Beschrijving
Tijdens dit blok leert de student dat fysiologische mechanismen relevant zijn om pathofysiologie (verstoringen in de fysiologie) te begrijpen. Het gaat in dit blok primair om mechanistisch denken – een algemeen thema in het tweede studiejaar. Dezelfde mechanismen zijn nogal eens voor verschillende systemen op vergelijkbare wijze van belang. Een voorbeeld is “stroming en weerstand”. Deze begrippen zijn belangrijk voor de pathofysiologie van “lucht en luchtwegen” en “bloed en bloedvaten”.
Dit blok is ook bedoeld als brug tussen het eerste en derde jaar. Dit om te voorkomen dat (moeilijke) stof uit het eerste jaar te ver wegzakt en niet op voldoende niveau is om aan bepaalde derdejaars blokken te beginnen. Voorbeelden zijn het blok Nefrologie en Urologie en het blok Borst. Daarom wordt tijdens het blok Pathofysiologie aandacht besteed aan de pathofysiologie van de luchtwegen, van het hart en vaatstelsel, van de water- en zouthuishouding (nieren) en van de bloedstolling.
Voor het onderdeel obstructie en pulmonale hypertensie is de stof uit het blok Ademhaling (jaar 1) van belang. Daarnaast is het van belang om de stof uit het blok Hart en Bloedsomloop (jaar 1) en Nieren (jaar 1) in dit blok paraat te hebben.
Doel
De student is in staat om na te denken over verstoringen in de fysiologie.
De student kan pathofysiologische mechanismen toepassen op klinisch relevante terreinen zoals de luchtwegen, het hart en de circulatie, evenals op het gebied van de bloedstolling.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties, zelfstudieopdrachten, werkcolleges, werkgroepen en responsiecolleges.
Toetsing
Het tentamen Pathofysiologie bestaat uit multiple choice vragen.