Prospectus

nl en

Principles of Constitutional Law

Course
2014-2015

Toegangseisen

Dit vak is geen keuzevak. Bijvakstudenten of gaststudenten mogen hier niet aan deelnemen.

Beschrijving

Een staat, wat is dat eigenlijk? En wie heeft het binnen een staat voor het zeggen? We hebben in Nederland allerlei overheidsinstanties die beslissingen kunnen nemen waar wij als burgers dan aan gebonden zijn. Maar waar halen al die instanties het recht of de bevoegdheid vandaan om die beslissingen te nemen? En binnen welke grenzen moeten ze daarbij blijven? Mag de politie bijvoorbeeld dagen lang door middel van een zogenoemde ‘drone’ met een camera een bepaalde woonwijk in de gaten houden, omdat ze vermoedt dat daar illegale activiteiten plaatsvinden?

Eigenlijk is het voor iedereen belangrijk om een goed beeld te hebben van de regels en beginselen die gelden voor de organisatie van ons overheidsapparaat. U krijgt tenslotte allemaal te maken met beslissingen van die overheid en u wilt allicht dan ook wel weten op welke manieren u die overheidsbeslissingen eventueel kunt beïnvloeden. Voor juristen en criminologen is het echter meer dan belangrijk: het is noodzakelijk. Een goede jurist zal als hij/zij geconfronteerd wordt met een bepaalde vorm van overheidsoptreden zich altijd (moeten) afvragen: was de overheid wel bevoegd om op deze manier op te treden? En wil een criminoloog iets zinnigs kunnen zeggen over verschillende manieren om een bepaalde vorm van criminaliteit te bestrijden, dan heeft hij niet alleen kennis nodig van de verschillende verschijningsvormen van die criminaliteit en de manier waarop (potentiële) criminelen reageren op bepaalde maatregelen, maar ook van de juridische grenzen die gelden bij het treffen van dergelijke maatregelen en van de redenen waarom die juridische grenzen er zijn. Kennis van de belangrijkste regels van ons constitutionele recht en van de principes die gelden in een democratische rechtsstaat is daarvoor onontbeerlijk.

Centraal in het vak staan de begrippen ‘staat’, ‘rechtsstaat’, ‘democratie’ en ‘overheidsbevoegdheid’. Dat betekent dat aan de orde komt wat een staat eigenlijk is, hoe de overheidsorganen (onder meer regering en parlement) samengesteld zijn, welke bevoegdheden die overheidsorganen hebben en hoe zij aan die bevoegdheden komen, op welke manier er (door de volksvertegenwoordiging en door de rechter) controle wordt uitgeoefend op de uitoefening van die bevoegdheden en welke beginselen aan de verhouding tussen overheid en burger ten grondslag liggen (bijvoorbeeld respect voor de rechten van de mens).

De Nederlandse democratische rechtsstaat en het Nederlandse constitutionele recht kunnen niet meer los gezien worden van regelgeving en juridische ontwikkelingen op Europees en internationaal niveau. Daarom biedt het vak u tevens inzicht in de gevolgen van Europese en internationale rechtsregels voor het nationale recht en voor de bevoegdheden van de nationale overheidsorganen.

Ook ontwikkelt u in dit vak enkele professionele vaardigheden, zoals het gebruik van wetboeken, het opzoeken van regelgeving, parlementaire stukken en jurisprudentie via diverse databanken en het analyseren van jurisprudentie. Dit alles in aansluiting op de training van deze vaardigheden in de Leiden Law Practices.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Kennismaking met de belangrijkste staatsrechtelijke en staatkundige begrippen en hun betekenis. Overzicht krijgen van de bronnen van het constitutionele recht en aan de hand daarvan de werking en het systeem van het constitutionele recht in Nederland doorgronden. Het kunnen beschrijven van de hoofdlijnen van de staatkundige organisatie van Nederland (koninkrijksverhoudingen en het concept van de gedecentraliseerde eenheidstaat) van de belangrijkste actoren (staatsmachten en overheidsorganen of -ambten) en van het functioneren van het staatkundige bestel (o.m. de verhouding tussen regering en volksvertegenwoordiging en de procedures langs welke overheidsbeslissingen tot stand komen). Bewustwording van de internationale en Europese context waarbinnen het constitutionele recht functioneert en van de manier waarop het internationale en Europese recht consequenties heeft voor het nationale recht en de bevoegdheden van nationale overheidsorganen. Verwerving van inzicht in (het functioneren en belang van) de beginselen die aan het constitutioneel systeem ten grondslag liggen: democratie, gelijkwaardigheid van burgers, rechtsstaat, begrenzing van staatsmacht, spreiding van overheidsbevoegdheden, verantwoordingsplicht en controle op overheidsoptreden.

Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:

  • U kunt de grondbeginselen van het constitutionele recht definiëren/beschrijven en u kunt aanduiden waarom die van belang zijn.

  • U kunt de bronnen van het constitutionele recht herkennen en benoemen, u kunt daarbinnen de regels en beginselen die voor een bepaalde casus (met een afgebakend probleem) identificeren en u kunt uitleggen wat de implicaties van toepassing van die regels en beginselen op die casus zijn (tot welke uitkomst/oplossing/consequentie leiden ze in dit geval?).

  • U kunt de belangrijke begrippen binnen het constitutionele recht definiëren en u kunt aangeven waar die definities te vinden zijn en welke implicaties ze hebben voor het functioneren van het rechts- of regeringssysteem.

  • U kunt de belangrijkste actoren/organen binnen de staatkundige organisatie van Nederland noemen en u kunt beschrijven hoe die functioneren (welke bevoegdheden hebben ze, hoe vindt controle plaats op de uitoefening daarvan en via welke procedures nemen ze beslissingen ?

  • U kunt aanduiden op welke wijze Europese en internationale rechtsregels en besluiten consequenties hebben voor het nationale recht en voor de (begrenzing van) bevoegdheden van de nationale overheidsorganen.

  • U bent geoefend in enkele basale professionele vaardigheden: het snel vinden van relevante wetten/wetsartikelen in een wettenbundel of via de geëigende overheidsportals op internet, het vinden van relevante informatie via juridische databanken, het ordenen en analyseren van kamerstukken of jurisprudentie, het opschrijven van een antwoord op een staatsrechtelijke vraag op een manier die ‘to the point’ is en niet nodeloos uitweidt over bijzaken.

  • U kunt een beknopt en goed gestructureerd staatsrechtelijk betoog schrijven over een aangedragen onderwerp of probleem, in correct Nederlands.

Rooster

Kies voor propedeuse of bachelor en master.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 6

  • Namen docent: mr. dr. M.L. van Emmerik

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de in het werkboek en op Blackboard per week aangegeven verplichte studiestof.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 7

  • Namen docenten: worden nader bekendgemaakt.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: het zich door middel van zelfstudie eigen maken van de in het werkboek en op Blackboard per week aangegeven verplichte studiestof en voorbereiden van opgaven daarover. Voorts dient gedurende de cursus, op de in het werkboek aangegeven momenten, een beknopte tussentijdse schriftelijke opdracht te worden ingeleverd die tijdens de werkgroepbijeenkomst wordt becommentarieerd.

Inloopspreekuur

  • Aantal à 1 uur: 6 (vanaf de tweede onderwijsweek)

  • Namen docenten: werkgroepdocenten

  • Vereiste voorbereiding door studenten: geen, het betreft een mogelijkheid op individuele basis vragen voor te leggen aan de docent over onderdelen van de studiestof die u niet goed begrijpt.

Toetsing

  • Tentamen: 3 uur

  • Nabespreking: 2 uur

Toetsing

Toetsvorm(en)
Schriftelijk tentamen, bestaand uit 40 meerkeuzevragen en een essayvraag. Bij de berekening van het cijfer tellen de meerkeuzevragen mee voor 80% en de essayvraag voor 20%.

Inleverprocedures
De tussentijdse schriftelijke opdrachten dienen bij de eigen werkgroepdocent te worden ingeleverd, op de in het werkboek aangegeven datum en wijze.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal
Literatuur:

  • A.D. Belinfante & J.L. de Reede/ L. Dragstra e.a., Beginselen van het Nederlandse staatsrecht, Deventer: Kluwer (17e druk)

  • A.M.M.M. Bots e.a. (red.), Staats- en bestuursrecht. Jurisprudentie 1849-2011, Nijmegen: Ars Aequi Libri (4e herziene editie)

  • Actuele wetteneditie: Kluwer Collegebundel 2014-2015 of Blauwe VNW 2014-2015

Werkboek:

  • Werkboek Beginselen van de democratische rechtsstaat (studiejaar 2014-2015)

Reader:

  • Reader Beginselen van de democratische rechtsstaat (studiejaar 2014-2015)

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis. Voltijd eerstejaars studenten, die gestart zijn vanaf september 2014, worden aangemeld door het Onderwijs Informatie Centrum.

Contact

  • Vakcoördinator: Mw mr. dr. F. M. J. den Houdijker

  • Werkadres: Steenschuur 25, kamer A1.57

  • Bereikbaarheid: op afspraak via het secretariaat

  • Telefoon: 071-527 7760

  • E-mail: f.m.j.den.houdijker@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Publiekrecht

  • Afdeling: Staats- en bestuursrecht

  • Kamernummer secretariaat: B1.21

  • Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00-17.00 uur

  • Telefoon secretariaat: 071-527 7760

  • E-mail: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl