstraject over te stappen op het andere (sfeerovergang). Duidelijk zal worden dat het antwoord op deze en dergelijke vragen in belangrijke mate wordt beïnvloed door Europeesrechtelijke normen (EVRM en EU-grondrechtenhandvest). Ook zal in dit verband worden ingegaan op de vraag hoe in situaties van samenloop van verschillende sancties (toch) tot evenredige bestraffing kan worden gekomen. Voorts wordt in het vak stilgestaan bij de wijze waarop onderzoeksbevoegdheden in het strafrecht en het bestuursrecht zijn gereguleerd, meer in het bijzonder in relatie tot de vraag of en in hoeverre een expliciete wettelijke grondslag is vereist voor de inzet van specifieke bevoegdheden (mede gelet op het feit dat de inzet van bevoegdheden doorgaans gepaard gaat met een inbreuk op grondrechten van burgers). De hiervoor genoemde thema’s op het snijvlak van (bestraffend) bestuursrecht en strafrecht zullen in vijf (interactieve) hoorcolleges worden besproken en nader geproblematiseerd.
In een academische omgeving gaan onderzoek en onderwijs samen. In het vak wordt daarom tevens aandacht besteed aan de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden op masterniveau. Parallel aan de hoorcolleges worden de studenten begeleid in het schrijven van een wetenschappelijk betoog over een specifiek deelthema dat is gelegen op het snijvlak van het bestuurs- en strafrecht (de precieze deelthema's kunnen per collegejaar verschillen). In een introductiebijeenkomst wordt het thema geïntroduceerd en aandacht besteed aan juridische onderzoeksvaardigheden. Door middel van (digitale) individuele feedback en een tussentijdse feedbackbijeenkomst worden de deelnemers aan het vak vervolgens begeleid in het opstellen van een goed afgebakende onderzoeksvraag en het opzetten van een uitvoerbaar onderzoeksplan.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Het vak ILS – Rechtshandhaving in domeinoverstijgend perspectief beoogt studenten gevoelig te maken voor het gegeven dat maatschappelijke vraagstukken vaak via verschillende rechtsgebieden worden geadresseerd, die elk hun eigen grondslagen, kenmerken en instrumenten hebben. Voorts beoogt het vak duidelijk te maken dat deze (verschillende) grondslagen, kenmerken en instrumenten evenzovele argumenten kunnen vormen voor de keuze voor een of meer bepaalde handhavingsdomeinen bij het adresseren van concrete maatschappelijke vraagstukken. Ook beoogt het vak duidelijk te maken dat de cumulatie van rechtsdomeinen die het gevolg kan zijn van de inzet van meerdere rechtsdomeinen op een en hetzelfde maatschappelijke vraagstuk, belangrijke gevolgen kan hebben voor de individuele (rechts)positie van de burger, waarbij normen voortvloeiend uit Europees recht (EU en EVRM) een belangrijke waarborgfunctie vervullen. Met deze doelstellingen bouwt het vak voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding.
Daarnaast beoogt het vak studenten vertrouwd te maken met het verrichten van wetenschappelijk juridisch onderzoek. Studenten verkrijgen de vaardigheid een goed afgebakende onderzoeksvraag en een daarbij passend en uitvoerbaar onderzoeksplan op te stellen. In het vervolg van de masteropleiding wordt op deze vaardigheden voortgebouwd.
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:
De student kan de belangrijkste kenmerken en instrumenten van het bestuursrecht en het strafrecht onderscheiden, en de dynamiek en interactie tussen deze handhavingsdomeinen illustreren.
De student is in staat aan de hand van de daarvoor ontwikkelde criteria en de belangrijkste kenmerken en instrumenten van het bestuursrecht en het strafrecht te adviseren met betrekking tot de vraag welk(e) rechtsdomein(en) het meest passend is/zijn voor de handhaving van een bepaalde norm.
De student kan de begrippen sfeerovergang en sfeercumulatie, en de implicaties daarvan voor de rechtspositie van de individuele burger, uitleggen mede in het licht van Europeesrechtelijke normen.
