Toegangseisen
Je dient tenminste zes van de voorgaande medische thema’s (MT) te hebben doorlopen en minimaal drie daarvan met een voldoende te hebben afgerond.
Beschrijving
In het thema Oncologie richt de student zich op de farmacotherapie van oncologische zorg. In de eerste twee weken wordt in cursorisch onderwijs kennisgemaakt met de pathofysiologie, behandeling, incidentie en het beloop van de meeste voorkomende typen kanker. Afwisselend zullen specialisten binnen de oncologie het grotere kader en de positie van de patiënt schetsen, waarna vervolgens dieper wordt in gegaan op de farmacotherapie. De verschillende groepen cytostatica worden uitvoering behandeld en een deel van de opgedane kennis uit eerdere thema’s als Infectieziekten en Immunologie en Acute en Intensieve Zorg, leert de student toepassen binnen de oncologische farmaceutische zorg.
Vanaf de derde week lopen de studenten zes weken farmaceutische coschappen in de ziekenhuisapotheek en op de afdeling oncologie. Met praktijkopdrachten zoekt de student de verdieping en verbreding op van de kennis die in de eerste twee cursorische weken aan bod is gekomen. Belangrijk onderdeel van de praktijkopdrachten vormen de patiënt en de ziekte enerzijds en de behandeling en het product anderzijds. Dit gebeurt onder andere door het volgen van een patiënt en het volgen van een chemokuur van voorschrijven tot en met toediening. De praktijkopdrachten hebben als doel de kenmerken van de aandoeningen en de daarbij behorende behandelingen eigen te maken.
Productkennis uit voorgaande thema’s wordt herhaald en de kennis wordt aangevuld met de kwaliteitsbeoordeling van steriele preparaten en wetgeving omtrent omgang met toxische stoffen. De student leert over de uitdagingen van de financiering van de Nederlandse gezondheidszorg en over maatregelen die bijdragen aan het beheersbaar maken aan de stijging van deze kosten. Innovatie op het gebied van farmaceutische behandeling in de oncologie komt vanzelfsprekend ook in dit thema aan bod.
Het thema wordt afgesloten met een eindtoets in week 9.
Leerdoelen
Na afloop van dit thema kan de student:
De pathofysiologie, medicamenteuze behandeling, incidentie en beloopvan verschillende oncologische aandoeningen uitleggen;
Kwaliteitsparameters bij de steriele productie van risicovolle geneesmiddelen uitleggen en beoordelen;
Een bereidingsprotocol opstellen voor een steriele bereiding met een risicovolle stof dat voldoet aan alle kwaliteitseisen (onder andere technisch, biofarmaceutisch, microbiologisch);
Niet-steriele en steriele geneesmiddelen voor toediening gereed maken volgens de geldende kwaliteitseisen;
Maatschappelijke problemen omtrent de financiering van de Nederlandse gezondheidszorg en de farmacie benoemen;
Maatregelen benoemen die bijdragen aan het beheersen van de kosten van de farmaceutische zorg.
Rooster
Zie de website van de onderwijsroostering.
Onderwijsvorm
Het thema bestaat uit negen weken. De eerste twee weken van het thema zijn VVV-weken wat staat voor: voorbereiden, verwerken en verdiepen. Deze twee weken bestaan uit fulltime cursorisch onderwijs, waarin de volgende onderwijsvormen worden gebruikt:
hoorcollege;
responsiecollege;
werkgroep;
werkcollege;
zelfstudie;
zelfstudieopdracht.
In week drie tot en met acht loop je farmaceutische coschappen in de ziekenhuisapotheek en verschillende afdelingen in het ziekenhuis om je vervolgens in de negende en laatste week te kunnen richten op de RTW (Reflectie- en Toetsweek).
In de farmaceutische coschappen zijn er wekelijks twee terugkomdagen die bestaan uit een praktijkreflectie en afwisseling in cursorisch onderwijs met bovengenoemde onderwijsvormen.
Toetsing
Het eindoordeel van het thema bestaat uit:
Schriftelijke tussentoets (multiple-choicevragen; kennis:inzicht:toepassing 30:15:5) (20%)
Eindbeoordeling farmaceutisch coschap (40%)
Schriftelijke eindtoets (open vragen) (40%)
De eindbeoordeling van de praktijk en de eindtoets moeten elk met minimaal een voldoende beoordeeld zijn om de studiepunten toegekend te krijgen. De tussentoets moet bij een onvoldoende verplicht binnen het thema opnieuw afgelegd worden. Een onvoldoende voor het hertentamen van de tussentoets telt mee in het gewogen gemiddelde voor het eindoordeel van het thema.
Verplichtingen
Aanwezigheid bij alle practica en werkgroepen.
Nabespreking
De nabespreking wordt in principe binnen vier studieweken na de eindtoets gehouden. Meer informatie over datum en tijdstip wordt voorafgaand aan de eindtoets via Blackboard gecommuniceerd.
Literatuur
In het zesde thema wordt intensief gebruik gemaakt van de volgende boeken:
Essential statistics for the Pharmaceutical Sciences. P. Rowe. 2014 (2e editie).
Handboek medische professionaliteit. D. van Tol e.a. 2014.
Inleiding Evidence Based Medicine. Offringa. 2013.
Rang & Dale’s Pharmacology. H.P. Rang e.a. 2016 (8th edition).
Practical Pharmaceutics. Bouwman-Boer et al. 2015 (1st edition).
Aanmelden
Informatie over aanmelden voor onderwijs is te vinden op het studentenportaal op de pagina’s van de Master Farmacie.