Beschrijving
Een nieuwvorming (neoplasma) is een lokale autonome toename van cellen waardoor meestal een zwelling ontstaat. Kenmerkend voor een neoplasma is dat de celvermeerdering niet meer door normale regulatieprocessen wordt gestuurd en daarom vrijwel nooit spontaan zal verdwijnen. Nieuwvormingen kunnen goedaardig (benigne) of kwaadaardig (maligne) zijn, al naar gelang ze zich klinisch gunstig of agressief gedragen. Kwaadaardige nieuwvormingen noemt men kanker.
Zoals de term “infectieziekte” ook een veelheid van verschillende aandoeningen omvat, geeft de omschrijving “kanker” een uitgebreid scala weer van ziekten met ieder een geheel eigen beeld. Die verschillen komen tot uiting in de wijze van ontstaan, de klachten, de prognose en ook in de vorm van de behandeling, die vaak multidisciplinair is. Deze verschillen kunnen te maken hebben met het soort weefsel waaruit de tumor ontstaat; bijvoorbeeld het verschil tussen epitheliale tumoren van borst, long of baarmoederhals en de mesodermale maligniteiten van bloedcellen. Het doel van dit blok is om de kennis over te brengen die dat beeld van grote diversiteit illustreert: kanker als een kameleonistisch ziektebeeld.
De stof van dit blok is van belang voor het blok Oncologie van jaar 3.
Doel
De student kan voor zover klinisch relevant voor het analyseren en begrijpen van nieuwvormingen de meest frequent voorkomende tumoren benoemen en in hoofdlijnen beschrijven.
De student is in staat op basis van feitenkennis te denken in algemene termen van diagnostiek en behandelen van nieuwvormingen, met als voorbeeld erfelijke tumoren, cervix- en longcarcinoom en leukemie en lymfomen.
De student kent in hoofdlijnen de classificatie- en stadiëringssystemen bij het cervix- en longcarcinoom, bij de maligne lymfomen, bij borstkanker en bij darmkanker. Hij begrijpt dat hij op basis van deze systemen in grote lijnen iets kan zeggen over de behandeling en over de prognose van genoemde maligniteiten.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges, responsiecolleges, patiëntendemonstraties en werkgroepen.
Toetsing
Toetsing vindt plaats middels een ‘gesloten boek’ tentamen. Bij het maken van het tentamen is het gebruik van kernboeken en alle aantekeningen NIET toegestaan.