De student kan een goed afgebakende onderzoeksvraag opstellen en een onderzoeksplan opzetten om deze vraag te beantwoorden.
De student is in staat op basis van de voorgeschreven studiestof – aangevuld met de bevindingen uit eigen onderzoek – een wetenschappelijk betoog te schrijven waarin beargumenteerd antwoord wordt gegeven op een concreet handhavingsvraagstuk.
De student kan zelfstandig reflecteren op zijn/haar leerproces door middel van het adequaat verwerken van feedback van docenten op opdrachten.
Rooster
Zie MyTimetable.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 5
Namen docenten: prof. mr. J.H. Crijns en mr. dr. M.L. van Emmerik.
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de per onderwijsweek voorgeschreven studiestof
Werkcolleges
Aantal à 2 uur: 1
Namen docenten: Mr. dr. M. Lochs en mr. S.A. de Graaff
Vereiste voorbereiding door studenten: nader bekend te maken via Brightspace.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Praktische oefening: het volgen van een feedbacktraject waarin studenten worden begeleid in het schrijven van een onderzoeksopzet en de uitwerking daarvan in de vorm van een paper is verplicht voor deelname aan de schriftelijke opdracht (en de eventuele herkansing daarvan).
Schriftelijke opdracht: 50% van het eindcijfer
Schriftelijk tentamen: 50% van het eindcijfer
Het eindcijfer bestaat uit de gemiddelde score op de schriftelijke opdracht en het schriftelijke tentamen. Zowel voor de schriftelijke opdracht als voor het schriftelijk tentamen moet minimaal een 5,5 worden behaald om het vak te kunnen afsluiten. Beide onderdelen kunnen in geval van een onvoldoende worden herkanst. Let op: voorwaarde voor herkansing van de schriftelijke opdracht is dat het feedbacktraject volledig doorlopen is. Indien het vak na afloop van het collegejaar niet met een voldoende is afgerond, verliezen resultaten voor de deeltoetsvormen (schriftelijke opdracht en/of schriftelijk tentamen) hun geldigheid en dient het vak in een nieuw studiejaar opnieuw te worden gevolgd.
Inleverprocedures
Via de Brightspace-omgeving van het vak wordt informatie gegeven over de geldende inleverprocedures.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges.
Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen op het reguliere herkansingsmoment. Om een voldoende te kunnen herkansen, dienen studenten eerst om toestemming te vragen bij het OIC. Kijk voor meer informatie op de studentensite onder ‘Inschrijven voor vakken en tentamens’ > ‘Toestemming voldoende herkansen’.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
- De voorgeschreven studiestof wordt door middel van een literatuur- en jurisprudentielijst bekend gemaakt via Brightspace. Studenten worden geacht de voorgeschreven stof zelf via de (online) bibliotheek te verzamelen. Mede daarom wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk gebruik te maken van digitaal beschikbare bronnen.
Aanbevolen studiemateriaal
- Ook de aanbevolen literatuur wordt via Brightspace bekend gemaakt.
Aanmelden
Zie voor informatie over aanmelding de website onder het kopje “aanmelding onderwijs en tentamens”.
Contact
Vakcoördinator: prof. mr. J.H. Crijns
Werkadres: KOG, Steenschuur 25
Telefoon: 071 - 527 7521
E-mail: [ j.h.crijns@law.leidenuniv.nl] (mailto:j.h.crijns@law.leidenuniv.nl)
Instituut/afdeling
Instituut: Strafrecht en Criminologie
Afdeling: Straf- en strafprocesrecht
Kamernummer secretariaat: B 3.11
Openingstijden: tijdens kantooruren (m.u.v. woensdag)
Telefoon secretariaat: 071 - 527 7518
E-mail: w.bonis@law.leidenuniv.nl
Opmerkingen
Dit vak is primair bedoeld voor studenten die een van de masterafstudeerrichtingen Staats- en bestuursrecht en Straf- en strafprocesrecht volgen.
Indien er van overheidswege (corona-)beperkingen worden opgelegd, is deze vakbeschrijving onderhevig aan wijzigingen.