Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie OER).
Beschrijving
Deze practicumvariant is specifiek verplicht en bedoeld voor degenen die het accent ‘togapraktijk’ hebben gekozen. Studenten krijgen wekelijks een schrijfopdracht en dienen voorts een onderzoeksvoorstel te maken en mondeling te presenteren. Studenten moeten bij dit vak zelfstandig onderzoek doen om een juridisch probleem in kaart te brengen en een begrijpelijk en goed opgebouwd werkstuk schrijven. De opdrachten hebben betrekking op voor de togapraktijk relevante civielrechtelijke deelterreinen. Daarnaast worden plenaire bijeenkomsten georganiseerd waarin gastdocenten (praktijkjuristen werkzaam in de rechterlijke macht of de advocatuur, zoals bijvoorbeeld ervaren rechters, een advocaat-generaal bij de Hoge Raad of de oud-deken van de Orde van Advocaten) bepaalde aan de togapraktijk gerelateerde onderwerpen zullen behandelen. Bij het Togapracticum zijn de opdrachten opzettelijk zeer verschillend zodat studenten gedwongen worden zich in korte tijd in een nieuw onderwerp te verdiepen. De opdrachten zijn gericht op het aanleren van in de praktijk noodzakelijke vaardigheden (zelf zoeken en schrijven onder tijdsdruk).
Het aantal plaatsen voor het Togapracticum en het daaraan gekoppelde accent is gelimiteerd.
Diegenen die kiezen voor het accent ‘togapraktijk’ dienen naast het volgen van het Togapracticum een scriptie te schrijven over een onderwerp op een voor de togapraktijk relevant terrein.
Leerdoelen
Doel van het vak Het aanleren van voor de (toga)praktijk noodzakelijke onderzoeks- en schrijfvaardigheden. Daarnaast dragen de verschillende door u te maken opdrachten bij aan verdieping van uw kennis van en inzicht in voor de (toga)praktijk relevante civielrechtelijke deelterreinen. Het gaat hier in het bijzonder om het zelfstandig kunnen:
onderkennen en verwoorden van problemen en (rechts)vragen;
verrichten van onderzoek naar en selecteren van kenbronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak), nationaal zowel als internationaal;
toepassen van het aan verschillende – fysieke en digitale – bronnen ontleende materiaal op vragen die zich in de (toga)praktijk aandienen;
vormen van een eigen, beredeneerd oordeel over rechtskwesties;
doen van verslag van de onderzoeksresultaten met verantwoording van de hierbij gebruikte rechtsbronnen;
schrijven van een voorstel voor rechtswetenschappelijk onderzoek en het op heldere, compacte en gestructureerde wijze presenteren hiervan.
Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:
U beschikt over een grondige kennis van en een behoorlijk inzicht in voor de (toga)praktijk relevante civielrechtelijke deelterreinen.
U bent in staat juridische problemen op te lossen, uw weg te vinden in en om te gaan met de verschillende nationale en internationale kenbronnen van het recht, ook de digitale.
U bent in staat tot probleemanalyse, tot het onderscheiden van hoofd- en bijzaken en tot het bedenken van creatieve oplossingen; u bezit praktische en theoretische onderzoeksvaardigheid en kunt onderzoeksresultaten helder, kernachtig, compact en in logische samenhang presenteren, zulks met verantwoording van de gebruikte rechtsbronnen.
U bent in staat om zelfstandig een voorstel te schrijven voor rechtswetenschappelijk onderzoek dat zowel vernieuwend als praktisch uitvoerbaar is; u kunt onderzoeksvoorstellen van anderen beoordelen.
Ten slotte maken debat- en spreekvaardigheid deel van uw bagage uit.
Rooster
Zie de opleidingspagina op de facultaire website.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 1
Namen docenten: docenten van de sectie Burgerlijk recht
Vereiste voorbereiding door studenten: Geen.
Aanwezigheid tijdens het hoorcollege is verplicht.
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 9
Namen docenten: docenten van de sectie Burgerlijk Recht
Vereiste voorbereiding door studenten: wekelijks vakinhoudelijke opdrachten waarvoor bibliotheekstudie vereist is en uitwerking in een werkstuk. Daarnaast kan het beoordelen van elkaars werkstuk deel uitmaken van de taken.
Aanwezigheid tijdens de werkgroepen is verplicht (nl. status: praktische oefening).
Andere onderwijsvorm(en) Plenaire bijeenkomsten voor alle Togapracticanten, in de vorm van lezingen door praktijkjuristen. Aanwezigheid tijdens deze plenaire bijeenkomsten is verplicht.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Het maken van vijf schriftelijke opdrachten (deeltoetsen), die ieder voor 20% meetellen voor het eindcijfer. Onvoldoende deelcijfers kunnen niet herkanst worden, maar wel gecompenseerd worden met voldoende deelcijfers tot een voldoende eindcijfer.
Daarnaast is er een afsluitende praktische oefening, die bestaat uit het schrijven en kort presenteren van een onderzoeksvoorstel. Deze praktische oefening telt niet als cijfer mee, maar hieraan moet wel met goed gevolg zijn deelgenomen voor het eindcijfer van de vijf schriftelijke opdrachten.
Inleverprocedures
- Wekelijks tijdens de bijeenkomst. In print en op Blackboard via Turnitin.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur: De meest recente versie van: Leidraad voor juridische auteurs, Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandse publicaties, Deventer: Kluwer
Werkboek: Geen.
Reader:
Onderzoeks-, schrijf- en presentatievaardighedensyllabus Master Civiel recht (te vinden op de Blackboard-omgeving Master Civiel Recht en op de Blackboard-omgeving Practicum Togapraktijk).
Leidraad Practicum & Practicum Togapraktijk Master Civiel Recht (te vinden op de Blackboard-omgeving Practicum Togapraktijk).
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis
Contact
Vakcoördinator: mw. mr. G.M. Veldt
Bereikbaarheid: per e-mail
Instituut/afdeling
Instituut: Privaatrecht
Afdeling: Civiel recht
Kamernummer secretariaat: B2.43
Openingstijden: 9.30 – 13:30 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 7381