Toegangseisen
Zie Ingangseisen thema's Masteropleiding Farmacie
Beschrijving
Infectieziekten en immunologie intrigeert en is een divers thema waar je als toekomstig apotheker een grote rol kunnen spelen in de farmacotherapie voor de patiënt. De 1e week van het thema start met het opdoen / opfrissen van basiskennis over het immuunsysteem, infectieziekten en antibacteriële therapie. Vervolgens ga je je verdiepen in meer de “basis-infectieziekte” pneumonie én in meer specialistische infectieziekten zoals tuberculose, HIV en hepatitis.
Auto-immuun betekent dat het immuunsysteem zich tegen zichzelf keert. In de 2e week van het thema is er specifiek aandacht voor inflammatoire darmziekten, reuma en psoriasis en start met het opdoen van basiskennis van de (innovatieve) geneesmiddelen die bij deze ziekten worden ingezet. Daarnaast is onderdrukking van het immuunsysteem van belang om afstoting van orgaantransplantaten te voorkomen. Niertransplantatie wordt in week 2 als voorbeeld gebruikt om meer te leren over de geneesmiddelen die hiervoor kunnen zorgen.
De farmaceutische coschappen zullen plaats vinden in de ziekenhuisapotheek of de poliklinische apotheek. Je gaat leren wat de apotheek typeert in bedrijfsvoering, farmaceutische zorg, patiëntenpopulatie en multidisciplinaire samenwerkingen. Daarnaast loop je mee met tenminste twee zorgverleners op het gebied van infectieziekten en immunologie. Ook leer je tijdens de onderwijsmomenten van dit thema meer over productzorg en analyse binnen de ziekenhuisapotheek door zelf een eenvoudige infuusoplossing te bereiden en te analyseren, maar ook advies te geven bij bloedspiegels van antibiotica of immunosuppressiva (Therapeutic drug monitoring).
Leerdoelen
Na het voldoende afsluiten van dit thema:
o de (patho)fysiologie en farmacotherapeutische behandeling van veelvoorkomende infectieziekten en immunologische aandoeningen uitleggen, waaronder virale en bacteriële infecties, reumatoïde artritis, inflammatoire darmziekten, psoriasis en profylaxe van afstotingsreacties bij orgaantransplantaties;
o de belangrijkste farmacokinetische begrippen kunnen noemen en toepassen bij de medicatiebegeleiding/medicatiebewaking, in het bijzonder bij het gebruik van antibiotica en immunosuppressiva;
o een ontwerp voor een eenvoudige infuusoplossing kunnen maken in de vorm van een bereidingsvoorschrift en aansluitend de juiste benodigde kwaliteitscontroles kunnen vaststellen en interpreteren;
o samen met andere zorgverleners in het ziekenhuis beleid ontwikkelen met betrekking op de farmacotherapie;
o de organisatie en diensten van de ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek beschrijven, inclusief receptgang, logistieke stromen en de toepassing van het ziekenhuisapotheekinformatiesysteem.
Rooster
Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.
Onderwijsvorm
Het thema bestaat uit negen weken. De eerste twee weken van het thema zijn VVV-weken wat staat voor: voorbereiden, verwerken en verdiepen. Deze twee weken bestaan uit fulltime cursorisch onderwijs, waarin de volgende onderwijsvormen worden gebruikt:
hoorcollege;
responsiecollege;
werkgroep;
werkcollege;
zelfstudie;
zelfstudieopdracht.
In week drie tot en met acht loop je farmaceutische coschappen in de ziekenhuisapotheek of de poliklinische apotheek en op afdelingen in het ziekenhuis om je vervolgens in de negende en laatste week te kunnen richten op de RTW (Reflectie- en Toetsweek).
In de farmaceutische coschappen zijn er wekelijks twee terugkomdagen die bestaan uit een praktijkreflectie en afwisseling in cursorisch onderwijs met bovengenoemde onderwijsvormen.
Toetsing
Het eindoordeel van het thema bestaat uit:
1. 60% schriftelijke toetsing (maximaal 100 punten) bestaande uit:
a. deeltoets (gesloten vragen) . Hiermee worden maximaal 25 punten behaald
b. eindtoets (open vragen) Hiermee worden maximaal 75 punten behaald
Het hertentamen van de schriftelijke toetsing beslaat de studiestof van de deeltoets en de eindtoets tezamen, in een vergelijkbare verhouding
35% eindbeoordeling farmaceutisch coschap
Aanwezigheid tijdens kleinschalig onderwijs (praktijkreflecties, werkgroepen, practica en mentoraat) is verplicht. Aanwezigheid bij minimaal 80% van het kleinschalig onderwijs leidt tot 0,5 punt voor het eindoordeel van het thema.
Bij te laat inleveren van opdrachten dient een extra opdracht te worden gemaakt.
De totale schriftelijke toetsing, alsmede de eindbeoordeling van de praktijk, moeten beide met minimaal een voldoende (5,5 of hoger) beoordeeld zijn.
Nabespreking
De nabespreking wordt in principe binnen vier studieweken na de eindtoets gehouden. Meer informatie over datum en tijdstip wordt voorafgaand aan de eindtoets via Blackboard gecommuniceerd.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Voor de volledige literatuurlijst, zie de Literatuurlijst Master Farmacie.
Aanmelden
Zie studentenwebsite.